1KMA Grammatica Blok 3 Werkwoordelijk gezegde les 1

Welkom klas 1KMA
Ga lekker zitten, pak je leesboek en duik in de wereld van jouw verhaal...


Tot over 10 min ;-)
timer
10:00
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Welkom klas 1KMA
Ga lekker zitten, pak je leesboek en duik in de wereld van jouw verhaal...


Tot over 10 min ;-)
timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide

Grammatica blok 3 
1KMA 
Nederlands

Slide 2 - Tekstslide

Wat ga je vandaag leren?

Vandaag ga je leren hoe je de persoonvorm, het werkwoordelijk gezegde en alle werkwoorden in een zin kan vinden.


Slide 3 - Tekstslide

Eventjes opfrissen:


Wat is een werkwoord?
Luister naar de uitleg

Slide 4 - Tekstslide

Tijdproef
Weet je het nog?
Persoonsvorm: vorm van een werkwoord (ww) die je in de tegenwoordige tijd (t.t.) en verleden tijd (v.t.) kan schrijven.

Hoe doe je dat? Tijdproef!
1. Staat een zin in de tegenwoordige tijd, zet hem dan in de verleden tijd.
2. Staat een zin in de verleden tijd, zet hem dan in de tegenwoordige tijd.
3. Het werkwoord, dat zich aanpast, is de persoonsvorm (pv).

Voorbeeld: 
a. Sam zoekt zijn voetbalschoen.
b. Sam zocht zijn voetbalschoen.

Slide 5 - Tekstslide

herhalen.....

Persoonsvorm

Hele werkwoord

Voltooid deelwoord


Slide 6 - Tekstslide

Het hele werkwoord
Het hele werkwoord eindigt altijd op - en of -n
Bv. lopen, zijn, dromen, antwoorden, fietsen enz.
Deze werkwoorden kunnen in een werkwoordelijk gezegde voorkomen naast de persoonsvorm.


Slide 7 - Tekstslide

Het voltooid deelwoord
Naast de persoonsvorm kunnen er meer werkwoorden in een zin staan, zoals een voltooid deelwoord.
Dit is ook een vorm van een werkwoord.




Slide 8 - Tekstslide

Kenmerken voltooid deelwoord
-Staat vaak aan het einde van een zin
-Begint met ge-, be-, of ver-.
Er zijn twee vormen:
      1. Voltooid deelwoorden die eindigen op -d of -t.
      2. Voltooid deelwoorden die eindigen op -en. 
Harmen heeft mij een mop verteld.
Julia heeft een nieuwe tas gekregen.

Slide 9 - Tekstslide

-t of -d?
Om te weten of je een voltooid deelwoord met een -t of een -d schrijft kun je als hulpmiddel ’t kofschip gebruiken.

Slide 10 - Tekstslide

TIP:
Maak
hier
even 
een 
foto
van!

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Nu even oefenen...

Slide 13 - Tekstslide

Vul het voltooid deelwoord in van
werken

Slide 14 - Open vraag

Vul het voltooid deelwoord in van
betalen

Slide 15 - Open vraag

Vul het voltooid deelwoord in van
bluffen

Slide 16 - Open vraag

Vul het voltooid deelwoord in van
lessen

Slide 17 - Open vraag

Vul het voltooid deelwoord in van
sterven

Slide 18 - Open vraag

Vul de pv en het vd in de zin in.
Het ....................(hebben) de hele morgen .......................... (regenen).
A
heeft , geregent
B
heeft, geregend

Slide 19 - Quizvraag

Vul de pv en het vd in de zin in.
Hij ............... (zijn) de hele week ziek ................. (zijn).
A
is, geweest
B
is, geweesd

Slide 20 - Quizvraag

Vul de pv en het vd in de zin in.
Hij ................. (hebben) allemaal films ................ (kijken).
A
hebt, gekeken
B
heeft, gekeken

Slide 21 - Quizvraag

En dan is het nu tijd om te oefenen met het werkwoordelijk gezegde !
Luister naar de uitleg

Slide 22 - Tekstslide

Het regent al de hele dag.
Wat is het werkwoordelijk gezegde?

Slide 23 - Open vraag

Is je fiets gestolen?
Wat is het werkwoordelijk gezegde?

Slide 24 - Open vraag

Gisteren gingen wij in de vijver vissen met vrienden.
Wat is het werkwoordelijk gezegde?

Slide 25 - Open vraag

Onze zussen zijn samen aan het winkelen.
Wat is het werkwoordelijk gezegde?

Slide 26 - Open vraag

De nieuwe buren hebben zich aan ons voorgesteld.
Wat is het werkwoordelijk gezegde?

Slide 27 - Open vraag

Het is buiten erg afgekoeld.
Wat is het werkwoordelijk gezegde?

Slide 28 - Open vraag

Samir heeft vandaag buiten gespeeld.
Wat is het werkwoordelijk gezegde?

Slide 29 - Open vraag

Mijn vader heeft in het restaurant gereserveerd.
Wat is het werkwoordelijk gezegde?

Slide 30 - Open vraag

Mama heeft de was gewassen.
Wat is het werkwoordelijk gezegde?

Slide 31 - Open vraag

Ik hoop dat wij snel weer naar school gaan!

Wat is het werkwoordelijk gezegde?

Slide 32 - Open vraag

Yes, deze les is alweer klaar! 

Slide 33 - Tekstslide

Opdrachten:
11, 12 en 13 blz 119

Wat je niet afkrijgt vandaag, is huiswerk voor morgen !

Slide 34 - Tekstslide