1.2 Bedrijfskosten en nettowinst

1.2 Bedrijfskosten en nettowinst
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo b, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 10 min

Onderdelen in deze les

1.2 Bedrijfskosten en nettowinst

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen
  • Herhaling paragraaf 1.1
  • Uitleg 1.2

Slide 2 - Tekstslide

Weet je het nog?

  • Afzet
  • btw
  • consumentenprijs / winkelprijs
  • omzet
  • inkoopwaarde 
  • brutowinst
  • nettowinst 

Slide 3 - Tekstslide

1.2 Kennen / kunnen 
  • Bedrijfskosten
  • Huisvestigingskosten
  • Loonkosten
  • Verkoopkosten
  • Algemene kosten
  • Kostprijs
  • Nettowinst / nettoverlies  

Slide 4 - Tekstslide

3

Slide 5 - Video

Bedrijfskosten

Alles wat een bedrijf betaalt voor de productie van goederen en diensten.

Slide 6 - Tekstslide

Welke bedrijfskosten kun je benoemen?

Slide 7 - Tekstslide

huisvestingskosten
  • huur bedrijfspand
  • energiekosten
  • onderhoudskosten
  • verzekeringskosten

De kosten van je ''huis'' dus. 

Slide 8 - Tekstslide

Bedrijfskosten
Huisvestingskosten (winkelpand)
Loonkosten (personeel)
Verkoopkosten (reclame)
Vervoerskosten
Algemene kosten (de kosten die niet onder de bovenstaande kosten vallen, noemen we algemene kosten)

Slide 9 - Tekstslide

Kostprijs
Kostprijs = inkoopprijs + bedrijfskosten 

Per product

Slide 10 - Tekstslide

Wat is het resultaat? 
Bij de verkoop behaal je brutowinst.
Daarvan moet je nog alle bedrijfskosten betalen.
Wat aan het eind overblijft is het nettoresultaat.
 Dit kan nettowinst of nettoverlies zijn.






Slide 11 - Tekstslide

Nettoresultaat
  • Mag ik die 322,50 euro 'brutowinst' wel in mijn zak steken?!
  • Nee ook niet! De Bedrijfskosten moeten er nog af.
  • brutowinst - bedrijfskosten = nettoresultaat
  • Dit kan nettowinst of nettoverlies zijn
  • Bedrijfskosten: loon van werknemers, kosten van het kraampje, reclamekosten, noem maar op!

Slide 12 - Tekstslide

Huur, loonkosten, elektriciteit en afvalheffing zijn voorbeelden van
A
inkoopkosten
B
arbeidsfactoren
C
bedrijfskosten
D
nettoresultaat

Slide 13 - Quizvraag

De kostprijs is...
A
Hoeveel een product kost in de winkel
B
Hoeveel de de vaste lasten zijn
C
Hoeveel het kost om een product te maken
D
Hoeveel belasting je moet betalen

Slide 14 - Quizvraag

Wat zijn bedrijfskosten?
A
inkoopkosten
B
inkoopwaarde
C
huur, personeel, energie, internet
D
omzet & afzet

Slide 15 - Quizvraag

Wat is de nettowinst:
A
de brutowinst - de bedrijfskosten
B
de bedrijfskosten - de brutowinst
C
de brutowinst + de bedrijfskosten
D
de bedrijfskosten + de brutowinst

Slide 16 - Quizvraag