Cursus 6 Formuleren - 4 uittreksel Verwijzen met pers. en bez. vnw.

Leerdoelen 
Je kunt op de juiste manier verwijzen met persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden (pers. vnw. en bez. vnw.)
naar mannelijke, vrouwelijke en onzijdige woorden.
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Leerdoelen 
Je kunt op de juiste manier verwijzen met persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden (pers. vnw. en bez. vnw.)
naar mannelijke, vrouwelijke en onzijdige woorden.

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een verwijswoord

verwijst meestal terug naar 
een woord of een groepje woorden 
dat eerder genoemd is. 

Welke verwijswoorden gebruik je?  

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verwijswoorden







Mannelijk/vrouwelijk? Regels (filmpje) & gebruik woordenboek.
enkelvoud (m)
hij, hem, zijn
deze, die
enkelvoud (v)
zij, ze, haar
deze, die
enkelvoud (o)
het, zijn
dit, dat
meervoud bij personen
zji, ze, hen, hun
deze, die
meervoud bij dieren/dingen
ze, hun
deze, die

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

verwijzen met 
pers. vnw.
OW - LV - MV
hij, hem (m)
zij, ze, haar (v)
het (o)
zij, ze, hen (mv. personen)
ze (mv. dieren, dingen)


verwijzen met 
bez. vnw.

zijn (m)
haar (v)
zijn (o) 
hun (mv)
hun (mv)

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Video

ankeswanenberg.nl
Het team heeft ___
tactiek gewijzigd.
A
haar
B
zijn
C
hun
D
daar

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als je een product koopt en ___ gaat stuk, heb je recht op garantie.
A
hij
B
zij
C
het
D
hun

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Verwijswoorden







mannelijk/vrouwelijk? Filmpje. Kijk in het woordenboek.
enkelvoud (m)
hij, hem, zijn
deze, die
enkelvoud (v)
zij, ze, haar
deze, die
enkelvoud (o)
het, zijn
dit, dat
meervoud bij personen
zij, ze, hen, hun
deze, die
meervoud bij dieren/dingen
ze, hun
deze, die

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen 
Je kunt op de juiste manier met persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden (pers. vnw. en bez. vnw.)
verwijzen naar mannelijke, vrouwelijke en onzijdige woorden.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oef 1 en Nabespreken

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verder oefenen
Pas de theorie toe en maak de volgende opdrachten:
- Cursus 6 Formuleren §4


Opdr. 2 t/m 5 
Lastig? Maak ook de overige opdrachten. 
Extra oefening online. 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Volgende keer:
 Lastige verwijswoorden

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies