Herhalingsles

1 / 51
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & NatuurMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 51 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Op reis




Mens & Natuur
1 havo
Periode 3

Slide 2 - Tekstslide

Regels
  • Telefoons zijn verboden in de les! Toch gebruiken; inleveren en einde van de dag ophalen!
  • Geen jassen en niet eten/drinken in het lokaal!
  • Spullen in orde!
  • Als ik aan het woord ben is het stil!
  • Steek je vinger op! 
  • Actieve werkhouding (geen spelletjes)

Slide 3 - Tekstslide

Programma tot toetsweek

  • di 4 juni: werkvorm gekozen onderwerp
  • woe 5 juni: uitlegkaarten afronden 
  • di 11 juni: afronden werkstuk
  • woe 12 juni: afronden werkstuk
  • di 18 juni: theorie deel 1 herhalen 
  • woe 19 juni: theorie deel 2 herhalen + maken oefentoets

Slide 4 - Tekstslide

Lesprogramma

  • Opstart
  • Theorie deel 1 herhalen
  • Afsluiting 

Slide 5 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je begrijpt de belangrijkste onderdelen van de theorie deel 1. 
























Slide 6 - Tekstslide

Ontwerpcyclus

Slide 7 - Tekstslide

Hoofdstuk 1:
Duurzaam toerisme

Slide 8 - Tekstslide

Jullie reis moet duurzaam!

Waar denk je aan bij duurzaam?


Duurzaamheid = is het zorgen voor evenwicht tussen mens, milieu en economie om de aarde niet uit te putten.

Slide 9 - Tekstslide

Toerisme
Toerisme = Afreizen voor ontspanning naar een bepaalde plaats of een bepaald land.



- Is voor de bezoekers erg leuk, maar kan schadelijk zijn voor de omgeving.

Slide 10 - Tekstslide

Afval
Toerisme zorgt voor veel uitstoot en afval

Biologisch afbreekbaar afval = Afval wat door de natuur kan worden afgebroken (papier en GFT)

Niet biologisch afbreekbaar afval = wordt niet door de natuur afgebroken (plastic, colablikjes)
 

Slide 11 - Tekstslide

Hergebruiken/
recyclen

Hergebruiken = spullen opnieuw gebruiken (oud jampotje om dingen in te bewaren).

Recyclen = product vermalen tot grondstof dat uiteindelijk wordt gebruikt voor een nieuw product (plastic flesjes inleveren).

Slide 12 - Tekstslide

De oplossing?!
Duurzaam toerisme = een vorm van toerisme waarbij bewust rekening wordt gehouden met bescherming van het milieu, de natuur, cultuur en soms ook met mensenrechten.

Slide 13 - Tekstslide

Versterkte broeikaseffect

Slide 14 - Tekstslide

Hoofdstuk 3:
Verzorging

Slide 15 - Tekstslide

Verzorging
  • Omgeving verzorgen: zorgen dat je omgeving schoon en hygiënisch is en blijft (stofzuigen, opruimen, afwassen).
  • Uitwendige verzorging: de buitenkant van je lichaam verzorgen (douchen, tandenpoetsen).
  • Inwendige verzorging: verzorging om gezond te blijven (gezond eten, bewegen, ontspannen).
 

Slide 16 - Tekstslide

Gezond eten

Schijf van 5: helpt jou om gezonder te eten.
  • Hoe groter het vak, hoe meer je ervan moet eten/drinken

Slide 17 - Tekstslide

Voedingsmiddelen
Voedingsmiddelen zijn alles wat je eet en drinkt.

  • Plantaardige voedingsmiddelen zijn afkomstig van planten (groente, fruit, rijst)
  • Dierlijke voedingsmiddelen zijn afkomstig van dieren (vlees, melk, boter, ei)

Vegetarisch: dan eet je geen dieren. 

Veganistisch: dan eet je ook geen eieren of kaas.

Slide 18 - Tekstslide

Voedingsstoffen
Voedingsstoffen: zijn stoffen uit je voeding die het lichaam nodig heeft om te kunnen groeien, bewegen en gezond te houden.






Slide 19 - Tekstslide

Ongezonde eetstijl
  • Diabetes (suikerziekte): lichaam kan de bloedsuiker niet in evenwicht houden. 
  • Verhoogd cholesterol: te veel vettige stof, dat zich ophoopt in de bloedvaten. Bloedvaten raken verstopt.
  • Hart- en vaatziekten: hartinfarct, beroerte, hartritmestoornissen en hartkrampen.
  • Psychische problemen: depressiviteit, weinig zelfvertrouwen en een laag zelfbeeld. 

Slide 20 - Tekstslide

Eetstoornissen
  • Anorexia nervosa: gebrek aan eetlust door een psychische oorzaak. Iemand voelt zich dik, terwijl diegene juist te weinig weegt.
  • Boulimia nervosa: heftige ongecontroleerde eetbuien. Persoon spuugt vervolgens eten weer uit om niet aan te komen.

--> te weinig voedingsmiddelen!!

Slide 21 - Tekstslide

Je gezondheid
  • Fysieke gezondheid: hoe gezond je lichaam is. (eet je wel genoeg, beweeg je genoeg?)

  • Mentale gezondheid: hoe jij je voelt. (Voel jij je gelukkig?)
    
- Depressiviteit: aanhoudend negatief gevoel

Slide 22 - Tekstslide

Drugs
Middelen die je een prettig gevoel geven.

  • Softdrugs: minder gevaarlijke variant (minder verslavend en minder schadelijk); Lijst 2 Opiumwet 
--> paddo’s, cannabis en benzodiazepinen

  • Harddrugs: gevaarlijke variant (extreem verslavend); Lijst 1 Opiumwet
--> heroïne, cocaïne, MDMA, LSD en amfetamine

Slide 23 - Tekstslide

Gevolgen
  • Korte termijn:   paniekaanvallen of bewusteloosheid
  • Lange termijn: verslaving, lichamelijke en psychische klachten

Slide 24 - Tekstslide

Hoofdstuk 4:
Bescherming

Slide 25 - Tekstslide

Taken van de huid
    ziektes                              kou                               warmte

Slide 26 - Tekstslide

Huid
Huid bestaat uit 3 lagen:
1. Opperhuid: bovenste laag; bestaat uit de hoornlaag en kiemlaag.
     - Hoornlaag slijt steeds af
     - Kiemlaag vult cellen steeds aan
2. Lederhuid: middelste laag; hier liggen verschillende kliertjes.
3. Onderhuidse bindweefsel: onderste laag; hier liggen bloedvaten, zintuigen en vet.

Slide 27 - Tekstslide

Puistjes
  • Verstopping van talgklier (talg = vettig stofje dat je huid soepel houdt)

Slide 28 - Tekstslide

UV-straling
Ultraviolette (UV-) straling = straling die de zon uitzendt
  • Is schadelijk voor je huid

Huid maakt pigment aan in de kiemlaag.
  • Beschermt de huid tegen UV-straling


Slide 29 - Tekstslide

De zon kan heel fijn zijn....

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Link

Hoofdstuk 5:
Schoonmaken

Slide 33 - Tekstslide

Oplossing & Emulsie
Oplossing
  • In een oplossing zijn twee stoffen gelijkmatig door elkaar gemengd. 
  • Een oplossing is doorzichtig. 
  • Bijvoorbeeld limonade of suiker dat oplost in water.

Emulsie: 
  • In een emulsie zijn twee vloeistoffen pas gemengd door een derde stof, een emulgator (bijv. zeep).
  • Een emulsie is troebel. 
  • Bijvoorbeeld shampoo of pindakaas.

Slide 34 - Tekstslide

Hoe werkt zeep?

Hydrofiel: Houdt van water
  • Water bindt aan hydrofiele kop


Hydrofoob: Bang voor water
  • Vet bindt aan hydrofobe staart

Slide 35 - Tekstslide

Waarom maken we schoon?

  1. Hygiëne
  2. Persoonlijke redenen
  3. Behoud van materialen
  4. Veiligheid


Bij het schoonmaken is een vaste volgorde belangrijk:
  • Van boven naar beneden
  • Van schoon naar vies

Slide 36 - Tekstslide

Ergonomisch werken


Ergonomisch werken
= veilig en gezond werken voor je lichaam

Slide 37 - Tekstslide

Wassymbolen
Schoonmaakmiddelen
niet mengen

Slide 38 - Tekstslide

Hoofdstuk 6:
Gezondheid

Slide 39 - Tekstslide

Immuunsysteem = leger van je lichaam

Slide 40 - Tekstslide

Bloed
  • Rode bloedcellen: vervoeren zuurstof naar je cellen.
  • Witte bloedcellen: beschermen je lichaam tegen infecties door ziekteverwekkers te doden.
  • Bloedplaatjes: zorgen ervoor dat een wondje stopt met bloeden. 

Slide 41 - Tekstslide

Witte bloedcellen
Witte bloedcellen: beschermen je lichaam tegen infecties door ziekteverwekkers te doden.

  1. Vreetcel: eet de ziekteverwekker op.
  2. Antistofmaker: maken de ziekteverwekker onwerkzaam.
  3. Geheugencellen: onthouden de antistoffen.
--> immuun

Slide 42 - Tekstslide

Antistoffen en antigenen
  • Antigenen: zijn als het ware herkenningspunten aan de buitenkant van een cel (ID-kaart).
  • Antistoffen: zijn stoffen die vast kunnen hechten aan de antigenen en zo de ziekteverwekker onschadelijk kunnen maken. 

Slide 43 - Tekstslide

Vaccin
  1. Bij een vaccin wordt er een verzwakte ziekteverwekker in het lichaam gespoten.
  2. Je lichaam herkent de ziekteverwekker en maakt antistoffen die passen op zijn antigenen.
  3. Bij een volgende infectie komt je immuunsysteem snel in actie.

Slide 44 - Tekstslide

Slide 45 - Tekstslide

Slide 46 - Video

Verschillende technieken voor het scheiden van stoffen







             Bezinken                                           Filteren                                          Indampen

Slide 47 - Tekstslide

Mengsels
  • Oplossing: twee stoffen zijn gelijkmatig door elkaar gemengd. Een oplossing is doorzichtig. (limonade)
  • Emulsie: twee stoffen zijn pas gemengd door een derde stof (emulgator). Een emulsie is troebel.
  • Suspensie: bestaat uit twee stoffen die langzaam uit elkaar gaan als je het laat staan. Gemengd is de suspensie troebel. (slootwater)

Slide 48 - Tekstslide

Oefentoets
timer
40:00

Slide 49 - Tekstslide

Huiswerk
Schrijf op in je agenda: Maandag 24 juni
  • Toets Mens & Natuur periode 3: op reis!

  • Tips: 
  1. Leer de theorie op de website.
  2. Maak de oefenopdrachten van de huiswerkkaarten.
  3. Neem de samenvatting (presentatie + leerdoelen) goed door.
  4. Bekijk filmpjes over de onderwerpen op internet.

Slide 50 - Tekstslide

Tot de volgende les!

Slide 51 - Tekstslide