6.1 je inkomen wordt belast

1 / 19
volgende
Slide 1: Video
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Video

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Wat is loonheffing
A
Belasting die je achteraf moet betalen
B
Belasting die je iedere maand al 'vooruit' betaalt

Slide 6 - Quizvraag

Loonheffing is...
A
Loonbelasting
B
sociale premies
C
Loonbelasting en pensioen
D
Loonbelasting en sociale premies

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Het belastingpercentage wordt hoger naarmate het inkomen toeneemt.
Bepaalde kosten die je op je inkomen in mindering mag brengen, zodat je minder belasting hoeft te betalen. Voorbeeld is de betaalde hypotheekrente.
Bedrag dat je bij je inkomen moet optellen als je een eigen huis bezit.
Belasting die iedereen over haar privé-inkomen moet betalen.
Aftrekposten
Eigenwoningforfailt
inkomstenbelasting
Progressief belastingtarief

Slide 10 - Sleepvraag

Berekenen belastbaar inkomen 
+
=
-
bruto inkomen uit arbeid
bijtellingen
aftrekposten
belastbaar inkomen

Slide 11 - Sleepvraag

Slide 12 - Video

Slide 13 - Tekstslide

Door het eigenwoningforfait wordt je belastbaar inkomen
A
Meer
B
minder

Slide 14 - Quizvraag

Door hypotheekrente wordt je belastbaar inkomen ?
A
meer
B
minder

Slide 15 - Quizvraag

Hoe wordt het belastbaar inkomen berekend?
A
Heffingsbedrag - heffingskorting
B
Heffingsbedrag - arbeidskorting
C
Bruto inkomen - aftrekposten
D
Bruto inkomen - kortingen

Slide 16 - Quizvraag

Het belastbaar inkomen is..
A
Het netto inkomen - de aftrekposten
B
Het bruto inkomen - heffingskortingen
C
Het bruto inkomen - de aftrekposten
D
Het netto inkomen - heffingskortingen

Slide 17 - Quizvraag

Het belastbaar inkomen wordt hoger door de aftrekposten.
A
juist
B
onjuist

Slide 18 - Quizvraag





Slide 19 - Open vraag