• Ik kan het onderwerp van een tekst benoemen.
• Ik kan de leesstrategieën verkennend en nauwkeurig lezen toepassen.
• Ik kan feiten en meningen herkennen.
• Ik kan het verschil tussen feiten en meningen benoemen.
• Ik kan de moeilijkewoordenwijzer toepassen.
• Ik kan de signaalwoorden van een opsommend en tegenstellend
tekstverband herkennen.