Karelroman

VOP - ridderroman klas 1
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

VOP - ridderroman klas 1

Slide 1 - Tekstslide

Vervolg VOP
Je hebt al een paar onderdelen van deze VOP afgerond:
Lesson Up 1 - de presentatie - de toets

Nu gaan we naar de laatste twee onderdelen: deze Lesson Up en de schrijfopdracht.

Laten we beginnen!

Slide 2 - Tekstslide

Waar denk je aan bij de middeleeuwen?

Slide 3 - Woordweb

Waar denk je aan bij literatuur?

Slide 4 - Woordweb

Voorbeeld antwoorden
Middeleeuwen: ridders, kastelen, jonkvrouwen. 
Literatuur: lezen, boeken, gedichten, verhalen.

Slide 5 - Tekstslide

Middeleeuwen

Slide 6 - Tekstslide

Vroege Middeleeuwen 
(500-1000)

  • Theocentrisch (God staat centraal)
  • Priesters konden lezen/schrijven



Slide 7 - Tekstslide

Late Middeleeuwen (1300-1500)
  • Burgerij (het gewone volk) wordt steeds machtiger

  • Leenstelsel verdwijnt langzaam
  •  - wij gaan straks het leenstelsel bespreken

Slide 8 - Tekstslide

Middeleeuwse literatuur
Verhalen werden pas in de late Middeleeuwen opgeschreven. Tot die tijd verspreidden troubadours de heldhaftige geschiedenissen mond-tot-mond.  Daarom rijmen verhalen én zitten er verwijzingen in naar het ‘luisteren’.

Slide 9 - Tekstslide

Karel de Grote
Karel de Grote was een groot en belangrijk heerser. Hij wilde dat zijn hele rijk wist
hoe goed en machtig hij was, daarom liet hij verhalen schrijven met zichzelf in de hoofdrol. In de verhalen liet hij zijn volk zien hoe ze zich moesten gedragen.
Feodale trouw

Trouw aan God

Trouw aan de koning

Slide 10 - Tekstslide

Voorhoofse literatuur
Historische feiten rondom één persoon
Waargebeurd?
Trouw aan de vorst en God
Ridderdeugd, strijd en brute kracht
Soms tovenarij
Gevechten om een jonkvrouw of land
Vrouw speelt geen enkele rol.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Symboliek in het verhaal
-  God centraal; drie keer door engel geroepen.
Cijfer 3 is het cijfer van God. De duivel wordt maar twee keer geroepen.
- Sprookjeselementen: magische wezens, praten met dieren;
- Betekenis van kleuren; bijvoorbeeld zwart betekent ongeluk;
- Belangrijke plekken in het verhaal, zoals het bos!

Slide 13 - Tekstslide

Wat is feodale trouw?
A
Een leenman moet trouw zijn aan een leenheer.
B
Mensen moeten trouw zijn aan God.
C
Een leenman moet trouwen met een jonkvrouw.
D
Mensen moeten trouw zijn aan hun familie.

Slide 14 - Quizvraag

Hoe vaak verschijnt de engel aan Karel voordat hij uit stelen gaat?
A
1
B
3
C
2
D
4

Slide 15 - Quizvraag

Waarom moest de engel zijn boodschap aan Karel drie keer herhalen?
A
Karel was doof.
B
Karel sliep heel vast.
C
Drie was het getal van de duivel.
D
Drie was het getal van God.

Slide 16 - Quizvraag

Arthurromans
Verhalen om moed en eer uit te dragen. Ken je ze misschien wel?

Arthur en de ronde tafel?
Merlijn de tovenaar?

Deze personages zijn echter verzonnen! Ze horen bij de hoofse verhalen.

Slide 17 - Tekstslide

Hoofse literatuur
De zoektocht naar de perfecte vrouw staan centraal
Liefde is belangrijk; vaak onmogelijk
List en sluwheid
Je draagt je volgens de regels van het hof. Hoofsheid is respectvol, galant zijn en de ander in zijn/haar waarde laten.
Sprookjesfiguren

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Eindopdracht
Je gaat in tweetallen (maar mag ook alleen) een ridderverhaal schrijven. Hierbij gebruik je de dingen die je hebt geleerd over de middeleeuwen en de middeleeuwse literatuur.

Slide 20 - Tekstslide

Huiswerk volgende week
Maak met je tweetal een plan voor je verhaal. Werk dit uit in een bestand en lever dat in via Classroom. Wat moet er in?

Wie is je hoofdpersoon? Echt persoon uit de Middeleeuwen? Kan! Googelen!
Welk conflict is er?
Hoe loopt het verhaal af?
Hoe ga je de begrippen toepassen?
Hoofs of voor-hoofs verhaal? Welke kenmerken ga je gebruiken?



Slide 21 - Tekstslide