Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
CMC V6 spelling oefenen voor de recensie
Oefentoets Spelling en Formuleren
1 / 22
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 6
In deze les zitten
22 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslide
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Oefentoets Spelling en Formuleren
Slide 1 - Tekstslide
In welke zin staan de werkwoorden correct gespeld?
A
Het verwoestte dorp wordt bestempeld als een onheilspellend gebied.
B
Het gebeurt regelmatig dat een zin verkeerd wordt geformuleerd.
C
Motiverend was de toespraak niet voor de ernstig mishandeldde man.
D
Het bekostigen van zulke dure uitgaven is schrijnend te noemen.
Slide 2 - Quizvraag
In welke zin staan de werkwoorden correct gespeld?
A
Vindt je het niet belachelijk dat deze oplopende ruzie nooit wordt beëindigd?
B
Na jaren te hebben geblowdt, is zijn geheugen behoorlijk verslechterd.
C
Mokkend verbrandde hij zijn spullen in het oplaaiende vuur.
D
De politie observeerde stiekem een verdacht persoon die vorig jaar was afgekickt.
Slide 3 - Quizvraag
In welke zin staan de werkwoorden correct gespeld?
A
Ik deletete gisteren alle verdachte bestanden van school.
B
Wij vermoeden dat hij de beloofdde quotum niet zal halen.
C
In de loop der eeuwen verzandde het Zwin en slibte het helemaal dicht.
D
Xena en Petra mixte op onverstandige wijze cola met alcoholische drank.
Slide 4 - Quizvraag
In welke zin staan de werkwoorden correct gespeld?
A
Word toch eens wakker en begeleid je vriendin naar huis.
B
Wordt toch eens wakker en begeleidt je vriendin naar huis.
C
Wordt toch eens wakker en begeleid je vriendin naar huis.
D
Word toch eens wakker en begeleidt je vriendin naar huis.
Slide 5 - Quizvraag
In welke zin zijn de leestekens en/of de hoofdletter(s) fout geschreven?
A
''Ik kan niet komen'', zei Raph tegen de docent. ''Ik heb een knieblessure.''
B
''Het moet nu stoppen,'' zei de scheidsrechter, ''zodat we het spel kunnen voortzetten.''
C
Erik, de neef van Nick, is altijd te laat.
D
De docent riep: “stilte!”
Slide 6 - Quizvraag
In welke zin zijn de leestekens en/of de hoofdletter(s) fout geschreven?
A
Maxima zei tegen Willem: ''Je bent een beetje dom.''
B
Onze tafel weegt 5 kg meer dan deze tafel van de HEMA.
C
Iedereen die te laat is, moet zich melden bij de afdelingsleider.
D
''Wie is te laat?'', vroeg de afdelingsleider.
Slide 7 - Quizvraag
In welke zin zijn de leestekens en/of de hoofdletter(s) fout geschreven?
A
Paus Benedictus XV riep tijdens de eerste Wereldoorlog op tot een staakt-het-vuren tijdens Kerstmis.
B
Mevrouw Van der Poel dronk een spa rood tijdens het kerstbal.
C
Ook in Zuid-Limburg waren de middeleeuwen donkere tijden.
D
Yarno vindt het vervelend omdat ..
Slide 8 - Quizvraag
Die ………… heeft hier gisteren gesolliciteerd.
A
mbo'er
B
MBO'er
C
mbo-er
D
MBO-er
Slide 9 - Quizvraag
Welke vorm van ski is goed geschreven?
A
skie'tje
B
skie’s
C
skietje
D
skies
Slide 10 - Quizvraag
Welk woord is fout geschreven?
A
moskeeën
B
volleys
C
sherrytje
D
coupés
Slide 11 - Quizvraag
Welk woord is fout geschreven?
A
ideetje
B
wc’tje
C
etuis
D
olieën
Slide 12 - Quizvraag
Welk woord is fout geschreven?
A
havoproefwerk
B
vwo-proefwerk
C
viersterrenhotel
D
zonnencel
Slide 13 - Quizvraag
Welke zin is fout geschreven?
A
De meeste schapen liggen in hun kooi, maar enkele staan in de wei.
B
De meesten gevangenen willen geen gedeelde cel.
C
Sommige van de overlevenden zijn depressief.
D
Beiden hebben beide handen gewassen.
Slide 14 - Quizvraag
Wat is fout geschreven?
A
buik- en billenoefeningen
B
anti-autoritair
C
zich iets toe-eigenen
D
politieoperatie
Slide 15 - Quizvraag
Welk woord is incorrect?
A
audiciën
B
egoïsme
C
geëindigd
D
reçu’s
Slide 16 - Quizvraag
Een aantal katten zitten op de bank.
A
Foutieve samentrekking
B
Geen symmetrie
C
Onjuiste inversie
D
Incongruentie
Slide 17 - Quizvraag
Hij heeft een beste baan, maar er ook hard voor gestudeerd.
A
Foutieve samentrekking
B
Foutieve beknopte bijzin
C
Zinnen onjuist begrenst
D
Geen symmetrie
Slide 18 - Quizvraag
Natuurlijk controleren we vanzelfsprekend de antwoorden.
A
tautologie
B
pleonasme
C
contaminatie
D
onjuiste herhaling
Slide 19 - Quizvraag
De trein had een uur vertraging, daardoor kwam ik te laat.
A
geen symmetrie
B
zin onjuist begrenzen
C
foutieve samentrekking
D
onjuiste inversie
Slide 20 - Quizvraag
Hij wil sporten omdat als hij dat niet doet, hij dik wordt.
A
foutieve samentrekking
B
foutieve beknopte bijzin
C
onjuiste inversie
D
dat/als constructie
Slide 21 - Quizvraag
Om de norm te halen, controleerde Frank het werk nog een keer.
A
Foutieve samentrekking
B
Foutieve beknopte bijzin
C
Dat/als-constructie
D
Geen fout
Slide 22 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
Spelling 4, 5 en 6
Februari 2022
- Les met
23 slides
Other languages
Secondary Education
Spelling §1.9-3.9
Oktober 2024
- Les met
27 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
4T spelling
September 2022
- Les met
30 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Spelling Klas 4 - TV H1 - TEST
Augustus 2017
- Les met
21 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
spelling 3M herhaling
Mei 2023
- Les met
49 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 3
Test jezelf P1 (ww-spelling, samenstellingen, hoofdletters&leestekens)
Oktober 2022
- Les met
31 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Oefentoets spelling H1 t/m H6
Juni 2024
- Les met
19 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Oefentoets spelling H1 t/m H6
Februari 2024
- Les met
30 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2