Taalverzorging

Veelgemaakte fouten
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Veelgemaakte fouten

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Welke fout zie je?

Slide 3 - Open vraag

Slide 4 - Tekstslide

Me/mij/mijn, je/jou/jouw, u/uw
ons/onze



Wanneer je een bezit aangeeft (en dat bezit direct erachter staat) gebruik je mijn, jouw, uw. onze. 

Ik ben mijn laptop vergeten
Je bent jouw laptop vergeten
Dat is onze keuze

Slide 5 - Tekstslide

Ga is werken jij!

Slide 6 - Tekstslide

Welke fout zie je?

Slide 7 - Open vraag

Is/eens
Ga is werken jij!

Hij is niet zo slim
Ik ben weer 's naar de sportschool geweest.

's is een afkorting van eens. 

Slide 8 - Tekstslide

Hun liepen samen door de winkel

Slide 9 - Tekstslide

Welke fout zie je?

Slide 10 - Open vraag

Slide 11 - Tekstslide

Hun hebben morgen een toets --> Fout!

Zij hebben morgen een toets

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Welke fout zie je?

Slide 14 - Open vraag

Als of dan
Gebruik 'als' bij vergelijkingen
Mijn scooter is net zo snel als die van jou.

Gebruik 'dan' bij een verschil
Seizoen 2 van die serie vind ik slechter dan seizoen 1
Ik denk dat ik beter in zingen ben dan jij

Slide 15 - Tekstslide

Gebruik 'dan' bij woorden: 'ander, andere, anders'
De dag liep anders dan ik had verwacht

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Welke fout zie je?

Slide 18 - Open vraag

Na of naar

Slide 19 - Tekstslide

Na de les ga ik een broodje kopen

Ik ga naar huis

Slide 20 - Tekstslide

Je gebruikt 'naar' in alle andere situaties.

Heb je het naar je zin hier?
Naar aanleiding van ons telefoongesprek, stuur ik u deze mail. 

Slide 21 - Tekstslide

Aan de slag
Taal Integraal --> veelgemaakte fouten: theorie en korte oefening. 

Slide 22 - Tekstslide