In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Vak: Nederlands
Hoofdstuk: 4.18 & 4.19
1.
Lesopening
2.
Lesdoel
3.
Arrangementen + mini-check
4.
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6.
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie
Slide 1 - Tekstslide
1. Lesopening
Pak je boek van Nederlands op tafel op bladzijde 194.
Huiswerk controle:
4.17 opdracht 4 t/m 7
Slide 2 - Tekstslide
2. Lesdoelen
Aan het eind van deze les:
- weet je wat het verschil is tussen een objectieve en een subjectieve tekst
- kun je objectieve en subjectieve argumenten (redenen) bij je standpunt geven
- kun je betrouwbare informatie van internet selecteren
Slide 3 - Tekstslide
3. Arrangementen
- Verdiept: kijk of je zelfstandig aan de slag kunt of dat je mee wil doen aan de instructie.
Je maakt zelfstandig 4.18 en 4.19 opdracht 1, 4 en 5 op blz 194 t/m 197
Jessica, Gijs, Jochem & Jamie
- Basis: doe mee aan de mini-check. Alles goed? Zelfstandig aan de slag. Niet alles goed? Instructie volgen, daarna aan de slag.
Krystian, Jaysen & Niek
- Intensief: doe mee aan de mini-check. Instructie volgen, kom aan de groepstafel zitten.
n.v.t.
Slide 4 - Tekstslide
Mini-check
Leerlingen in het basis en intensief arrangement doen mee met de mini-check.
Slide 5 - Tekstslide
Wat is een voorbeeld van een objectieve tekst?
Slide 6 - Open vraag
Wat is een voorbeeld van een subjectieve tekst?
Slide 7 - Open vraag
Wat is de betekenis van ' argumenten'?
Slide 8 - Open vraag
Wat zijn vragen die je kunt stellen om te kijken of een tekst of website betrouwbaar is?
Slide 9 - Open vraag
Wie maakt wat:
3 vragen goed? Ga zelfstandig aan de slag:
je maakt zelfstandig les
4.18 en 4.19 opdracht 1, 4 en 5 op blz 194 t/m 197
De rest doet mee met de instructie.
Slide 10 - Tekstslide
4. Instructie
Lees en kijk mee naar de volgende dia.
Slide 11 - Tekstslide
Informerende & overtuigende tekst
Als je een informerende tekst schrijft, zoals een nieuwsbericht, dan moet je ervoor zorgen dat deze objectief is. Wat je zegt, is neutraal en moet controleerbaar zijn. Je mag alleen maar feiten noemen en je eigen mening mag er niet in voorkomen.
Als je een overtuigende tekst schrijft, zoals een ingezonden brief of een weblog, dan geef je juist wél je mening. Zo'n tekst is subjectief of persoonlijk.
Slide 12 - Tekstslide
Om je publiek ergens van te overtuigen, geef je argumenten (redenen) bij je standpunt. Die argumenten kunnen objectief of subjectief zijn.
Je kunt je publiek het best overtuigen met objectieve argumenten (feiten). Subjectieve argumenten zijn persoonlijker. Je kunt ze gebruiken om de argumenten die je al geeft, te versterken.
Slide 13 - Tekstslide
Je hebt geleerd hoe je met behulp van een zoekmachine informatie kunt opzoeken op het internet.
Op internet kun je veel informatie vinden, ook argumenten bij een stelling. Niet alle informatie die je vindt, is geschikt.
Gebruik alleen betrouwbare informatie.
Bijv: Wikipedia niet betrouwbaar.
Slide 14 - Tekstslide
Om erachter te komen of een website en de informatie erop betrouwbaar zijn, moet je jezelf de volgende vragen stellen:
- Wie heeft de informatie op internet gezet? Is de schrijver een deskundige op het gebied van het onderwerp?
- Wat is het doel van de informatie? Wil de schrijver informeren, overtuigen of overhalen? Informerende teksten zijn het betrouwbaarst.
- Is de informatie niet verouderd?
- Staan er weinig tot geen spelfouten in?
Schrijf betrouwbare informatie nooit over, maak er je eigen samenvatting van.
Slide 15 - Tekstslide
5. Begeleid inoefenen
Wie kan zelfstandig aan de slag (basis)?
Krystian, Jaysen & Niek: Je maakt zelfstandig les 4.18 en 4.19 opdracht 1, 4 en 5 op blz 194 t/m 197
Wie heeft nog extra instructie/leeshulp nodig (intensief)?
Had je alle vragen van de mini-check fout? Wij maken samen opdracht 1 (volgende slide).
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
6. Zelfstandig werken
Lees goed de gele stukjes theorie.
Je maakt zelfstandig les 4.18 en 4.19 opdracht 1, 4 en 5 op blz 194 t/m 197
Ben je klaar?
1. Nakijken en verbeteren
2. Lezen in een leesboek.
timer
1:00
Slide 18 - Tekstslide
7. Evaluatie
Hoe ging de les?
Zijn er nog dingen die je lastig vindt?
- weet je wat het verschil is tussen een objectieve en een subjectieve tekst?
- kun je objectieve en subjectieve argumenten (redenen) bij je standpunt geven?
- kun je betrouwbare informatie van internet selecteren?