goed gebekt zijn 3

Wat betekent de volgende uitdrukking?
Je hebt 20 seconden om het goede antwoord te geven
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Wat betekent de volgende uitdrukking?
Je hebt 20 seconden om het goede antwoord te geven

Slide 1 - Tekstslide

iemand in zijn sop laten gaar koken
A
iemand op het goede spoor zetten
B
iemand van top tot teen wassen
C
zich niet (meer) met iemand bemoeien

Slide 2 - Quizvraag

geen roosje zonder doornen
A
van alles alleen het slechte zien
B
iets wat prettig is, heeft meestal ook een nadeel
C
het leven is niet zo makkelijk

Slide 3 - Quizvraag

Spreken is zilver, zwijgen is goud
A
spreken is altijd de beste oplossing
B
je mond houden is erg onbeleefd
C
soms is het verstandig om niets te zeggen

Slide 4 - Quizvraag

Iets in een oogwenk doen
A
zonder nadenken iets doen
B
alleen door te kijken iets gedaan krijgen
C
heel snel handelen

Slide 5 - Quizvraag

Het eerste gewin is kattengespin
A
de eerste winst gaat vaak weer makkelijk verloren
B
de eerste winst is het belangrijkste
C
de eerste winst geeft de meeste voldoening

Slide 6 - Quizvraag

We zullen om de tafel gaan zitten
A
we zullen een ruzie uitpraten
B
we gaan vergaderen
C
we gaan een borrel drinken

Slide 7 - Quizvraag

Hij probeert bij iemand in het gevlij te komen
A
hij wil bij iemand in de buurt komen wonen
B
hij zegt dat wat iemand graag wil horen
C
hij gaat naast iemand zitten

Slide 8 - Quizvraag

's Lands wijs, 's lands eer
A
het volkslied is het symbool van de eer van een land
B
de geleerden van een land geven het land aanzien
C
je moet de bijzondere gewoonten van een land respecteren

Slide 9 - Quizvraag

Die twee kunnen niet samen door een deur
A
ze kunnen niet goed samenwerken
B
ze zijn veel te dik
C
ze hebben verschillende bazen

Slide 10 - Quizvraag

Dat is een open deur intrappen
A
zinloos werk doen
B
iets zeggen dat algemeen bekend is
C
profiteren van de gunstige omstandigheden

Slide 11 - Quizvraag

Vul aan en leg uit wat het betekent.

Slide 12 - Tekstslide

1.Iets in petto ...
2. de pisang ...
3. iets van tafel ...

Slide 13 - Open vraag

1.Iets in petto hebben: iets achter de hand       houden
2. de pisang zijn: het slachtoffer zijn
3. iets van tafel vegen: iets afwijzen/verwerpen

Slide 14 - Tekstslide

1. aan zijn plafond ...
2. zijn/haar stempel op iets ...
3. over de tong ...

Slide 15 - Open vraag

1. aan zijn plafond zitten: niet meer beter kunnen doen
2. zijn/haar stempel op iets drukken: zijn/haar invloed op iets uitoefenen
3. over de tong gaan: er wordt over iemand geroddeld

Slide 16 - Tekstslide

1. de eerste viool ...
2. zijn visitiekaartje ...
3. iets uit het vuur ...

Slide 17 - Open vraag

1. de eerste viool spelen: belangrijk zijn; veel macht hebben
2. zijn visitiekaartje afgeven: laten zien welke kwaliteiten je hebt
3. iets uit het vuur slepen: met veel moeite iets bemachtigen

Slide 18 - Tekstslide

Wat betekent het woord?
Je hebt 20 seconden om te antwoorden

Slide 19 - Tekstslide

autobiografie
A
een beschrijving van andermans leven
B
de levensbeschrijving van een auteur
C
een beschrijving van iemands eigen leven
D
een beschrijving van een periode

Slide 20 - Quizvraag

aperitief
A
een drankje na het eten
B
een drankje voor het eten
C
een drankje bij het eten
D
een drankje

Slide 21 - Quizvraag

emballage
A
de verpakking
B
een cadeautje
C
een fietspomp
D
verzendkosten

Slide 22 - Quizvraag

abces
A
moederoverste in een klooster
B
een alfabetboekje
C
een besteedbaar bedrag
D
een ettergezwel

Slide 23 - Quizvraag

raspaardje
A
iemand die van paardrijden houdt
B
iemand die bij een bepaalde groep hoort
C
iemand die ergens in uitblinkt

Slide 24 - Quizvraag

geef een definitie van
1. labyrinth
2. expertise

Slide 25 - Open vraag

labyrinth: een doolhof of dwaaltuin. Een stelsen van paden die langs omwegen naar het doel leiden
expertise: de kennis en vaardigheden van een persoon/ deskundig onderzoek

Slide 26 - Tekstslide