Elke verkeerde betekenis is 1 minuut strafminuten erbij.
Wie heeft de snelste tijd?
Woordenboekenspel 2
stopwatch
00:00
Slide 2 - Tekstslide
Ga zitten in tweetallen
Pen en woordenboek op tafel
Jullie krijgen een werkblad met het alfabet erop
Je kiest een strookje met daarop een thema
Schijf achter elke letter een woord dat te maken heeft met jouw thema. Het woord moet natuurlijk beginnen met de eerste letter. Wie weet het snelst 23 woorden op te schrijven.
Woordenboekenspel 3
stopwatch
00:00
Slide 3 - Tekstslide
Kerstweeklessen
Slide 4 - Tekstslide
Ga zitten in tweetallen
Pen en woordenboek op tafel
Zoek samen in je woordenboek 2 bijzondere woorden op.
Schrijf die op, schrijf eronder wat de betekenis is.
Schrijf ook jullie namen erbij.
Lever het in bij de docent.
Woordenboekenspel 1
timer
3:30
Slide 5 - Tekstslide
De klas voor jullie heeft ook woorden opgezocht.
Die woorden krijgen jullie te zien.
Op het bord zie je een woord.
Op een blaadje schrijft je wat jullie denken wat de betekenis is.
Heeft iemand de betekenis goed dan krijgt die één punt. Degene die het woord hebben ingeleverd krijgen net zo veel punten als groepjes die het goed hadden.
Woordenboekenspel 1
Slide 6 - Tekstslide
Woord 1: Macramé
Woordenboekenspel 1
timer
2:00
Slide 7 - Tekstslide
Woord 2: haag
Woordenboekenspel 1
timer
2:00
Slide 8 - Tekstslide
Woord 3: consultatiebureau
Woordenboekenspel 1
timer
2:00
Slide 9 - Tekstslide
Woord 4: gehakt
Woordenboekenspel 1
timer
2:00
Slide 10 - Tekstslide
Woord 5: lapwerk
Woordenboekenspel 1
timer
2:00
Slide 11 - Tekstslide
Woord 6: bakkeleien
Woordenboekenspel 1
timer
2:00
Slide 12 - Tekstslide
Woord 7: tandem
Woordenboekenspel 1
timer
2:00
Slide 13 - Tekstslide
Woord 8: dragee
Woordenboekenspel 1
timer
2:00
Slide 14 - Tekstslide
Woord 9: joker
Woordenboekenspel 1
timer
2:00
Slide 15 - Tekstslide
Woord 10: rouwnagel
Woordenboekenspel 1
timer
2:00
Slide 16 - Tekstslide
Woord 6: Mechanica
Woordenboekenspel 1
timer
1:00
Slide 17 - Tekstslide
Woord 7: consultatiebureau
Woordenboekenspel 1
timer
2:00
Slide 18 - Tekstslide
Woord 8: toenadering
Woordenboekenspel 1
timer
2:00
Slide 19 - Tekstslide
Woord 9: nafta
Woordenboekenspel 1
timer
2:00
Slide 20 - Tekstslide
Woord 10: vanjewelste
Woordenboekenspel 1
Slide 21 - Tekstslide
Woord 11: startonderbreker
Woordenboekenspel 1
timer
2:00
Slide 22 - Tekstslide
Woord 12: bakkeleien
Woordenboekenspel 1
timer
2:00
Slide 23 - Tekstslide
Woord 14: qwerty
Woordenboekenspel 1
timer
2:00
Slide 24 - Tekstslide
Woord 12: xantipe
Woordenboekenspel 1
timer
2:00
Slide 25 - Tekstslide
Woord 13: sociëteit
Woordenboekenspel 1
timer
2:00
Slide 26 - Tekstslide
Woord 14: nepotisme
Woordenboekenspel 1
timer
2:00
Slide 27 - Tekstslide
Wie heeft de meeste punten.
Woordenboekenspel 1
Slide 28 - Tekstslide
Ga zitten in tweetallen
Pen en woordenboek op tafel
Jullie krijgen een werkblad met het alfabet erop
Je kiest een strookje met daarop een thema
Schijf achter elke letter een woord dat te maken heeft met jouw thema. Het woord moet natuurlijk beginnen met de eerste letter. Wie weet het snelst 23 woorden op te schrijven.