Thema 3, les 5 - Proeftoets T

Lieke slaat met haar tennisracket tegen de bal. Hoe kun je het effect van de kracht zien?
A
De snelheid van de bal verandert.
B
De richting waarin de bal beweegt, verandert.
C
De bal deukt in als Lieke's tennisracket de bal raakt.
D
Alle antwoorden die hiervoor zijn genoemd, zijn juist.
1 / 17
volgende
Slide 1: Quizvraag
Mens & NatuurMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1,2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

Lieke slaat met haar tennisracket tegen de bal. Hoe kun je het effect van de kracht zien?
A
De snelheid van de bal verandert.
B
De richting waarin de bal beweegt, verandert.
C
De bal deukt in als Lieke's tennisracket de bal raakt.
D
Alle antwoorden die hiervoor zijn genoemd, zijn juist.

Slide 1 - Quizvraag

In rust is de zwaartekracht gelijk aan het gewicht
A
Waar
B
Niet waar

Slide 2 - Quizvraag

Met welke formule kun je de zwaartekracht berekenen?
A
Fz= g : massa (kg)
B
Fz = massa (kg) x g
C
Fz = massa (kg) : 10
D
Fz = massa (kg) x 10

Slide 3 - Quizvraag

Je kunt de zwaartekracht op aarde uitrekenen als je de massa van een voorwerp weet.
A
waar
B
niet waar

Slide 4 - Quizvraag

"Fz" staat voor:
A
zwaartekracht
B
veerkracht

Slide 5 - Quizvraag

Het aangrijpingspunt is......
A
het punt waar de kracht wordt uitgeoefend
B
het eindpunt van de kracht

Slide 6 - Quizvraag


De wip beweegt niet.
Is er evenwicht?
A
ja
B
nee

Slide 7 - Quizvraag

Waaraan voldoet een hefboom?
A
draaipunt, richting en grootte
B
draaipunt, korte arm en aangrijpingspunt
C
draaipunt, lange arm en korte arm
D
aangrijpingspunt, richting en lange arm

Slide 8 - Quizvraag

Wat is de verhouding?
A
1 cm = 5 Newton
B
2 cm = 50 Newton
C
1 cm = 100 Newton
D
1 cm = 10 Newton

Slide 9 - Quizvraag

"Fs" staat voor:
A
zwaartekracht
B
normaalkracht
C
elektrische kracht
D
spankracht

Slide 10 - Quizvraag

Een voorwerp staat op een tafel. Wat is de tegengestelde kracht van Fz?
A
wrijvingskracht
B
normaalkracht
C
elektrische kracht
D
spankracht

Slide 11 - Quizvraag

Wat zijn de gevolgen van een kracht?

Slide 12 - Open vraag

Wat zijn de drie eigenschappen van een krachtenpijl?

Slide 13 - Open vraag

Links wint omdat hij met een grotere kracht trekt.
Wat is de netto kracht naar links?
A
40 Newton
B
50 Newton
C
60 Newton
D
100 Newton

Slide 14 - Quizvraag

De bank heeft een massa van 70 kg.
Hoe groot is de zwaartekracht?
A
700 Newton
B
7000 Newton
C
70 Newton
D
70000 Newton

Slide 15 - Quizvraag

Wat wordt hier aangegeven?
A
het massamiddelpunt
B
het massapunt

Slide 16 - Quizvraag

Wat is de eenheid van Kracht?
A
N (Newton)
B
F
C
massa
D
n (newton)

Slide 17 - Quizvraag