In deze les zitten 25 slides, met tekstslides en 3 videos.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Tijd van Regenten en Vorsten (1600-1700)
Slide 1 - Tekstslide
Kenmerkende aspecten:
23: Het streven van vorsten naar absolute macht
24: De bijzondere plaats in staatkundig opzicht en de bloei in economisch en cultureel opzicht van de Nederlandse Republiek
25: Wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie
26: De wetenschappelijke revolutie
Tijdvak 6: tijd van Regenten en Vorsten
1600-1700
Slide 2 - Tekstslide
Leerdoelen 6.1
1. Je kunt uitleggen dat de graanhandel het begin vormde van een uitgebreid handelssysteem met een stapelmarkt voor een steeds groter handelsnetwerk.
2. Je kunt de doelen en de werkwijze van de VOC en WIC beschrijven.
3. Je kunt beschrijven hoe Engeland en Frankrijk reageerden op de economische voorspoed van de Republiek.
Slide 3 - Tekstslide
In de vijftiende eeuw verslechterde in de kustgewesten de situatie in de landbouw: het water stond te hoog om graan te verbouwen. Ze konden nu alleen koeien houden die gingen grazen.
Nederlandse boeren stapten over op rundveehouderij en verkochten luxe voedingsmiddelen als boter, kaas en slachtvee aan stadsbewoners.
Slide 4 - Tekstslide
Maar er moest toch ergens graan vandaan komen. Iemand enig idee waar dit vandaan kwam?
Slide 5 - Tekstslide
Graan werd gehaald uit het Oostzeegebied. Deze meest winstgevende handel werd de moedernegotie genoemd. Dus: moedernegotie is de winstgevende graanhandel uit Oostzeegebied.
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Video
Ontstaan Moedernegotie
Gebrek aan voedsel en grondstoffen in Republiek.
Gevolg: handel met Oostzeegebied is noodzakelijk, moedernegotie
Vraag en aanbod: Nederlandse handelaren slaan goedkoop graan op (stapelmarkt) en verkopen het duur als er een misoogst is.
Slide 8 - Tekstslide
*Een groot deel van deze handel ging via Amsterdam. Dit kwam omdat Antwerpen werd veroverd door de Spanjaarden 1585. De opstandige gewesten sloten de Schelde af. Veel Antwerpse handelaren en bankiers vertrokken hierop naar Amsterdam.
Amsterdam kon zo uitgroeien tot het centrum van het handelskapitalisme en van de wereld. Handelaren brachten goederen - zoals graan, wijn en wol - naar Amsterdam om het tegen een hogere prijs te verkopen.
Dit alles werd opgeslagen op de Amsterdamse zolders en in de pakhuizen. Amsterdam werd de stapelmarkt van Europa.
Slide 9 - Tekstslide
Handelskapitalisme: handel drijven met als doel winst te maken.
Stapelmarkt: Stad of haven waar goederen worden opgeslagen in afwachting van tekorten en hogere prijzen elders.
Slide 10 - Tekstslide
Veel ondernemers investeerden hun winsten uit de moedernegotie inhandelscompagnieën: ondernemingen van handelaren die investeringen, risico's en winsten met elkaar delen.
Deze compagnieën wilden ook reizen organiseren naar Azië. Hier had alleen Portugal echter een rechtstreekse zeeverbinding naar toe. Maar Portugal was inmiddels snel ingehaald door de Nederlandse schepen en innovatieve handelaren.
Slide 11 - Tekstslide
Cornelis de Houtman (Nederland)
Reis naar Oost-Indië
Slide 12 - Tekstslide
Handelsmaatschappijen beconcurreerden elkaar. Zij moesten gaan samenwerken in handelscompagnieën.
De twee meest beroemde handelcompagnieën in de Nederlanden waren de .. ?
Slide 13 - Tekstslide
VOC: Verenigd Oostindische Compagnie, opgericht in 1602.
WIC: West-Indische Compagnie, opgericht in 1621.
de G in het logo staat voor geoctroyeerde.
Slide 14 - Tekstslide
De VOC kreeg van de Staten-Generaal, die over de buitenlandse politiek gingen, het handelsmonopolie op Azië. Bijzondere bevoegdheden: verdragen sluiten, soldaten en bestuursambtenaren in dienst nemen, forten bouwen en oorlog voeren. (!)
De WIC kreeg een handelsmonopolie voor de handel met Afrika en Amerika, de beruchte driehoekshandel waar slavenhandel te vinden was. De WIC mocht ook aan kaapvaart doen en kolonies stichten.
Handelsmonopolie= afspraak om als enige te mogen handelen in bepaald product, land of gebied.
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Video
Slide 17 - Tekstslide
Britse kooplieden waren verenigd in de East India Company vanaf 1600. Ook de Fransen richtten een dergelijke compagnie op in 1642. Er was dus veel onderlinge concurrentie.
Slide 18 - Tekstslide
Er ontstond een wereldeconomie: systeem waarbij goederen uit verschillende werelddelen met elkaar worden verhandeld.
Slide 19 - Tekstslide
De wereldeconomie
De wereldeconomie
Door alle handel onstond een wereldeconomie en konden producten overal terecht komen.
Slide 20 - Tekstslide
Kenmerkende aspecten:
23: Het streven van vorsten naar absolute macht
24: De bijzondere plaats in staatkundig opzicht en de bloei in economisch en cultureel opzicht van de Nederlandse Republiek
25: Wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie
26: De wetenschappelijke revolutie
Tijdvak 6: tijd van Regenten en Vorsten
1600-1700
Slide 21 - Tekstslide
Leerdoelen
1. Je kunt uitleggen dat de graanhandel het begin vormde van een uitgebreid handelssysteem met een stapelmarkt voor een steeds groter handelsnetwerk.
2. Je kunt de doelen en de werkwijze van de VOC en WIC beschrijven.
3. Je kunt beschrijven hoe Engeland en Frankrijk reageerden op de economische voorspoed van de Republiek.