Ontwerples dijkhuis

• Wereldoriëntatie
• Basisschool
• Groep 5

We vervuilen de aarde door fabrieken, auto´s, elektriciteit en heel veel koeien

De aarde wordt steeds warmer door de gassen en daardoor...verandert het weer

Meer bliksem

Meer tornado´s

Meer wilde zeeën

Meer droogte

Of juist heel veel regen

En overstromingen....

Is dit in Nederland?

Door ander, extremer weer zijn we dus minder veilig voor overstromingen. Maar er is een nadere reden dat we extra moeten oppassen in Nederland. 

Het land is onder het zeewaterpeil gelegen. Zeewaterpeil, dat is.

Wat gaan we leren?

• Wat is dijkverzwaring? 
• Waar gebeurt dit en waarom is dit nodig? 
• Wat zijn de gevolgen voor de bewoners? 
• Hoe kunnen we dat minder erg maken voor sommige bewoners? 

Dijken- Wat zijn dat ook alweer? 

Dijken zijn een soort dikke, stevige muren, gemaakt van aarde met gras erop, of steen, hout of zelfs staal.

Ze houden het water van zeeën en rivieren tegen. 

Dan bouw ik toch mijn eigen dijk?

Controle van de

dijken 

Zijn ze nog wel sterk genoeg?

Denkvraag

Hoe kan het dat dijken 

zwakker worden? 

1. Verzakking van de grond. Door afwatering polder om meer landbouwgrond voor koeien. Klinkt veengrond in, steeds meer zakken van de grond.

2. Slecht onderhoud, de dijk brokkelt af.

2. Veel verkeer over de dijk, veel belasting en gaten in de weg. Dijk wordt zwakker

3. Grondwater spoelt materiaal uit de dijk weg en maakt steeds grotere gaten (kwel) Dijk kan instorten

4. Muskusratten en bevers graven gangen en holtes. 

Alles bij elkaar,  de dijk wordt zwakker en kan instorten of stukken eruit slaan.

Krachtige IJsseldijken Krimpenerwaard

Krachtige IJsseldijken Krimpenerwaard

Waar loopt de weg en de rivier? Waar staan de huizen?

Voor dit huis uit 1890 misschien niet zo erg?

Ontwerpvraag 

Hoe kan je een dijk ontwerpen met woningen op de dijk in plaats van ernaast? 

Ontwerp een dijk waar de bewoners die nu weg moeten, kunnen en willen wonen.

Jullie opdracht

LES 1

De woningen kunnen dus niet direct naast de dijk meer liggen.....

WELK PROBLEEM GAAN WIJ OPLOSSEN - 5 minuten

  

Jullie weten dat de woningen niet direct naast de dijk mogen liggen.

Als jullie gaan ontwerpen, waar moet je dan allemaal aan denken? 

LES 1

Fase 1: Probleem verkennen en formuleren ontwerpvraag

  

Fase 1: Probleem verkennen en formuleren ontwerpvraag

  

LES 1

EISEN EN WENSEN - 10 minuten

  

Je hebt eisen en wensen bij het ontwerp van de woning, jullie maken een lijst 

Eis = dat wat moet

Wat moet er bij ontwerp zodat het probleem wordt opgelost? 

Oplossing: mensen hoeven niet te verhuizen en de dijk kan verstevigd worden

Wens = dat wat kan en prettig is

Hierdoor is het makkelijker om te bepalen welke ontwerpen we willen uitvoeren. 

Eisen

1. Het huis moet op de dijk gebouwd worden. 
2. Het mag andere gebruikers van het land niet tot last zijn
3. Het mag de dijk niet verzwakken

Wensen

1. De mensen en dieren wonen er fijn 
2. Het is een origineel idee
3. Het zou in het echt uitgevoerd kunnen worden

EIS De woning mag niet naast de dijk worden gebouwd

WENS De mensen en dieren wonen er fijn

POST - IT BRAINSTORM 10 minuten 

  

Brainstormen is snel ideeën bedenken zonder er een oordeel over te hebben

• Werk samen met jouw tafelgroepje
• Schrijf eerst wat in jullie opkomt als jullie denkt aan een woning OP de dijk op post -its.  Plak de papiertje op het grote vel op jullie tafel

LES 1

Fase 2. Ideeën verzinnen en selecteren

  

TIPS

- Bedenk samen zoveel mogelijk ideeën, 1 plus 1 = 3, combineer!

- Hoe meer, hoe beter, alles mag, gekke ideeën bestaan niet. 

- Deel het met elkaar en vraag elkaars mening 

IDEEËN

  

• Lastig om het te bedenken?
• Bekijk het eens van een andere kant met de volgende vragen:

LES 1

Fase 2. Ideeën verzinnen en selecteren

  

POST - IT CLUSTEREN - 10 minuten 

  

Clusteren betekent dat jullie bekijken welke post-its bij elkaar horen

- Hebben zij hetzelfde onderwerp?

- Lossen zij hetzelfde probleem op?
- Vullen de ideeën elkaar aan? Kan je ze combineren?

- Plak de post-its bij elkaar, zet er een grote cirkel omheen en geef de clusters een naam 

- Bespreek met elkaar elk cluster. Kan er nog wat verbeterd worden?

LES 1

Fase 2. Ideeën verzinnen en selecteren

  

IDEEËN UITWERKER - 10 minuten

  

Volg de volgende stappen

• Gebruik voor elk cluster een tekenvel.  
• Zet de naam van het cluster op het vel
• Vul 3 vakjes met tekeningen van de ideeën voor dat onderwerp 
• Schuif dan het blad door naar jouw maatje
• Kijk goed naar de tekening van de ander. Heb je misschien een ander idee? 
• Of iets waardoor het idee van je maatje nog beter wordt?
• Vul ook 3 vakjes en schuif het blad weer door. 
• Als je niets weet, leg het in het midden van de tafel. 
• Let op: het is stil, jullie overleggen nu niet

LES 2

Fase 3. Concepten uitwerken en selecteren

  

IDEEËN UITWERKER

  

LES 2

Fase 3. Concepten uitwerken en selecteren

  

KIES JULLIE GROEPSONTWERP - 15 minuten 

Als alles vol is. Bespreek welke vakjes jullie gebruiken voor het groepsidee

Er is een Duivel en een Engel

LES 2

Fase 3. Concepten uitwerken en selecteren

 

  

Kies een engel & een duivel die de ideeën bespreken.

Engel , de sterke kanten. De duivel, de verbeterpunten 

MAAK EEN GROEPSTEKENING - 35 minuten  

  

1. Werk op verschillende vellen de onderdelen van jullie huis uit
2. Knip de tekeningen uit en plak ze samen als een soort collage op één groot vel.
3. Schrijf er teksten bij waarin jullie je idee uitleggen

LES 2

Fase 3. Concepten uitwerken en selecteren

  

PLANNING ACTIVITEITEN 

Woensdag - Introductie 

LES 1

Fase 1: Probleem verkennen en formuleren ontwerpvraag

Fase 2. Ideeën verzinnen en selecteren  

Eisen en wensen

Post - it brainstorm & clusteren

Ideeën uitwerken

Reflectie en afsluiting 

Donderdag

LES 2

Fase 3. Concepten uitwerken en selecteren

Groepsontwerp kiezen: Engel en Duivel

Reflectie en afsluiting 

 

Na de vakantie 

LES 3, 4 en 5 

Fase 4. Prototype maken: maak een maquette van het huis.

LES 5 en 6

Fase 5. Testen en optimaliseren: stel vragen en pas de maquette aan

Hebben de mensen wat ze nodig hebben voor zichzelf en hun dieren?

Kunnen ze veilig in en uit hun huis?

Hebben andere mensen last van de huizen?

Staan de huizen op een veilige plek voor het water? 
LES 7

Fase 6: Presenteren