Bespreek in tweetallen wat ieder voor antwoorden heeft. Probeer goed te luisteren! Hoe komt het dat jullie antwoorden verschillen? Kloppen jullie antwoorden ook? Je mag het boek raadplegen!
Jullie krijgen hiervoor een tien minuten de tijd.
SCHRIJF JE ANTWOORDEN OP! Ik loop rond en beantwoord eventuele vragen.
- Wat is het verschil tussen hoofdzaken en hoofdgedachte?
- Welke zeven tekstdoelen zijn er?
- Kan je voorbeelden geven van ieder tekstdoel?
- Hoe kan je zien voor welk publiek een tekst bedoeld is?