2D herhaling moeilijke woorden en 5.3

5.1 en 5.2
Moeilijke woorden herhalen. 
Aan het einde van deze les weet je alles van werkloosheid en arbeidsmarkt
1. Moeilijke woorden (plus controle met vragen)
2. Werkloosheid 3. arbeidsmarkt
Economie
17 maart
Samen nakijken 5.1, samen maken 5.2
2 vragen samen maken van 5.3
-> afmaken 5.3
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

5.1 en 5.2
Moeilijke woorden herhalen. 
Aan het einde van deze les weet je alles van werkloosheid en arbeidsmarkt
1. Moeilijke woorden (plus controle met vragen)
2. Werkloosheid 3. arbeidsmarkt
Economie
17 maart
Samen nakijken 5.1, samen maken 5.2
2 vragen samen maken van 5.3
-> afmaken 5.3

Slide 1 - Tekstslide

Moeilijke woorden 1/6
Uitzendbureau: brengt mensen die werk zoeken en aanbieden met elkaar in contact.
Beroepenbeurs: een markt waar banen worden aangeboden
Beroepsbevolking: Mensen tussen de 15 - 65 jaar die minimaal 12 uur in de week (willen) werken.
UWV: Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen*
*Zij regelen het uitkeren van werknemersverzekeringen

Slide 2 - Tekstslide

Moeilijke woorden 2/6
Werknemersverzekering: Als je werkt betaal je geld voor deze verzekering. Als je een baan verliest, kan je een uitkering (geld) vragen.
WW-uitkering: werkloosheidswet*
*Je krijgt geld uit de werknemersverzekering
WWB: wet werk en bijstand**
**Je hebt geen werknemersverzekering, maar krijgt wel geld
Sociale voorzieningen: Een opvangnet (hulp) voor mensen die geen werknemersverzekering hebben.

Slide 3 - Tekstslide

UWV is de afkorting van
A
Uitvoeringsinstituut Werkzoekendeverzekeringen
B
Uitvoeringsinstituut Werkgeversverzekeringen
C
Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen

Slide 4 - Quizvraag

Iemand die werkloos is krijgt een bijstandsuitkering
A
waar
B
niet waar

Slide 5 - Quizvraag

Wie controleert de mensen met een bijstandsuitkering?
A
Het UWV
B
De gemeente

Slide 6 - Quizvraag

Moeilijke woorden 3/6
Werkgelegenheid: Aantal arbeidsplaatsen dat beschikbaar is
Arbeidsmarkt: Totaal aantal arbeidsplaatsen die worden gevraagd en worden aangeboden.
Krappe arbeidsmarkt: er zijn niet genoeg mensen die willen werken beschikbaar om alle banen op te vullen. 
Ruime arbeidsmarkt: er meer mensen die werk zoeken dan banen beschikbaar

Slide 7 - Tekstslide

Moeilijke woorden 4/6
Voltijdsbaan: 36-40 uur (1 baan voor 1 persoon)
Deeltijdbaan: minder dan 36 uur (1 baan voor 2 personen)
Sector: soort van het bedrijf (vb: zorg, economie of onderwijs)
Werkloosheid: mensen die werk zoeken. 
Geregistreerde werkloosheid: ingeschreven bij UWV
Verborgen werkloosheid: Niet ingeschreven bij UWV

Slide 8 - Tekstslide

40 uur werken
A
Voltijd
B
Deeltijd

Slide 9 - Quizvraag

2 mensen werken allebei 20 uur
A
voltijd
B
deeltijd

Slide 10 - Quizvraag

Krappe arbeidsmarkt
A
Er is meer werk dan werkzoekenden
B
Er zijn meer werkzoekenden dan werk

Slide 11 - Quizvraag

Werkgelegenheid
A
Banen die beschikbaar zijn
B
Werkzoekenden die beschikbaar zijn

Slide 12 - Quizvraag

Moeilijke woorden 5/6
Tijdelijke werkloosheid: <1 jaar werkzoekend
Langdurige werkloosheid: >1 jaar werkzoekend
Frictiewerkloosheid: werkloos na een opleiding of tussen 2 banen in.
Seizoenwerkloosheid: werkloos omdat het werk maar een deel van het jaar kan (aardbeien plukken)
CBS: centraal bureau voor de statistiek

Slide 13 - Tekstslide

Moeilijke woorden 6/6
Arbeidsdeelname: Bevolkingsgroep die werkt (man/vrouw)
Subsidie: Geld vanuit de overheid om (een deel van de) opleiding te betalen.
Structurele werkloosheid: mensen hebben een opleiding gedaan maar er bestaat geen werkplek meer.
Omscholen: Een andere opleiding doen die wel bij een andere sector past. 

Slide 14 - Tekstslide

Laura is afgestudeerd en kan over 3 maanden beginnen met haar nieuwe baan.
A
Frictiewerkloosheid
B
Tijdelijke werkloosheid
C
Structurele werkloosheid
D
Langdurige werkloosheid

Slide 15 - Quizvraag

Ruben is afgestudeerd en maar machines hebben zijn werk overgenomen
A
Frictiewerkloosheid
B
Tijdelijke werkloosheid
C
Structurele werkloosheid
D
Langdurige werkloosheid

Slide 16 - Quizvraag

Sara plukt appels, maar ze kunnen alleen geplukt worden in september
A
Frictiewerkloosheid
B
Tijdelijke werkloosheid
C
Seizoenwerkloosheid
D
Langdurige werkloosheid

Slide 17 - Quizvraag

Even nakijken 5.1
-> nakijken in het word bestand 

Slide 18 - Tekstslide

Aan de slag met de lesstof
Open blz: 140

1. Samen maken 14, 16 en 17

Slide 19 - Tekstslide

Uitleg CBS
Eerst blz. 142 

Daarna blz. 144

Slide 20 - Tekstslide

Even rust voor het maken van opdrachten
timer
5:00

Slide 21 - Tekstslide

Opdrachten maken van 5.2
1. 15 minuten opdrachten maken

Ben je klaar? Je hebt de keuze:
1. Maak 5.3 (dat is huiswerk voor volgende week)
2. Filmpje kijken (duurt ongeveer 4 minuten)
timer
15:00

Slide 22 - Tekstslide

5.1 en 5.2
Moeilijke woorden herhalen. 
Aan het einde van deze les weet je alles van werkloosheid en arbeidsmarkt
1. Moeilijke woorden (plus controle met vragen)
2. Werkloosheid 3. arbeidsmarkt
Economie
17 maart
Samen nakijken 5.1, samen maken 5.2
2 vragen samen maken van 5.3
-> afmaken 5.3

Slide 23 - Tekstslide