In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wat is het fenotype?
A
De erfelijke informatie op je chromosomen
B
Hoe je eruit ziet
Slide 2 - Quizvraag
Is het genotype van de larve hetzelfde als het genotype van het volwassen dier?
A
Ja
B
Nee
Slide 3 - Quizvraag
Homozygoot of heterozygoot?
A
Homozygoot
B
Heterozygoot
Slide 4 - Quizvraag
Wat is homozygoot dominant?
A
Aa
B
aa
C
AA
D
Aa
Slide 5 - Quizvraag
Bij een runderen is het roodharige allel recessief en het zwartharige allel dominant. Wat is het genotype van een roodharige koe?
A
AA
B
Aa
C
aa
D
AA of Aa
Slide 6 - Quizvraag
Wie zijn mannen in deze stamboom?
A
Alle personen weergegeven met een vierkant
B
Alle personen weergegeven met een rondje
Slide 7 - Quizvraag
Het gen voor taaislijmziekte is ...
A
Dominant
B
Recessief
C
Kan ik niet uit deze stamboom halen
D
Nog nooit van die woorden gehoord
Slide 8 - Quizvraag
In de afbeelding is een stamboom de overerving van albinisme bij een gezin weergegeven. De ouders uit dit gezin krijgen krijgen een vierde kind. Hoe groot is de kans dat dit kind pigment heeft?
A
25%
B
50%
C
75%
D
100%
Slide 9 - Quizvraag
Persoon nummer 4 heeft als enige blauwe ogen (genotype is bb). De rest heeft bruine ogen. Van welke personen in deze stamboom kun je met zekerheid zeggen dat ze het genotype Bb hebben?