In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Havo H35 Overige kengetallen
35.1 Rentabiliteit van het totale vermogen
35.2 Rentabiliteit van het eigen vermogen
35.3 Beleggerskengetallen
Slide 1 - Tekstslide
Wat is geen kenmerk van de current ratio?
A
< 1 is goede liquiditeit
B
Current ratio = (vlottende activa + liquide middelen) / Kvv
C
> 1 is een goede liquiditeit
D
Current ratio = (vlottende activa - voorraad) + liq.midd) / Kvv
Slide 2 - Quizvraag
Wat is de current ratio?
A
0.26
B
0.74
C
0.42
D
2.5
Slide 3 - Quizvraag
Wat is de norm voor een current ratio?
A
1
B
2
C
0.5
D
1.5
Slide 4 - Quizvraag
Wat geeft een current ratio van 1,0 aan?
A
De organisatie kan alle schulden terugbetalen
B
De organisatie kan niet alle rekeningen betalen
C
De organisatie kan alle schulden terugbetalen
D
De organisatie is liquide
Slide 5 - Quizvraag
De current ratio valt onder de
A
Solvabiliteit
B
Quick ratio
C
Liquiditeit
D
Rentabiliteit
Slide 6 - Quizvraag
De current ratio bereken je door
A
Vlottende activa + liquide middelen / schulden op korte termijn
B
Vlottende activa - goederen / schulden op korte termijn
C
Vlottende activa - liquide middelen / schulden op korte termijn
D
Vlottende activa + voorraad / schulden op korte termijn
Slide 7 - Quizvraag
4. VA 3,2; VLA 2,6; LM 1,2 ( alle in miljoenen ) EV 3,0; LVV 2,5; KVV 1,5 ( alle in miljoenen ) De waarde van de voorraad bedraagt 0,8 miljoen Hoe groot is de Quick Ratio?
A
1,2
B
1,5
C
1,7
D
2,0
Slide 8 - Quizvraag
Wat is de solvabiliteit van dit bedrijf? EV/VV
A
60%
B
37,5%
C
62,5%
D
50%
Slide 9 - Quizvraag
De solvabiliteit bereken je door:
A
VV/EV
B
EV/TV
C
TV/EV
D
EV/VV
Slide 10 - Quizvraag
Wat is solvabiliteit?
A
Deze geeft de winstgevendheid van een bedrijf weer.
B
Laat zien of een bedrijf op de lange termijn aan haar verplichtingen kan voldoen.
C
Deze laat zien of een bedrijf op korte termijn aan haar verplichtingen kan voldoen.
D
Deze laat zien of er voldoende werkkapitaal aanwezig is.
Slide 11 - Quizvraag
Wat is de solvabiliteit?
A
9.33%
B
26.66%
C
36%
D
56.25%
Slide 12 - Quizvraag
Rentabiliteit
Wat levert het geld dat in het bedrijf gestopt wordt op?
Slide 13 - Tekstslide
Rentabiliteit
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Opgave 35.5
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Beleggerskengetallen
- dividend per aandeel
- winst per aandeel
- cashflow per aandeel
Slide 21 - Tekstslide
Opgave 35.7
ff
het dividendpercentage berekenen we over de nominale waarde
0,20 x €2 = €0,40
het dividendrendement berekenen we over de inleg/aankoopwaarde