Nederlands klas 1 Taalverzorging PV TT, herhaling MV en samenvatting

Persoonsvorm
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Persoonsvorm

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

hele werkwoord: lopen
ik-vorm: ?
A
ik loop
B
ik loopt
C
ik lop
D
ik liep

Slide 3 - Quizvraag

hele werkwoord: blijven
ik-vorm: ?
A
ik blijv
B
ik blijft
C
ik blijf
D
ik bleef

Slide 4 - Quizvraag

hele werkwoord: rennen
ik-vorm: ?
A
ik ren
B
ik rent
C
ik rende
D
ik ron

Slide 5 - Quizvraag

hele werkwoord: reizen
ik-vorm : ?
A
ik reiz
B
ik reis
C
ik reist
D
ik rees

Slide 6 - Quizvraag

hele werkwoord: worden
ik-vorm : ?
A
ik word
B
ik wordt
C
ik wor
D
ik werd

Slide 7 - Quizvraag

ik-vorm: ik denk
hele werkwoord : ?
A
denken
B
dachten
C
denk
D
denkt

Slide 8 - Quizvraag

ik vorm : ik proef
hele werkwoord : ?
A
proef
B
proeft
C
proeven
D
proefden

Slide 9 - Quizvraag

ik-vorm : ik durf
hele werkwoord : ?
A
durfen
B
durf
C
durft
D
durven

Slide 10 - Quizvraag

even zelf aan de slag

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

opdracht 1, 2 en 3 blz 89
timer
10:00

Slide 13 - Tekstslide

Welk woord is fout geschreven?
De deense hoofdstad heet Kopenhagen.
A
deense
B
hoofdstad
C
heet
D
Kopenhagen

Slide 14 - Quizvraag

Welk woord is fout geschreven?
De mensen komen bijeen om over hun beroep te praaten.
A
mensen
B
bijeen
C
beroep
D
praaten

Slide 15 - Quizvraag

Welk woord is fout geschreven?
Ze hebben allerlei cadeau's bij zich om hun familie te verrassen.
A
allerlei
B
cadeau's
C
familie
D
verrassen

Slide 16 - Quizvraag

Welk woord is fout geschreven?
De schoorsteenen waar de kerstmannen doorheen moeten zijn smal.
A
schoorsteenen
B
kerstmannen
C
doorheen
D
smal

Slide 17 - Quizvraag

Welk woord is fout geschreven?
De taxi's rijden met baby's en pony's naar de traktatie's.
A
taxi's
B
baby's
C
pony's
D
traktatie's

Slide 18 - Quizvraag

Welk woord is fout geschreven?
De rendieren willen geen presentjes van vreemde eendden aannemen.
A
rendieren
B
presentjes
C
eendden
D
aannemen

Slide 19 - Quizvraag



Samenvatting

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

samenvatting maken
Maak een samenvatting over 'Uilenballenveger' (blz 97)
Er zijn 5 alinea's, kies uit elke alinea de 2 belangrijkste zinnen.
Maak van de tien gekozen zinnen een goedlopende samenvatting.
Stuur de samenvatting naar mij in Teams.

Slide 22 - Tekstslide