Woordenboeken kerstlessen

  • Etui op tafel
  • Ga rustig zitten.
Kerstweeklessen
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

In deze les zitten 29 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

  • Etui op tafel
  • Ga rustig zitten.
Kerstweeklessen

Slide 1 - Tekstslide

  • Ga zitten in tweetallen
  • Pen en woordenboek op tafel
  • Jullie krijgen 7 woorden uit het woordenboek.
  • Zoek de betekenissen op en schrijf die er achter.
  • Elke verkeerde betekenis is 1 minuut strafminuten erbij.
  • Wie heeft de snelste tijd?
Woordenboekenspel 2
stopwatch
00:00

Slide 2 - Tekstslide

  • Ga zitten in tweetallen
  • Pen en woordenboek op tafel
  • Jullie krijgen een werkblad met het alfabet erop
  • Je kiest een strookje met daarop een thema
  • Schijf achter elke letter een woord dat te maken heeft met jouw thema. Het woord moet natuurlijk beginnen met de eerste letter.
    Wie weet het snelst  23 woorden op te schrijven.
Woordenboekenspel 3
stopwatch
00:00

Slide 3 - Tekstslide

Kerstweeklessen

Slide 4 - Tekstslide

  • Ga zitten in tweetallen
  • Pen en woordenboek op tafel
  • Zoek samen in je woordenboek 2 bijzondere woorden op.
  • Schrijf die op, schrijf eronder wat de betekenis is.
  • Schrijf ook jullie namen erbij.
  • Lever het in bij de docent.
Woordenboekenspel 1
timer
3:30

Slide 5 - Tekstslide

  • De klas voor jullie heeft ook woorden opgezocht.
  • Die woorden krijgen jullie te zien.
  • Op het bord zie je een woord.
  • Op een blaadje schrijft je wat jullie denken
     wat de betekenis is.
  • Heeft iemand de betekenis goed dan krijgt die
     één punt.
    Degene die het woord hebben ingeleverd krijgen net zo veel punten als groepjes die het goed hadden.
     
Woordenboekenspel 1

Slide 6 - Tekstslide

Woord 1: Macramé
Woordenboekenspel 1
timer
2:00

Slide 7 - Tekstslide

Woord 2: haag
Woordenboekenspel 1
timer
2:00

Slide 8 - Tekstslide

Woord 3: consultatiebureau
Woordenboekenspel 1
timer
2:00

Slide 9 - Tekstslide

Woord 4: gehakt
Woordenboekenspel 1
timer
2:00

Slide 10 - Tekstslide

Woord 5: lapwerk
Woordenboekenspel 1
timer
2:00

Slide 11 - Tekstslide

Woord 6: bakkeleien
Woordenboekenspel 1
timer
2:00

Slide 12 - Tekstslide

Woord 7: tandem
Woordenboekenspel 1
timer
2:00

Slide 13 - Tekstslide

Woord 8: dragee
Woordenboekenspel 1
timer
2:00

Slide 14 - Tekstslide

Woord 9: joker
Woordenboekenspel 1
timer
2:00

Slide 15 - Tekstslide

Woord 10: rouwnagel
Woordenboekenspel 1
timer
2:00

Slide 16 - Tekstslide

Woord 6: Mechanica
Woordenboekenspel 1
timer
1:00

Slide 17 - Tekstslide

Woord 7: consultatiebureau
Woordenboekenspel 1
timer
2:00

Slide 18 - Tekstslide

Woord 8: toenadering
Woordenboekenspel 1
timer
2:00

Slide 19 - Tekstslide

Woord 9: nafta
Woordenboekenspel 1
timer
2:00

Slide 20 - Tekstslide

Woord 10: vanjewelste
Woordenboekenspel 1

Slide 21 - Tekstslide

Woord 11: startonderbreker
Woordenboekenspel 1
timer
2:00

Slide 22 - Tekstslide

Woord 12: bakkeleien
Woordenboekenspel 1
timer
2:00

Slide 23 - Tekstslide

Woord 14: qwerty
Woordenboekenspel 1
timer
2:00

Slide 24 - Tekstslide

Woord 12: xantipe
Woordenboekenspel 1
timer
2:00

Slide 25 - Tekstslide

Woord 13: sociëteit
Woordenboekenspel 1
timer
2:00

Slide 26 - Tekstslide

Woord 14: nepotisme
Woordenboekenspel 1
timer
2:00

Slide 27 - Tekstslide

Wie heeft de meeste punten.
Woordenboekenspel 1

Slide 28 - Tekstslide

  • Ga zitten in tweetallen
  • Pen en woordenboek op tafel
  • Jullie krijgen een werkblad met het alfabet erop
  • Je kiest een strookje met daarop een thema
  • Schijf achter elke letter een woord dat te maken heeft met jouw thema. Het woord moet natuurlijk beginnen met de eerste letter.
    Wie weet het snelst  23 woorden op te schrijven.
Woordenboekenspel 3
stopwatch
00:00

Slide 29 - Tekstslide