2.3 Lezen

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

We starten met lezen!

B1a - donderdag 29 oktober

Wat gaan we vandaag doen?

 2.3 Lezen

• leren wat het verschil is tussen een feit en een mening
• feiten en meningen herkennen
• moeilijkewoordenwijzer toepassen
• tweede deel boekopdracht maken

Wat klopt er niet aan de zin
'Ik vind dat er in Nederland heuvels voorkomen'?

Aantekening: verschil feit en mening

Feit

• waar of niet waar
  
• kun je controleren
  

Mening (standpunt/oordeel/opinie/opvatting)

• wat iemand ergens van vindt
  
• kun je 'ik vind' of 'volgens mij' voorzetten
  

'Limburg heeft heuvels, Groningen is helemaal vlak.'
Met welk woord kun je het verband tussen de twee delen van de zin duidelijk maken?

Je leest een tekst en komt een woord tegen dat je niet kent. Hoe achterhaal je de betekenis met behulp van de tekst?

Aan de slag!

Huiswerk vrijdag 30 oktober

2.3 Lezen (digitaal): maak opdracht 2 t/m 6 (digitaal)

Let op: bij opdracht 5 moet je de tekst nauwkeurig lezen, dus:

• lees de tekst in je boek op p.82!
  
• markeer belangrijke en/of opvallende zinnen en woorden

Klaar?

• lezen in je boek
• oefenen met Woordtrainer/Test jezelf van 1.5 en/of 2.5 Woorden

B1a - vrijdag 30 oktober

Wat gaan we vandaag doen?

• huiswerkcheck
  
• tekstverbanden en signaalwoorden leren: opsommend, chronologisch en tegenstellend
• samen oefenen met tekstverbanden en signaalwoorden

Noteer een feit over honden.

Noteer een mening over honden.

Moeilijkewoordenwijzer (p.81)

Volgorde:

1. Woord belangrijk? Zo nee: doorlezen!

2. Kijk in de context, tekst in de buurt van het woord.

3. Zoek het woord op in het woordenboek of vraag aan docent/ouder.

Wat is het onderwerp van Tekst 1 op pagina 82?

Uit hoeveel zinnen bestaat alinea 1 in Tekst 1 op pagina 82?

1. 1
2. 4
3. 5
4. 9

Wat is het belangrijkste doel van de schrijver van Tekst 1?

1. overtuigen
2. informeren
3. amuseren
4. activeren

Is de laatste zin van Tekst 1 een feit of een mening?

1. feit
2. mening

Opdracht 2 t/m 6.....

Zijn er verder nog vragen?

Tekstverbanden

Zorgen ervoor dat

woorden, zinnen en alinea's

met elkaar samenhangen.

Signaalwoorden

Aan een signaalwoord zie je 

met welk tekstverband 

je te maken hebt.

Tekstverbanden (p.83)

Er zijn een heleboel tekstverbanden, jullie leren er nu drie:

1. opsommend
2. tijdsvolgorde -> chronologisch (verbeter op p.83 en 203)
3. tegenstellend

Aan de slag!

In groepjes van 3-4:

1. maak opdracht 7 en 8 in jullie schrift
2. lees gezamenlijk Tekst 2:

•  om de beurt leest iemand een alinea
  
• markeer de belangrijkste zin
• omcirkel de signaalwoorden en noteer in de kantlijn het tekstverband dat daarbij hoort

Niet af? Dan moet je het thuis in je eentje afmaken.

B1a - dinsdag 3 november

Wat gaan we vandaag doen?

• Herhalen: opsommend, chronologisch en tegenstellend tekstverband
  
• Herhalen: wat doe je bij verkennend lezen?
• Leestaak 2.3

Huiswerk bespreken

Opdracht 7 en 8, p.83-84

En hoe ging het nauwkeurig lezen?

(belangrijke zinnen/woorden en signaalwoorden/tekstverbanden)

2.3 Lezen - Leestaak, p.86-89

Herhalen: theorie hoofdstuk 1 en 2

Ontdekken: wat weet ik al en waar moet ik nog 

wat aandacht aan besteden?

Verkennend lezen

Maak opdracht 13 in je schrift.  

Je mag fluisterend met je buurman/-vrouw overleggen.

Klaar?

1. Lees de tekst nauwkeurig en markeer belangrijke of opvallende woorden en zinnen.
2. Omcirkel de signaalwoorden voor een opsommend, chronologisch of tegenstellend tekstverband. Schrijf in de kantlijn om welk tekstverband het gaat.
   

Tekstverbanden en signaalwoorden

1. Lees de tekst nauwkeurig en markeer belangrijke of opvallende woorden en zinnen.
2. Omcirkel de signaalwoorden voor een opsommend, chronologisch of tegenstellend tekstverband. Schrijf in de kantlijn om welk tekstverband het gaat.

Klaar? Begin alvast aan opdracht 14

Huiswerk woensdag 13 november

Lees Tekst 3 op p.86-87 nauwkeurig (Talent boek)

Lezen 2.3: maak opdracht 14 t/m 17 (Talent digitaal)

Noteer de dingen die je niet begrijpt.

Klaar?

check  www.lezenvoordelijst.nl of www.boekenzoeker.org                            

en kies een nieuw boek

OF

ga lezen

B1a - donderdag 5 november

Wat gaan we vandaag doen?

• Check: waar moet ik nog aandacht aan besteden voor de toetsweek?
  
• Voorbereiden toets
• Lezen

Huiswerk bespreken

"Lezen 2.3: maak opdracht 14 t/m 17 (digitaal)

Noteer de dingen die je niet begrijpt."

Welke dingen hebben jullie genoteerd?

Test jezelf 

1. Talent (digitaal): maak Test jezelf 2.3
   
2. Learnbeat: maak opdracht 3.2 Test jezelf 2.3 (aan welke leerdoelen moet je nog werken?)
3. Lezen

Toetsweek - toetsstof

1.3 en 2.3 Lezen:

• verkennend en nauwkeurig lezen
  
• titel en deeltitel
• onderwerp en deelonderwerp
• alinea
• feiten en meningen
• moeilijkewoordenwijzer
• tekstverbanden en signaalwoorden: opsommend, chronologisch en tegenstellend

Hoe leer ik voor de leestoets?

• Leer de theorie uit beide hoofdstukken.
  
• Kijk naar de leerdoelen waar je volgens Test jezelf nog aan moet werken (zie Learnbeat, opdracht 3.1 en 3.2).
• Kijk nog eens kritisch naar de opdrachten die je moeilijk vond of waar je fouten in maakte.
• Extra oefenen: via het oefenmateriaal dat je vindt op de studiewijzer (zie Magister).

Aan de slag!

Kies:

• eventueel Test jezelf 2.3 afmaken en vul je resultaten in bij Learnbeat, opdracht 3.2
• leren voor de toets (samenvatting/mindmap maken of extra oefenen via het materiaal op de studiewijzer)
• woorden leren via Woordtrainer/Test jezelf in 1.5 en 2.5 Woorden
• afmaken of verbeteren Schrijfopdrachten in Learnbeat (met behulp van feedforwardformulier)
• lezen (8 december 2e boek uit!)
• voor 3 personen: extra schrijfopdracht JUMP. Wie wil?

B1a - vrijdag 6 november

Hoe goed ken je de stof voor de toetsweek al? (voor de toets Nederlands?)

1. heel goed
2. voldoende
3. nog net niet voldoende
4. onvoldoende

Weet je hoe je de toets kunt voorbereiden?

1. ja
2. redelijk
3. nee

Aan de slag!

Kies:

• leren voor de toets (samenvatting/mindmap maken of extra oefenen via het materiaal op de studiewijzer)
• Talent: oefentoets maken
• woorden leren via Woordtrainer/Test jezelf in 1.5 en 2.5 Woorden
• afmaken of verbeteren Schrijfopdrachten in Learnbeat (met behulp van feedforwardformulier)
• lezen

Storm, Morris, Ruben, Nicky, Xanthe en Josephine werken aan artikel voor JUMP.

Hoe goed kan jij lezen?

Maak de opdracht in je eentje en blijf stil totdat iedereen klaar is.