Dinsdag 9 november

Wat gaan we doen vandaag?
* Terugblik vorige les
* Leerdoelen vandaag
* Introductie werkwoorden 
* persoonsvorm t.t. / zwak werkwoord v.t. / voltooid deelwoord
* Zelfstandig aan de slag
* Evaluatie leerdoel
* Kahoot werkwoorden
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Wat gaan we doen vandaag?
* Terugblik vorige les
* Leerdoelen vandaag
* Introductie werkwoorden 
* persoonsvorm t.t. / zwak werkwoord v.t. / voltooid deelwoord
* Zelfstandig aan de slag
* Evaluatie leerdoel
* Kahoot werkwoorden

Slide 1 - Tekstslide

Wat is een signaalwoord
Wat zijn signaalwoorden?
A
Woorden die verbanden tussen zinnen leggen
B
Woorden die zelfstandig een betekenis hebben
C
Woorden die iets zeggen over het zelfstandignaamwoord
D
Woorden die extra informatie geven

Slide 2 - Quizvraag

Welk signaalwoord is een signaalwoord voor reden?
A
omdat
B
zoals
C
en
D
maar

Slide 3 - Quizvraag

Welk signaalwoord is een signaalwoord voor tegenstelling?
A
zoals
B
ten slotte
C
tegenover
D
denk aan

Slide 4 - Quizvraag

Welk signaalwoord is een signaalwoord voor opsomming?
A
zoals
B
ten slotte
C
tegenover
D
denk aan

Slide 5 - Quizvraag

Leerdoelen vandaag
Je spelt zwakke werkwoorden in de tegenwoordige tijd, verleden tijd en voltooide tijd.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Slide 8 - Video

Wat is een voltooid deelwoord? 
Een voltooid deelwoord begint vaak met be-, ge-, ver- of ont. Ook heeft het altijd een hulpwerkwoord bij zich.
Dat hulpwerkwoord is de persoonsvorm. 
Ik heb goed naar jou geluisterd. 
Persoonsvorm = heb
Voltooid deelwoord = geluisterd
Hoe spel je een voltooid deelwoord? 
Een zwak voltooid deelwoord eindigt op een -t of -d. Als je niet weet of het voltooid deelwoord op een -t of een -d eindigt, dan kun je het langer maken (in de verleden tijd).
Dus:
Ik heb gefietst. (want fietste)
Ik heb gedanst. (want danste)
Twijfel je? 
Gebruik dan de regel van 't kofschip. Haal -en van hele werkwoord af en kijk of de laatste letters in 't kofschip zit. Dan schrijf je een -t. 

Slide 9 - Tekstslide

Zelfstandig aan de slag
Verder werken aan de doelen van Nederlands >
 portal > Blok 1 > Trede 2

Van het kopje schrijven maken >
- werkwoorden

Klaar? > werk aan je eigen doelen

Slide 10 - Tekstslide

Persoonsvorm tegenwoordige tijd
Ik (bereiden) het eten voor.
A
bereid
B
bereidt

Slide 11 - Quizvraag

Wat is een voltooid deelwoord?
A
werkwoord
B
de , het , een
C
persoonsvorm
D
zelfstandig naamwoord

Slide 12 - Quizvraag

Persoonsvorm tegenwoordige tijd:
Het vliegtuig (landen) ... op tijd.
A
land
B
landt

Slide 13 - Quizvraag

Werkwoorden met 
-de / -den
in de verleden tijd
Werkwoorden met
-te / -ten
in de verleden tijd
aanmelden
maken
leren
lachen
slagen
studeren
beleven
kletsen

Slide 14 - Sleepvraag

Wat is geen voltooid deelwoord?
A
geslapen
B
geweest
C
blijven
D
gegeten

Slide 15 - Quizvraag

gebeurt
verhitte
beoordeeld
verliezen
Er staan 4  vier werkwoorden. Maak goede combinaties. De vorm van het werkwoord is........
persoonsvorm verleden tijd enkelvoud 
persoonsvorm tegenwoordige tijd enkelvoud
voltooid deelwoord
hele werkwoord

Slide 16 - Sleepvraag

Wat is het voltooid deelwoord?
A
loop
B
liep
C
gelopen

Slide 17 - Quizvraag

Slide 18 - Link

Ben je tevreden over wat je (nu) weet over werkwoorden?
😒🙁😐🙂😃

Slide 19 - Poll