Groep 6,7,8: Slapstick

MINI ACTEEROPDRACHT
Opdracht: Overdrijven
SLAPSTICK
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
FilmeducatieBasisschoolGroep 6-8

In deze les zitten 26 slides, met tekstslides en 13 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Introductie

Filmles Les 1: Slapstick In deze les maken leerlingen kennis met één van de oudste, en één van de grappigste filmgenres: slapstick! Aan de hand van twee oude slapstick films en bijkomende opdrachten onderzoeken de leerlingen de belangrijkste kenmerken van het genre. Vervolgens komt ook moderne slapstick aan bod! Uiteindelijk verwerken de leerlingen hun opgedane kennis in een maakopdracht.

Instructies

Lesdoelen
  • Leerling kan in eigen woorden vertellen dat in slapstick alles wordt overdreven
  • Leerling kan in eigen woorden vertellen dat in slapstick alles mis gaat
  • Leerling heeft een zelf een slapstick scène gemaakt
Opzet
Les kan goed in tweeen worden geknipt door in de eerste les een verhaal te bedenken en in een tweede les de slapstick film te filmen.
  • Intro & terugkijken - 5 min
  • Opwarmoefening: Commando lachen! - 5 min
  • Film: Bizzarrie di una ruota - 3 min
  • Film nabespreken - 5 min
  • Opdracht: overdrijven - 10 min
  • Schrijfopdracht: Zelf slapstick bedenken - 25 min
  • Filmopdracht: Zelf slapstick filmen - 25 min
  • Films tijdens exporteren: Mr. Bean en Buurman & Buurman - 7 min
  • Eindresultaat bekijken - 10 min
Totale tijd: ± 90 minuten 

Materiaal
  • Ipad + kabel naar scherm 
  • Digibord en lessonup
  • Verkleedkleren (optioneel) 
  • Attributen voor filmopdracht
Al het materiaal wordt verzorgd door de school

Thematisch werken
Deze les sluit aan op de thema's: Slapstick, humor, vroeger, theater, acteren. Je kunt de acteeropdracht eventueel aanpassen op een schoolthema. 

Extra ruimte nodig
Optioneel

Tweede docent nodig
Optioneel in verband met slapstick filmopdracht.

Onderdelen in deze les

MINI ACTEEROPDRACHT
Opdracht: Overdrijven
SLAPSTICK

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag: slapstick

Wat zien jullie in dit plaatje: 
- zwart wit
- behang
- ongeluk
- rare gezichten
- grappige kleding
- Charlie Chaplin


Acteren voor de camera !

Slide 2 - Tekstslide

We gaan verder met filmlessen

  • Wat hebben we geleerd van Mark in de les workshop in Eye?
Vandaag gaan we verder met film. We gaan Slapstick films kijken en maken. 
Opwarmoefening: commando lachen!

Slide 3 - Tekstslide

Opwarmoefening: Commando lachen! (5 min)

We gaan straks naar twee films kijken die super grappig zijn. Daar gaan jullie vast bij lachen. Maar kunnen jullie ook lachen op commando?

Speel het spelletje 'commando' met de klas. De docent geeft een commando door bijvoorbeeld te zeggen 'commando klappen' of 'commando staan'. De leerlingen doen dan wat de docent zegt. Als de docent iets zegt zonder 'commando' ervoor te zeggen, maar je dit wel doet, ben je af!

Geef als docent verschillende commando's, waaronder dat de leerlingen heel hard moeten lachen! Andere slapstick-gerelateerde commando's kunnen zijn:
  • Commando hinkelen
  • Commando schrikken
  • Commando verliefd
  • Commando gek gezicht

Slide 4 - Video

Film kijken: Bizzarrie di una ruota

We hebben dus geleerd dat in slapstick films mensen super overdreven doen. Iets anders wat altijd gebeurd in slapstick films, is dat alles mis gaat!

We gaan naar nog een slapstick film kijken. Let goed op, wat gaat er allemaal mis?

(de film heeft geen geluid, kort de film evt zelf wat in als er geen concentratie is) 
Wat gebeurde er?
Wat heb je gezien?
Wat viel je op aan het acteren?

Slide 5 - Tekstslide

Film nabespreken
  • Wat was het verhaal? (Verhaal met begin / midden / eind; er gaat veel mis!)
  • Wat heb je gezien? (zwart-wit / een shot per plek / overdreven acteren / ouderwetse kleding)
  • Wat viel je op aan het acteren? (De mensen hadden grote handgebaren en renden overdreven achter het wiel aan)
  • Vond je de film grappig? Zo ja, wat vond je er grappig aan?
Wat gebeurde er?
Wat heb je gezien?
Wat viel je op aan het acteren?
Wat vond je van de film?

Slide 6 - Tekstslide

Film nabespreken
  • Wat was het verhaal? (Verhaal met begin / midden / eind; er gaat veel mis!)
  • Wat heb je gezien? (zwart-wit / een shot per plek / overdreven acteren / ouderwetse kleding)
  • Wat viel je op aan het acteren? (De mensen hadden grote handgebaren en renden overdreven achter het wiel aan)
  • Vond je de film grappig? Zo ja, wat vond je er grappig aan?

Slide 7 - Video

Scene kijken uit city lights (1931)

Kijkvraag: Deze film is wat jonger dan de eerste film. Waar kan je dat aan zien?
  • meer montage
  • meerdere standpunten
  • grappiger
Hoe kan je deze scene in drieën splitsen?
Wat is anders dan bij de eerste film?

Slide 8 - Tekstslide

OPBOUW

Verhalen zijn meestal opgebouwd uit drie delen: Begin / Midden / Eind

1. Hoe kan je deze scene in drieën splitsen?

Begin
Situatie: Een man wil een broodje klaarmaken om op te eten, want hij heeft
honger. Hij legt een doek op een ton om als tafel te gebruiken. Op de ton ligt
toevallig een stukje zeep. Charlie, die in de buurt is, ziet het stuk zeep en pakt het
om zijn handen te wassen. In dit begin van het verhaal maken we kennis met de
situatie en de hoofdpersonen. De kijker weet nog niet dat er iets mis gaat.

Midden
Probleem: Nadat Charlie zijn handen heeft gewassen, legt hij het stukje zeep terug op de ton. De man, die niet goed heeft opgelet, pakt het stuk zeep per ongeluk en legt het op zijn broodje, denkend dat het een plakje kaas is. Dit is het midden van
het verhaal, waarin het probleem en het grappige moment ontstaan. We
ontdekken nu dat het “broodje kaas” eigenlijk een broodje zeep is, en de man bijt er
nietsvermoedend in. Zijn reactie op de vieze smaak is komisch en zorgt voor
hilariteit.

Eind
Oplossing: Charlie en de man krijgen ruzie over het broodje, waarbij de man
verbaasd bellen uit zijn mond laat komen door het schuimende effect van de zeep.
Uiteindelijk zet Charlie zijn hoedje op, pakt zijn jas en wandelstok, en loopt weg,
terwijl hij het slachtoffer van zijn ‘grapje’ achterlaat.

Deze structuur geeft duidelijk aan hoe een verhaal een begin, midden en eind
heeft, waarbij elke fase het verhaal opbouwt tot een grappige afloop. 

2. Wat is anders dan bij de eerste film?
  • Gebruik van meerdere stukjes film: montage
  • Gebruik van meerdere uitsnedes.
Doordat er hele grote camera's werden gebruikt kon de camera niet makkelijk verplaatst worden. Daarom is in deze scene de plek van de camera niet veranderd. Maar door een andere lens te gebruiken zie je wel verschillende uitsnedes.   

Slide 9 - Video

Kan eventueel ook live in de klas worden gedemonstreerd waarbij iPad aan digibord is gekoppeld. 

Slide 10 - Video

Optioneel over verhaalstructuur
  • Bedenk een slapstick verhaal rondom het thema 'Sport'. 
  • Begin: Wat is de situatie?
  • Midden: Hoe loopt het uit de hand?
  • Eind: Hoe loopt het af?
  • Bedenk ook hoe er gereageerd wordt. 
  • Schrijf op wat je nodig hebt. (Locatie / Attributen)
SCHRIJF OPDRACHT 
Slapstick (groep 6)

Slide 11 - Tekstslide

  • Leerlingen werken in groepjes van 4/5)
  • Leerlingen bedenken een verhaal rondom hun thema (Sport / Flits / Televisie)
  • Verhaal heeft een begin/midden/eind;  verhaal heeft geen geluid/ verhaal speelt zich af op één locatie.)
  • Leerlingen bedenken wat ze nodig hebben om de film te maken. (sport / camera / televisie) attribuut / locatie).
  • Bedenk een slapstick verhaal rondom het thema 'Flits'. 
  • Begin: Wat is de situatie?
  • Midden: Hoe loopt het uit de hand?
  • Eind: Hoe loopt het af?
  • Bedenk ook hoe er gereageerd wordt. 
  • Schrijf op wat je nodig hebt. (Locatie / Attributen)
SCHRIJF OPDRACHT 
Slapstick (groep 7)

Slide 12 - Tekstslide

  • Leerlingen werken in groepjes van 4/5)
  • Leerlingen bedenken een verhaal rondom hun thema (Sport / Flits / Televisie)
  • Verhaal heeft een begin/midden/eind;  verhaal heeft geen geluid/ verhaal speelt zich af op één locatie.)
  • Leerlingen bedenken wat ze nodig hebben om de film te maken. (sport / camera / televisie) attribuut / locatie).
  • Bedenk een slapstick verhaal rondom het thema 'Televisie'. 
  • Begin: Wat is de situatie?
  • Midden: Hoe loopt het uit de hand?
  • Eind: Hoe loopt het af?
  • Bedenk ook hoe er gereageerd wordt. 
  • Schrijf op wat je nodig hebt. (Locatie / Attributen)
SCHRIJF OPDRACHT 
Slapstick (groep 8)

Slide 13 - Tekstslide

  • Leerlingen werken in groepjes van 4/5)
  • Leerlingen bedenken een verhaal rondom hun thema (Sport / Flits / Televisie)
  • Verhaal heeft een begin/midden/eind;  verhaal heeft geen geluid/ verhaal speelt zich af op één locatie.)
  • Leerlingen bedenken wat ze nodig hebben om de film te maken. (sport / camera / televisie) attribuut / locatie).

Slide 14 - Video

Optioneel over maken storyboard

Slide 15 - Video

Deze slide heeft geen instructies

  • Maak een storyboard of een shotlist.
  • Check je storyboard bij je leerkracht.
  • Film je verhaal in acht of meer shots in 'iMovie'.
  • Maak gebruik van de 'opname-routine'!
FILM OPDRACHT 
Slapstick

Slide 16 - Tekstslide

Zie eventueel de tutorials verderop in de LessonUp. 

Opname routine: 
Stilte op de set!
Acteurs klaar? "Ja"!
"Camera"? "Camera loopt"!
Actie!
...
Stop!

Slide 17 - Video

Een tutorial over het monteren van een filmpje in iMovie.
  • Zorg voor een goede montage.
  • Haal het geluid weg en voeg muziek toe.
  • Gebruik een kleurenfilter om het filmpje oud te laten lijken. 
  • Eventueel kan je het beeld nog iets versnellen.
  • Lever je iPad in bij je leerkracht.
MONTAGE OPDRACHT 
Slapstick

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Video

Film kijken: Bizzarrie di una ruota

We hebben dus geleerd dat in slapstick films mensen super overdreven doen. Iets anders wat altijd gebeurd in slapstick films, is dat alles mis gaat!

We gaan naar nog een slapstick film kijken. Let goed op, wat gaat er allemaal mis?

(de film heeft geen geluid, kort de film evt zelf wat in als er geen concentratie is) 

Slide 20 - Tekstslide

Film nabespreken
  • Wat gebeurde er in de film?
  • Snapte je alles?
  • Wat ging er allemaal mis in de film? (Het wiel reed door een tafel heen, schopte een fietser van zijn fiets, reed over een man zijn billen, en maakte alles kapot)
  • Vond je dat de mensen ook overdreven deden in deze film? (ja, de mensen hadden grote handgebaren en renden overdreven achter het wiel aan)
  • Vond je de film grappig? Zo ja, wat vond je er grappig aan?

Slide 21 - Video

Film tijdens het exporteren: Mr. Bean

In deze les hebben we twee oude slapstick films gezien. Maar er worden nu nog steeds slapstick films gemaakt! Bijvoorbeeld mr. Bean.
  • Wie kent mr. Bean al?
We gaan nu een stukje van mr. Bean kijken. 
  • Doet mr. Bean ook overdreven, net zoals in de oude slapstick films? (ja!)
  • Wat doet hij overdreven? (Het hinkelen, en hij gebaart overdreven)
  • Gaan er ook dingen mis, net zoals in de oude slapstick films? En zo ja, wat? (Ja, mr. Bean verliest zijn schoen en moet veel moeite doen om deze terug te krijgen)
  • Vond je de film grappig? En zo ja, wat vond je grappig?

Slide 22 - Video

Film tijdens het exporteren: Buurman en Buurman

Slapstickfilms kunnen ook animatiefilms zijn. We gaan nu kijken naar een slapstick animatiefilm die jullie misschien wel kennen!
  • Wie kent buurman en buurman al?
We gaan deze nu bekijken, en let weet goed op: Wat ging er allemaal mis in het filmpje!
  • Wie kan vertellen wat er mis ging?
  • Vond je dat er in Buurman en Buurman ook werd overdreven, net zoals in oude slapstick films?
  • Vond je Buurman en Buurman net zo grappig als mr. Bean? Waarom wel of niet?

Slide 23 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Video

Deze slide heeft geen instructies

FILMPREMIERE!
Eindresultaat

Slide 26 - Tekstslide

Eindresultaat bekijken

Dan is het nu tijd om jullie eigen slapstick film te kijken. Hou je buik maar vast, want jullie gaan heel hard lachen!
  • Wat vonden jullie grappig aan jullie eigen filmpjes?
  • Wat ging er allemaal mis?
  • Vond je het leuk om zo te acteren?