Wat weet jouw publiek van het onderwerp en over een flyer?
Slide 8 - Tekstslide
Argumenten
Argumenten gebruik je om je standpunt of mening te ondersteunen. Argumenten zijn redenen waarom je iets vindt. Je herkent ze bijvoorbeeld aan de signaalwoorden 'omdat' en 'want'.
Tegenargumenten geven aan waarom je het niet eens kunt zijn met een standpunt of wat je op het standpunt tegen hebt.
Slide 9 - Tekstslide
Argumenten
Feitelijk of niet-feitelijk
Een argument kan feitelijk of niet-feitelijk zijn. Een niet-feitelijk argument is gebaseerd op een gevoel of persoonlijke opvatting.
Meestal is een feitelijk argument overtuigender, omdat het controleerbaar is. Maar als een gevoel door veel mensen wordt gedeeld, is een argument op basis van een gevoel sterker.
Slide 10 - Tekstslide
Aan het werk
Ga in alleen (of in tweetallen in break-outroom)s aan het werk
- brainstormen
-Bepaal wat er in je inleiding, kern en slot komt
- Maak je pitch
-oefen de pitch met elkaar
-maak een filmpje van je pitch (neem online op)
Slide 11 - Tekstslide
Heb Je Genoeg Geleerd Vandaag? Geef eens een cijfer voor hoeveel je geleerd hebt vandaag. Wat kunnen we doen om het cijfer omhoog te krijgen? Geef tips, tops mogen ook.