2JDW Fictie




WELKOM BIJ HET VAK NEDERLANDS!
 


Mevrouw Duinhouwer
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les




WELKOM BIJ HET VAK NEDERLANDS!
 


Mevrouw Duinhouwer

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Wat weet je
nog over fictie?

Slide 3 - Woordweb

Herhaling theorie (personages) 
Karakterontwikkeling =  de verandering van het karakter van een personage. Wat hij/zij meemaakt heeft hier invloed op:
  • Round character 
- een verhaalpersonage dat niet steeds hetzelfde reageert.
- vaak de hoofdpersoon.
- iemand die een karakterontwikkeling doormaakt.
  • Flat character 
- een verhaalpersonage dat voorspelbaar reageert.
- vaak een bijpersoon.
- iemand die geen karakterontwikkeling doormaakt

Typen / Archetypen 
Archetype
Een archetype is een type personage die een verzameling aan kenmerken bezit die typerend en herkenbaar zijn

de onschuldige, de onderzoeker, de wijze, de held, de rebel, de magiër, de joker, de gewone man, de geliefde, de schepper, de zorger en de heerser.

Slide 4 - Tekstslide

Personages: speaking name
Als een naam iets zegt over het karakter van een personage, hebben ze een 'speaking name' (letterlijk: een sprekende naam; een naam die iets vertelt over het personage).


Slide 5 - Tekstslide

Personages: karikatuur
Bij een karikatuur worden eigenschappen of kenmerken van een persoon uitvergroot.
Herken je onderstaande karikaturen?

Slide 6 - Tekstslide

Theorie
- Hoofdonderwerp van een verhaal
- Je kunt het thema afleiden uit het gedrag en de gesprekken van de personages, de gebeurtenissen en de afloop van het verhaal.
- Veel voorkomende thema's: liefde, familie, eenzaamheid, opgroeien tot volwassene of de dood. 

Let op: een verhaal kan meerdere thema's hebben. 

Slide 7 - Tekstslide

Theorie
Voorbeeld

Heldenverhalen, denk bijvoorbeeld aan de verhalen van Harry Potter, gaan vaak over de strijd tussen goed en kwaad. Het hoofdonderwerp, de strijd tussen goed en kwaad, is het thema. 


Slide 8 - Tekstslide

Theorie
Een motief is iets dat steeds terugkomt, een patroon. Het zijn terugkerende elementen in een verhaal die bijdragen aan de uitwerking van het thema.

Voorbeeld
Thema: de strijd tussen goed en kwaad
Bijpassende motieven: haat & wraak

Slide 9 - Tekstslide

Theorie
Er zijn drie verschillende soorten motieven:

1. Abstracte motieven
- eigenlijk kleinere thema's
haat, wraak, verraad, schuld

2. Leidmotieven
- concreet, tastbaar en terugkerend element
- symbolische functie
Bijvoorbeeld de ring in 'Lord of the rings'

3. Klassieke motieven
- ontleent aan klassieke of Bijbelse verhalen
Kaïn en Abel-motief (ruziënde broers)

Slide 10 - Tekstslide

Beschrijving van de ruimte
De ruimte waarin de gebeurtenissen zich afspelen kan deze gebeurtenissen versterken. 

Om de ruimte in te zetten om een bijdrage te leveren aan het verhaal, beschrijf je hem zo uitgebreid mogelijk. Denk hierbij aan de temperatuur, de staat van de gebouwen, of het donker of licht is, wat voor weer het is enzovoorts. 

Slide 11 - Tekstslide

timer
8:00

Slide 12 - Tekstslide

Kleine problemen
Grote problemen

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Bladzijde 192

Lees het verhaal en maak
daarna opdracht 2



timer
5:00

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

timer
1:00

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

skiff = roeiboot

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Slide 24 - Tekstslide

Opdracht
- Lees tekst 1 (blz. 204)
- Maak daarna opdracht 2

- Daarna lees je tekst 2 (blz. 206)
- Maak opdracht 3

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Opdracht
- Lees tekst 3 en 4 (blz. 207-210)
- Maak daarna opdracht 5



Slide 30 - Tekstslide

Lesprogramma 
woensdag 07-06-2023
Lesuur 1 
Boekenpresentaties
Lesuur 2 + 3
Herhaling literaire begrippen 
Oefenen met een korte verhalen


Slide 31 - Tekstslide