check ontleden en kijk/luisteren over duzen en siezen
1 / 30
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Video
Hoe vind je het onderwerp van een zin?
Slide 3 - Open vraag
En? Had jij het goed?
Slide 4 - Open vraag
Hoe vind je het lijdend voorwerp in een zin?
Slide 5 - Open vraag
En? Had je deze vraag ook goed?
Slide 6 - Open vraag
In welke naamval staat het onderwerp?
A
4e naamval
B
1e naamval
C
5e naamval
D
geen naamval
Slide 7 - Quizvraag
Welke naamval hoort bij het lijdend voorwerp?
A
1e naamval
B
2e naamval
C
3e naamval
D
4e naamval
Slide 8 - Quizvraag
Slide 9 - Tekstslide
Thomas besucht ... Oma.
In welke naamval staat .... Oma?
In welke naamval staat .... Oma?
A
die 1e naamval
B
die 4e naamval
Slide 10 - Quizvraag
Welk lidwoord verandert er in de 4e naamval t.o.v de 1e naamval?
Slide 11 - Open vraag
Mannelijk
1e naamval
vrouwelijk
1e naamval
onzijdig
1e naamval
meervoud
1e naamval
mannelijk
4e naamval
vrouwelijk
4e naamval
onzijdig
4e naamval
meervoud
4e naamval
der
ein
die
eine
das
ein
den
einen
die
eine
die
keine
die
keine
das
ein
Slide 12 - Sleepvraag
Slide 13 - Tekstslide
duzen oder siezen
Tegen wie zeg jij in het dagelijks leven: u?
Tegen wie zeg jij in het dagelijks leven: u?
Slide 14 - Open vraag
Slide 15 - Video
Wat denk je dat duzen und siezen betekent?
Slide 16 - Open vraag
Waarom is dit een moeilijk thema voor een Amerikaan denk je?
Slide 17 - Open vraag
Wat betekent de uitspraak: "....also in vielen Sprachen gibt's das ja gar nicht."
Slide 18 - Open vraag
De vrouw zegt dat:
A
je tegen iedereen Sie moet zeggen.
B
je alleen tegen je vrienden Sie zegt
C
je alleen tegen je vrienden du zegt
D
je tegen onbekenden Sie moet zeggen
Slide 19 - Quizvraag
Wanneer mag je iemand met du aanspreken?
A
Als je er zelf naar vraagt
B
Als het aangeboden wordt
C
Mag gewoon altijd
D
Alleen als de ander jonger is
Slide 20 - Quizvraag
Slide 21 - Video
Wat zegt deze vrouw over hoe ze dit van huis uit geleerd heeft?
Slide 22 - Open vraag
Waarom doet ze het nu anders?
Ben jij het met haar eens?
Ben jij het met haar eens?
Slide 23 - Open vraag
De vrouw zegt dat het geen enkel probleem is als jij begint met duzen.
A
Stimmt
B
Stimmt nicht
Slide 24 - Quizvraag
Waarover had de vrouw op school een "komisches Gefühl"?
Slide 25 - Open vraag
Hoe zou jij het vinden als je in de bovenbouw ineens met u aangesproken zou worden?
Slide 26 - Open vraag
Ben jij het eens met Mat, dat het niet duidelijk is wanneer je moet duzen oder siezen?
A
ja
B
nee
Slide 27 - Quizvraag
Zijn de regels voor het duzen en siezen in heel Duitsland gelijk of kan dit per streek/bedrijf verschillen?
A
In heel Duitsland heeft men dezelfde regels
B
Het kan alleen per streek verschillen
C
In alle bedrijven gelden dezelfde regels
D
Per bedrijf kunnen de regels verschillen
