2425 eerste les AG4

1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Bezoek mediatheek
4AGA: Woensdag 4-9 het 6e uur
4AGC : Maandag 9-9 het 2e uur

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Kies deze week nog!
Leg de titel even aan mij voor voordat je begint.
Volgende week in de leesles heeft iedereen een boek mee!

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Welke van de onderstaande opties is NIET een van de basistekstsoorten?
A
Betogende tekst
B
Uiteenzettende tekst
C
Amuserende tekst
D
Beschouwende tekst

Slide 15 - Quizvraag

Tekstdoelen?

Slide 16 - Woordweb

Hoe wordt iedere tekst standaard opgebouwd? (Steekwoorden)

Slide 17 - Open vraag

ALINEA:
(1) Wetenschappers zijn het oneens over de vraag wat de ondergrens van de stikstofuitstoot zou moeten zijn om verslechtering van de natuur uit te sluiten. (2) Er bestaan verschillende toonaangevende onderzoeken die allemaal een andere goed onderbouwde ondergrens voor uitstoot geven. (3) Het ene onderzoek plaatst de ondergrens tussen de 1 en de 10 mol; een ander onderzoek zet de rekengrens tussen de 1 en 35 mol.
A
Geen kernzin
B
Zin één
C
Zin twee
D
Zin drie

Slide 18 - Quizvraag

Welk woord kan GEEN signaalwoord zijn?
A
Hoewel
B
Maar
C
Omdat
D
Word

Slide 19 - Quizvraag

Welk tekstverband geeft het signaalwoord 'maar' aan?

Slide 20 - Open vraag

In Frankrijk hebben kinderen drie maanden vakantie. Franse kinderen zijn net zo geleerd als Nederlandse kinderen als zij van school af komen. Ik vind dat wij in Nederland dus óók drie maanden zomervakantie moeten krijgen.
A
vergelijking, argument, stelling
B
argument, vergelijking, stelling
C
stelling, vergelijking, argument

Slide 21 - Quizvraag

Heb je de benodigde voorkennis?
Zo nee, open blz. 9 van je jaarkatern om te zien waar in het vakboek je welke kennis kunt bijspijkeren. 

5 min.

Slide 22 - Tekstslide

Lees tekst 1 blz. 10 verkennend in 1 minuut. Wat is het tekstdoel?
activeren
amuseren
beschouwen
informeren
overtuigen

Slide 23 - Poll

Lees tekst 2 blz. 13 verkennend in 1 minuut. Wat is het tekstdoel?
activeren
amuseren
beschouwen
informeren
overtuigen

Slide 24 - Poll

Lees tekst 3 blz. 15 verkennend in 1 minuut. Wat is het tekstdoel?
activeren
amuseren
beschouwen
informeren
overtuigen

Slide 25 - Poll

Tekst 1
Open je boek op blz. 10.

Slide 26 - Tekstslide

Onderwerp?

Slide 27 - Woordweb

Hoofdgedachte?

Slide 28 - Woordweb

Tekstsoort?
A
uiteenzetting
B
betoog
C
beschouwing

Slide 29 - Quizvraag

Verwacht je dat deze tekst
objectief of subjectief is?

Slide 30 - Woordweb

Een beperkt aantal studies toonde eerder aan dat hoge intensiteitstrainingen (HIIT) de schadelijke effecten van te veel en slecht eten tegen kunnen gaan op de korte en de middellange termijn.
A
Feit
B
Mening

Slide 31 - Quizvraag

Feit 
Als een bewering controleerbaar is, is het een feit.

Ook als de bewering niet klopt, is de uitspraak feitelijk.

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Duidelijk werd dat de gezond etende, veel sportende proefpersonen gemiddeld 17% minder kans hadden om dood te gaan aan de gemeten ziektes, vergeleken met de slechtste eters met weinig fysieke activiteit.
A
feit
B
mening

Slide 34 - Quizvraag

Het is belangrijk om gezond en gevarieerd te eten en drinken en dit te combineren met regelmatig op lage en hoge intensiteit bewegen.
A
feit
B
mening

Slide 35 - Quizvraag

"Zo verlaag je de kans op hart- en vaatziekten en allerlei soorten kanker", zegt co-auteur Joe van Buskirk van de Australische school of Public Health.
A
feit
B
mening

Slide 36 - Quizvraag

Welk feitelijke argument vóór gezond eten en bewegen is het meest overtuigend? (blz. 12 opdr. 5)
A
1
B
2
C
3
D
5

Slide 37 - Quizvraag