In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 80 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Bezoek mediatheek
4AGA: Woensdag 4-9 het 6e uur
4AGC : Maandag 9-9 het 2e uur
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Kies deze week nog!
Leg de titel even aan mij voor voordat je begint.
Volgende week in de leesles heeft iedereen een boek mee!
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Welke van de onderstaande opties is NIET een van de basistekstsoorten?
A
Betogende tekst
B
Uiteenzettende tekst
C
Amuserende tekst
D
Beschouwende tekst
Slide 15 - Quizvraag
Tekstdoelen?
Slide 16 - Woordweb
Hoe wordt iedere tekst standaard opgebouwd? (Steekwoorden)
Slide 17 - Open vraag
ALINEA: (1) Wetenschappers zijn het oneens over de vraag wat de ondergrens van de stikstofuitstoot zou moeten zijn om verslechtering van de natuur uit te sluiten. (2) Er bestaan verschillende toonaangevende onderzoeken die allemaal een andere goed onderbouwde ondergrens voor uitstoot geven. (3) Het ene onderzoek plaatst de ondergrens tussen de 1 en de 10 mol; een ander onderzoek zet de rekengrens tussen de 1 en 35 mol.
A
Geen kernzin
B
Zin één
C
Zin twee
D
Zin drie
Slide 18 - Quizvraag
Welk woord kan GEEN signaalwoord zijn?
A
Hoewel
B
Maar
C
Omdat
D
Word
Slide 19 - Quizvraag
Welk tekstverband geeft het signaalwoord 'maar' aan?
Slide 20 - Open vraag
In Frankrijk hebben kinderen drie maanden vakantie. Franse kinderen zijn net zo geleerd als Nederlandse kinderen als zij van school af komen. Ik vind dat wij in Nederland dus óók drie maanden zomervakantie moeten krijgen.
A
vergelijking, argument, stelling
B
argument, vergelijking, stelling
C
stelling, vergelijking, argument
Slide 21 - Quizvraag
Heb je de benodigde voorkennis?
Zo nee, open blz. 9 van je jaarkatern om te zien waar in het vakboek je welke kennis kunt bijspijkeren.
5 min.
Slide 22 - Tekstslide
Lees tekst 1 blz. 10 verkennend in 1 minuut. Wat is het tekstdoel?
activeren
amuseren
beschouwen
informeren
overtuigen
Slide 23 - Poll
Lees tekst 2 blz. 13 verkennend in 1 minuut. Wat is het tekstdoel?
activeren
amuseren
beschouwen
informeren
overtuigen
Slide 24 - Poll
Lees tekst 3 blz. 15 verkennend in 1 minuut. Wat is het tekstdoel?
activeren
amuseren
beschouwen
informeren
overtuigen
Slide 25 - Poll
Tekst 1
Open je boek op blz. 10.
Slide 26 - Tekstslide
Onderwerp?
Slide 27 - Woordweb
Hoofdgedachte?
Slide 28 - Woordweb
Tekstsoort?
A
uiteenzetting
B
betoog
C
beschouwing
Slide 29 - Quizvraag
Verwacht je dat deze tekst objectief of subjectief is?
Slide 30 - Woordweb
Een beperkt aantal studies toonde eerder aan dat hoge intensiteitstrainingen (HIIT) de schadelijke effecten van te veel en slecht eten tegen kunnen gaan op de korte en de middellange termijn.
A
Feit
B
Mening
Slide 31 - Quizvraag
Feit
Als een bewering controleerbaar is, is het een feit.
Ook als de bewering niet klopt, is de uitspraak feitelijk.
Slide 32 - Tekstslide
Slide 33 - Tekstslide
Duidelijk werd dat de gezond etende, veel sportende proefpersonen gemiddeld 17% minder kans hadden om dood te gaan aan de gemeten ziektes, vergeleken met de slechtste eters met weinig fysieke activiteit.
A
feit
B
mening
Slide 34 - Quizvraag
Het is belangrijk om gezond en gevarieerd te eten en drinken en dit te combineren met regelmatig op lage en hoge intensiteit bewegen.
A
feit
B
mening
Slide 35 - Quizvraag
"Zo verlaag je de kans op hart- en vaatziekten en allerlei soorten kanker", zegt co-auteur Joe van Buskirk van de Australische school of Public Health.
A
feit
B
mening
Slide 36 - Quizvraag
Welk feitelijke argument vóór gezond eten en bewegen is het meest overtuigend? (blz. 12 opdr. 5)