Afstanden H2
1 / 15
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Welke vraag hoort bij
de afbeelding hiernaast voor het blauwe gebied
de afbeelding hiernaast voor het blauwe gebied
A
Kleur alle punten blauw waarvoor geldt PA < 4 en PB > 3
B
Kleur alle punten blauw waarvoor geldt PA > 4 en PB = 3
C
Kleur alle punten blauw waarvoor geldt PA = 4 en PB >3
D
Kleur alle punten blauw waarvoor geldt PA < 4 en PB < 3
Slide 2 - Quizvraag
Welke stelling is juist
Meerdere antwoorden mogelijk
Meerdere antwoorden mogelijk
A
de afstand van een punt tot een lijn is de lengte van het kortste lijnstuk van het punt tot de lijn
B
Het middelpunt van de omgeschreven cirkel van een driehoek is het snijpunt van de middelloodlijnen van de driehoek.
C
de punten die even ver van de punten A en B liggen, liggen op de middelloodlijn van lijnstuk AB
D
alle punten binnen een hoek die gelijke afstand hebben tot de benen van de hoek vormen de bissectrice van de hoek.
Slide 3 - Quizvraag
Wat moet je tekenen om het middelpunt van de omgeschreven cirkel van een driehoek te vinden?
A
de bissectrices van de drie hoeken .
B
de middelloodlijnen van de zijden van de driehoek.
Slide 4 - Quizvraag
Als je de punten moet kleuren die precies een afstand van 5 tot A hebben, wat moet je dan doen?
A
Cirkel met straal 5 en punten binnen de cirkel
B
Cirkel met straal 5 en punten op de cirkel
C
Cirkel met straal 2,5 en punten buiten de cirkel
D
Cirkel met straal 2,5 en punten op de cirkel
Slide 5 - Quizvraag
Wat moet je doen bij:
kleur alle punten die minder dan 2 cm van l liggen ?
kleur alle punten die minder dan 2 cm van l liggen ?
A
2 evenwijdige lijnen met afstand 2 van lijn l kleuren.
B
de middelloodlijn van lijn l kleuren
C
Het buitengebied van de 2 evenwijdige lijnen met afstand 2 van lijn l kleuren
D
Het binnengebied van de 2 evenwijdige lijnen met afstand 2 van lijn l kleuren
Slide 6 - Quizvraag
Wat moet je kleuren bij:
Teken alles wat even ver van de benen van hoek A ligt en waarvan de afstand tot C 1 cm is
in driehoek ABC
Teken alles wat even ver van de benen van hoek A ligt en waarvan de afstand tot C 1 cm is
in driehoek ABC
A
Het stukje bissectrice van hoek A wat buiten de cirkel met straal 1 van C ligt.
B
De snijpunten van middelloodlijn van lijnstuk AB en AC wat buiten de cirkel met straal 1 van C ligt.
C
De snijpunten van middelloodlijn van lijnstuk AB en AC wat binnen de cirkel met straal 1 van C ligt.
D
Het stukje bissectrice van hoek A wat binnen de cirkel met straal 1 van C ligt.
Slide 7 - Quizvraag
Als je de punten moet kleuren die even ver van de punten A en B liggen, wat moet je dan doen?
A
De bissectrice van hoek A
en hoek B kleuren
B
De evenwijdige lijnen van lijnstuk AB kleuren
C
De middelloodlijn van lijnstuk AB kleuren
D
De snijpunten van de cirkel van A met de cirkel van B kleuren
Slide 8 - Quizvraag
Welke vraag hoort bij
de afbeelding hiernaast.
de afbeelding hiernaast.
A
Kleur alle punten rood waarvoor geldt dat ze even ver van A als B liggen en minder dan 3 cm van C afliggen.
B
Kleur alle punten rood waarvoor geldt ze even ver van lijn l als lijn m liggen en minder dan 3 m van C afliggen.
C
Kleur alle punten rood waarvoor geldt ze even ver van lijn l als lijn m liggenen verder dan 3 cm van C afliggen.
D
Kleur alle punten rood waarvoor geldt dat ze even ver van A als B liggen en minder dan 3 cm van C afliggen.
Slide 9 - Quizvraag
Welke vraag hoort bij
de afbeelding hiernaast voor het rode gebied
de afbeelding hiernaast voor het rode gebied
A
Kleur alle punten rood waarvoor geldt dat ze minder dan 4 cm van A liggen en meer dan 3 cm van B liggen
B
Kleur alle punten rood waarvoor geldt dat ze meer dan 4 cm van A liggen en 3 cm van B liggen
C
Kleur alle punten rood waarvoor geldt dat ze 4 cm van A liggen en meer dan 3 cm van B liggen
D
Kleur alle punten rood waarvoor geldt dat ze minder dan 4 cm van A liggen en minder dan 3 cm van B liggen
Slide 10 - Quizvraag
Wat is de definitie van de middelloodlijn
A
de lijn die door het midden van een lijnstuk gaat
B
De loodrechte lijn die door het midden van een lijnstuk gaat.
C
alle punten die even ver van het lijnstuk afliggen.
D
alle lijnen die door het middelpunt van een driehoek gaan
Slide 11 - Quizvraag
Welke vraag hoort bij
de afbeelding hiernaast voor het punt Q
de afbeelding hiernaast voor het punt Q
A
Teken punt Q waarvoor geldt dat hij even ver van de benen van hoek A ligt en even ver van A als C ligt
B
Teken punt Q waarvoor geldt dat hij 2,5 cm van A afligt en even ver van A als C ligt
C
Teken punt Q waarvoor geldt dat hij even ver van de benen van hoek B ligt en even ver van A als C ligt
D
Teken punt Q waarvoor geldt
dat hij even ver van de benen van hoek A ligt en verder van A als C ligt
Slide 12 - Quizvraag
Wat moet je tekenen om het middelpunt van de ingeschreven cirkel van een driehoek te vinden?
A
de bissectrices van de drie hoeken .
B
de middelloodlijnen van de zijden van de driehoek.
