In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 97 min
Onderdelen in deze les
Assertiviteit
Dian Guijken & Esther Brands
Slide 1 - Tekstslide
Kennismaking
Voorstellen
Slide 2 - Tekstslide
Assertiviteit
Slide 3 - Woordweb
Assertiviteit soorten - Weten
Doel
Opdracht
Procedure
Slide 4 - Tekstslide
Soorten assertiviteit
Assertief
Sub assertief
Agressief
Slide 5 - Tekstslide
1.
Bedenk voor jezelf tot welke soort assertiviteit je behoort.
2.
Bespreek in tweetallen tot welke soort je denkt te behoren en waarom?
Slide 6 - Tekstslide
Hand-out soorten assertiviteit
Voordelen
Nadelen
Slide 7 - Tekstslide
Assertiviteit Non-verbaal - Weten
Doel
Opdracht
Procedure
Slide 8 - Tekstslide
Assertiviteit Non-verbaal -Weten
Waarom?
Hoe?
Bespreken
Slide 9 - Tekstslide
Assertiviteit Non-verbaal -Snappen
Doel
Opdracht
Procedure
Slide 10 - Tekstslide
Bedenk een situatie waarbij het nodig is om non-verbaal assertief te zijn en waarom?
Slide 11 - Open vraag
Assertiviteit Non-verbaal - Kunnen
Doel
Opdracht
Procedure
Slide 12 - Tekstslide
Assertiviteit Non-verbaal - Kunnen
Stap 1: Bedenk een praktijksituatie waarbij je je niet zeker voelde in je non-verbale assertieve communicatie.
Stap 2: Daarna is het de bedoeling dat er groepjes worden gevormd van drie, waarbij de rollen van observant, casus aandrager en iemand die non-verbaal assertief hierop reageert.
Stap 3: Daarna is het de bedoeling dat er gerouleerd wordt tussen de groepjes zodat iedereen aanbod komt met een eigen praktijksituatie.
Stap 4: Elke ronde zal ongeveer vijf minuten duren, daarna zal er worden gerouleerd.
Slide 13 - Tekstslide
Assertiviteit Verbaal -Weten
Doel
Opdracht
Procedure
Slide 14 - Tekstslide
Assertiviteit Verbaal -Weten
Duidelijk zijn
Ik-vorm
Suggesties
Slide 15 - Tekstslide
Assertiviteit Verbaal - Snappen
https://www.youtube.com/watch?v=qJNPPKWRvrA
Wat valt op?
Slide 16 - Tekstslide
Assertief Communiceren - Kunnen
Doel
Opdracht
Procedure
Slide 17 - Tekstslide
Assertief Communiceren - Kunnen
Stap 1: Bedenk een praktijksituatie waarbij je je niet zeker voelde in je assertieve communicatie.
Stap 2: Daarna is het de bedoeling dat er groepjes worden gevormd van drie, waarbij de rollen van observant, casus aandrager en iemand die assertief (non-verbaal en verbaal) hierop reageert.
Stap 3: Daarna is het de bedoeling dat er gerouleerd wordt tussen de groepjes zodat iedereen aanbod komt met een eigen praktijksituatie.
Stap 4: Elke ronde zal ongeveer vijf minuten duren, daarna zal er worden gerouleerd.
Slide 18 - Tekstslide
Als je assertief bent...
A
Geef je je grenzen niet aan.
B
Denk je alleen aan de ander.
C
Denk je alleen aan jezelf.
D
Denk je aan jezelf en de ander.
Slide 19 - Quizvraag
Je staat in de rij bij de supermarkt en iemand dringt voor. Niet fijn, want je hebt haast! Wat is een assertieve reactie?
A
Je baalt, maar zegt niks.
B
Je wordt heel boos en begint te schreeuwen.
C
Je zegt op een nette manier dat jij ook in de rij stond.
D
Je begint met andere klanten te praten over asociale gedrag.
Slide 20 - Quizvraag
Je werkgever vraagt of je kan werken vanavond. Eigenlijk ben je erg moe en wil je niet. Wat is subassertieve reactie?
A
Je zegt ja, maar je meldt je de volgende dag 'ziek'
B
Je zegt 'haha bekijk het maar
C
Je gaat alsnog werken, want je bent bang voor zijn reactie.
D
Je zegt dat het je helaas niet gaat lukken vanavond.