4.1. Ontstaan van steden KGT

4.1. Het ontstaan van steden
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

4.1. Het ontstaan van steden

Slide 1 - Tekstslide

Start van de les!
Bij de start van de les heb je op tafel:
- Je boek Plein M (blz. 132-127)
- Je pen/etui

timer
1:30

Slide 2 - Tekstslide

Wat we doen:
  • Doelstellingen
  • Van platteland naar de stad
  • De eerste stadsbewoners
  • Stadsrechten en stadsbestuur
  • Gewest Holland

Slide 3 - Tekstslide

Doelstellingen:
  • Kun je uitleggen hoe steden ontstonden;
  • Weet je hoe de economie  zich ontwikkelde via handel en ambacht
  • Weet je hoe steden stadsrechten kregen en kun je uitleggen hoe de steden werden bestuurd;
  • Weet je dat Floris V van Holland een belangrijk gewest maakte. 

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Ben je wel eens ooit op de markt geweest?
Ja
Nee

Slide 6 - Poll

Wat is te koop op de markt?

Slide 7 - Open vraag

Wat is een voordeel van
wonen in een stad?

Slide 8 - Open vraag

Wat is een voordeel van
wonen op het platteland?

Slide 9 - Open vraag

Van platteland.....
  • Tijd van steden en staten (1000-1500)
  • Verbetering van de ploeg
  • Meer voedsel en meer kinderen
  • Boeren produceren meer dan ze zelf nodig hebben

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

....naar de stad.
  • Boeren verkopen groenten en fruit (aanbod) op de markt.
  • Mensen gingen in de buurt van de markt wonen, zodat ze niet meer hoefden te reizen.
  • Zo groeiden sommige marktplaatsen uit tot een stad.  

Slide 12 - Tekstslide

Aan de slag!
Maken opdracht 1 t/m 3.
We kijken samen na! Hulp nodig? Laat het weten!



timer
8:00

Slide 13 - Tekstslide

De eerste stadsbewoners
  • Meer voedsel zorgt voor meer beroepen
  • Boerenzonen worden bakker, slager, timmerman enz.
    Dit noemen we ambachtslieden
  • Sommige mensen kochten producten om ze ergens anders duurder te verkopen (handelaren)
  • De meeste spullen worden per schip vervoerd.

Slide 14 - Tekstslide

Aan de slag!
Maken opdracht  4 en 5.
We kijken samen na! Hulp nodig? Laat het weten!



timer
5:00

Slide 15 - Tekstslide

Stadsrechten en stadsbestuur
  • Mensen op platteland worden beschermd door de heer.
  • Inwoners van een stad (burgers) moeten zichzelf beschermen ---> vragen aan de koning of edelman,
  • Alle inwonders samen vormen de burgerij
  • In ruil voor belasting krijgen ze stadsrechten. 

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Stadsrechten en stadsbestuur

Stadsrechten:
- Muur bouwen
- Recht spreken
- Munten slaan
- Regels maken
- Markt organiseren


Beroepen:
- Burgemeester
- Schout
- Schepenen

Slide 18 - Tekstslide

Aan de slag!
Maken opdracht 6 en 7.
We kijken samen na! Hulp nodig? Laat het weten!



timer
7:00

Slide 19 - Tekstslide

Gewest Holland
  • Een keer per jaar komt de koning/edelman zijn belasting innen.
  • Hier bouwt hij kastelen van en betaalt hij zijn ridders.

  • Edelman Floris!! 
    - Populair bij de boeren
    - Hij maakt de gewesten (provincies) Holland rijk
    - Hij liet de ridderzaal bouwen
    - Hij werd gevangen (Muiderslot) en vermoord.

Slide 20 - Tekstslide

Aan de slag!
Maken opdracht 9.
We kijken samen na! Hulp nodig? Laat het weten!

Klaar? Begin alvast met de herhaling, blz. 138. 




timer
10:00

Slide 21 - Tekstslide

Aan de slag!
Maken herhaling en verdieping.
We kijken samen na! Hulp nodig? Laat het weten!

Klaar? Begin alvast met de herhaling, blz. 138 en 139 




timer
15:00

Slide 22 - Tekstslide

In welke tijd ontstaan de meeste steden?
De tijd van ....
A
Regenten en vorsten
B
Grieken en Romeinen
C
Steden en staten
D
Jagers en verzamelaars

Slide 23 - Quizvraag

De tijd van steden en staten is van.... tot.....?
A
10.000 v. Chr. - 3000 v. Chr.
B
3000 v. Chr. - 500 n. Chr.
C
500 n. Chr. - 1000 na. Chr.
D
1000 n. Chr. - 1500 n. Chr.

Slide 24 - Quizvraag

Hoe noemen we mensen die met hun handen of met gereedschap producten maken?

Slide 25 - Open vraag

Noem een stadsrecht?

Slide 26 - Open vraag

Noem iets dat je deze paragraaf hebt geleerd.

Slide 27 - Open vraag

Wat vind je van deze paragraaf?
😒🙁😐🙂😃

Slide 28 - Poll

Waarom vind je dat?

Slide 29 - Open vraag