Les 10 Zinnen oefenen en eindopdracht

• Nederlands
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 3

Startklaar 

       

      

       Pak een wisbordje

       Pak een pen en stift 

       Stop je telefoon in je Zakkie

      

Lesdoel van vandaag

Aan het einde van de les heb je geoefend met het maken van zinnen. 

Aan het einde van de les heb je een presentatie gemaakt van de activiteit die we gaan uitvoeren. 

Leerdoelgericht werken: 

Voor iedere leerling is duidelijk waar er aan gewerkt gaat worden. Docenten geven vanuit deze leerdoelen vorm aan

de inhoud van hun lessen. Om dit voor leerlingen behapbaar te houden wordt alleen het hoognodige aangeboden. Iedere les worden de beoogde leerdoelen kenbaar gemaakt en

worden onderwijsactiviteiten ingezet die moeten leiden tot het beoogde leerdoel. Hierbij wordt gericht ingezet op succeservaringen. Leerdoelen worden vanuit hoge positieve verwachtingen van alle leerlingen geformuleerd en zetten in op succeservaringen. 

Eerst nog even oefenen!

In de pauze iedereen zit in de aula. 

Schrijf de zin goed op je wisbordje

Voorkennis activeren: 

In iedere les wordt relevante voorkennis geactiveerd aan de hand

van een terugblik-opdracht om zo de mate van stofbeheersing te bepalen en richting te

geven aan de rest van de les. Enkele werkvormen die zich hier mooi voor lenen zijn:

https://toetsrevolutie.nl/?p=2436

Wat is de goede volgorde?

Waar

Wie

Werkwoord

Wat

Instructie 

Als je een zin schrijft moet je vertellen:

• Onderwerp (Wie of wat)
• Werkwoord (wat doet diegene)
• Wat
• Waar
• Wanneer

Instructie 

Bijvoorbeeld:

De leerling maakt een moeilijke toets op school.

De leerling = onderwerp

Maakt = werkwoord

In het Nederlands staan zinnen vaak in de volgende volgorde:

Onderwerp    +     werkwoord     +     wat               +        waar

De leerling     +     maakt                +     de toets     +        in de klas

Opdracht:

Nu samen

Had je 3 zinnen goed geschreven? Ga dan zelfstandig verder in je werkboekje.

Had je nog geen 3 vragen goed? Doe dan mee met de docent.

Schrijf een zin op je wisbordje bij het volgende plaatje:

Formatief evalueren: 

Het werken met leerdoelen maakt effectief feedback geven mogelijk.

Gedurende de les wordt continue geëvalueerd in hoeverre de leerlingen de leerdoelen

beheersen. Leerlingen gaan pas aan de slag met het volgende leerdoel wanneer zij

aantonen de vorige te beheersen. De docent laat op verschillende manieren weten waar

leerlingen naartoe werken (feed-up), of zij goed bezig zijn (feed-back) en wat de volgende

stap is (feedforward). Deze feedback is niet alleen gericht op een taak/product, maar vooral

ook op hoe leerlingen op een juist antwoord zijn gekomen (proces). Enkele praktische tips

om met formatief evalueren aan de slag te gaan: https://toetsrevolutie.nl/?p=2298 &

https://hetdigitalewerkvormenboek.files.wordpress.com/2020/07/het-digitale-

werkvormenboek.pdf

Bekijk de eindopdracht

Docent deelt de opdracht uit

Bekijk de voorbeelden

Aan de slag

Schrijf welke activiteit jullie gaan uitvoeren

Je werkt alleen

Wat vond je van de afgelopen les?

😒🙁😐🙂😃

Welk cijfer zou je mij geven voor deze les?

010