In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Biologie 3HV
T2. Waarneming & Regeling
B4. Regeling
Slide 1 - Tekstslide
1) Hormonen spelen een belangrijke rol in de homeostase in het lichaam. a) Wat zijn hormonen? b) Hoe komen hormonen terecht op de plek waar ze horen?
Slide 2 - Open vraag
2) Welke van de onderstaande is geen hormoon?
A
Adrenaline
B
Testosteron
C
Insuline
D
Dopamine
Slide 3 - Quizvraag
3) In welk onderdeel wordt de temperatuur van je bloed gemeten?
A
Hypothalamus
B
De huid
C
Alvleesklier
D
Zweetklier
Slide 4 - Quizvraag
4) Welke beweringen over adrenaline zijn juist? a) Adrenaline heeft een langdurende werking b) Adrenaline laat het hart sneller kloppen c) Adrenaline zorgt ervoor dat glucose wordt omgezet in glycogeen d) Door adrenaline ga je langzamer ademen e) Door adrenaline kun je snel reageren
Slide 5 - Open vraag
5) De eierstokken produceren hormonen. a) Komen de hormonen uit de eierstokken ook voor in het bloed in een vinger van een vrouw? Leg je antwoord uit. b) Leg uit waarom deze hormonen niet werkzaam zijn in de vinger van een vrouw.
Slide 6 - Open vraag
6) Testosteron is een hormoon dat in de teelballen de productie van zaadcellen stimuleert. Wanneer er veel zaadcellen komen zal testosteron worden geremd.
Twee leerlingen doen een uitspraak over testosteron: Jip zegt dat geen sprake is van negatieve terugkoppeling. Amad zegt dat de teelballen het doelwitorgaan zijn van testosteron.
WIe heeft/hebben er gelijk?
A
Geen van beide
B
Jip
C
Amad
D
Allebei
Slide 7 - Quizvraag
Noem twee voorbeelden waarbij homeostase in je lichaam belangrijk is.
Slide 8 - Open vraag
Teken de regelkring van de lichaamstemperatuur. Gebruik de volgende begrippen: normwaarde – receptor – controlecentrum (hypothalamus) – effector – reactie – terugkoppeling.
Slide 9 - Open vraag
Bij inspanning stijgt je lichaamstemperatuur. Leg uit hoe negatieve terugkoppeling ervoor zorgt dat deze weer daalt.
Slide 10 - Open vraag
In het lichaam werkt de bloedsuikerspiegel ook via een regelkring. Noem de twee hormonen die hier een rol in spelen en leg uit wat hun functie is.
Slide 11 - Open vraag
Wat betekent het woord 'secretie'?
Slide 12 - Open vraag
Vul in: Bij stress komt het hormoon _______ vrij, dat wordt geproduceerd in de ________.
Slide 13 - Open vraag
Leg uit waarom mensen met diabetes soms insuline moeten spuiten.