H22 Ma 24/3/ 25
1 / 27
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Wat is juist?
A
Bij een ng is altijd een kww
B
Bij een ng is soms een lv
C
Bij een ng is nooit een mv
Slide 3 - Quizvraag
Benoem het ng:
Mijn broer lijkt van de een op de andere dag ontzettend sportief te zijn.
Mijn broer lijkt van de een op de andere dag ontzettend sportief te zijn.
Slide 4 - Open vraag
Benoem het ng:
De nacht van de dropping schijnt het gelukkig niet zo koud te worden.
De nacht van de dropping schijnt het gelukkig niet zo koud te worden.
Slide 5 - Open vraag
Benoem het ng:
Door vervelende omstandigheden is Olaf jammer genoeg geen prijswinnaar.
Door vervelende omstandigheden is Olaf jammer genoeg geen prijswinnaar.
Slide 6 - Open vraag
Verdeel de zin in zinsdelen en benoem deze:
Het water van de Noordzee lijkt ontzettend helder te zijn.
Het water van de Noordzee lijkt ontzettend helder te zijn.
Slide 7 - Open vraag
Slide 8 - Tekstslide
Wat is het ww "kunnen"?
In Honululu kunnen telefoonverslaafden een boete krijgen.
In Honululu kunnen telefoonverslaafden een boete krijgen.
A
hww
B
kww
C
zww
Slide 9 - Quizvraag
Wat is het ww "krijgen"?
In Honululu kunnen telefoonverslaafden een boete krijgen.
In Honululu kunnen telefoonverslaafden een boete krijgen.
A
hww
B
kww
C
zww
Slide 10 - Quizvraag
Wat is het ww "blijken"?
Ze blijken vaak erg onoplettend te zijn bij het oversteken.
Ze blijken vaak erg onoplettend te zijn bij het oversteken.
A
hww
B
kww
C
zww
Slide 11 - Quizvraag
Wat is het ww "zijn"?
Ze blijken vaak erg onoplettend te zijn bij het oversteken.
Ze blijken vaak erg onoplettend te zijn bij het oversteken.
A
hww
B
kww
C
zww
Slide 12 - Quizvraag
Wat is het ww "zijn"?
Bij enkele fanatieke gebruikers zijn de kosten al opgelopen tot 99 dolar.
Bij enkele fanatieke gebruikers zijn de kosten al opgelopen tot 99 dolar.
A
hww
B
kww
C
zww
Slide 13 - Quizvraag
Wat is het ww "opgelopen"?
Bij enkele fanatieke gebruikers zijn de kosten al opgelopen tot 99 dolar.
Bij enkele fanatieke gebruikers zijn de kosten al opgelopen tot 99 dolar.
A
hww
B
kww
C
zww
Slide 14 - Quizvraag
Slide 15 - Tekstslide
Wat is het correcte werkwoordelijk gezegde bij deze zin:
Vorige week heb ik vijf kilometer gewandeld.
Vorige week heb ik vijf kilometer gewandeld.
A
Heb
B
Heb gewandeld
C
Heb ik gewandeld
D
Vorige week
Slide 16 - Quizvraag
Morgen heb ik geen huiswerk.
Hoe noemen we het zinsdeel 'Morgen' in deze zin?
Hoe noemen we het zinsdeel 'Morgen' in deze zin?
Slide 17 - Open vraag
De docent legt grammatica uit aan haar klas.
Wat is het meewerkend voorwerp?
Wat is het meewerkend voorwerp?
Slide 18 - Open vraag
Wat is het onderwerp?
De winnaars gaf de burgemeester een mooi aandenken.
De winnaars gaf de burgemeester een mooi aandenken.
Slide 19 - Open vraag
Mijn buurvrouw heeft een hele lieve hond.
Wat is het lijdend voorwerp?
Wat is het lijdend voorwerp?
A
Mijn buurvrouw
B
Hond
C
Heeft
D
Een hele lieve hond
Slide 20 - Quizvraag
Ik heb mijn oude boeken aan mijn jongere broertje gegeven.
Wat is het meewerkend voorwerp?
Wat is het meewerkend voorwerp?
A
aan mijn jongere broertje
B
broertje
C
mijn jongere broertje
D
jongere broertje
Slide 21 - Quizvraag
Elke donderdagavond eten mijn moeder en ik sushi op de bank.
Hoeveel bijwoordelijke bepalingen staan er in deze zin?
Hoeveel bijwoordelijke bepalingen staan er in deze zin?
A
0
B
1
C
2
D
3
Slide 22 - Quizvraag
Noem de koppelwerkwoorden.
Slide 23 - Open vraag
Slide 24 - Tekstslide
wg of ng
De fiets was snel gerepareerd.
De fiets was snel gerepareerd.
A
wg
B
ng
Slide 25 - Quizvraag
Benoem het gezegde en geef aan of het een wg of ng is.
Hij is altijd een deugniet geweest.
Hij is altijd een deugniet geweest.
