Wat als je per ongeluk de verkeerde vermoord? sessie 2
Slide 1 - Tekstslide
Wat als je per ongeluk de verkeerde vermoord?
Slide 2 - Tekstslide
Geschreven door door Annet Huizing en Margot Westermann
Slide 3 - Tekstslide
Lesdoel
Ik kan de gebeurtenissen in de juiste volgorde op de tijdlijn zetten.
Slide 4 - Tekstslide
Tijdlijn
Een tijdlijn is een weergave van een chronologische opvolging van gebeurtenissen of perioden.
Slide 5 - Tekstslide
Opzet
Iets expres / opzettelijk
doen
Slide 6 - Tekstslide
Met voorbedachte rade
Voorbedachte rade betekent kort gezegd het doden van een ander met vooropgezet plan.
Slide 7 - Tekstslide
Dwaalspoor
Een dwaalspoor is een reeks misleidende aanwijzingen nagelaten om iemand van het juiste spoor weg te leiden
Slide 8 - Tekstslide
Getuige
Een getuige is iemand die een bepaald feit heeft gezien of meegemaakt.
Slide 9 - Tekstslide
We lezen de samenvatting van de tekst.
Slide 10 - Tekstslide
Alinea 1
Wat al je per ongeluk de verkeerde vermoordt?
Wraak was het enige waar Van Beek aan kon denken.
Slide 11 - Tekstslide
Alinea 2
Johannes Jacobus Beek (63) loopt van Hoorn naar station Avenhorn en neemt daar de trein naar Haarlem. in zijn jas heeft hij een zakje rattengif. Bij een Haarlemse banketbakker bestelt hij een taart. Tegen de bakker zegt hij: De taart moet wel open kunnen, want ik wil er nog een verrassing bij doen.
Slide 12 - Tekstslide
vervolg alinea 2
In een café drinkt Beek een borreltje en wacht tot hij de bakker klaar is. Hij haalt de taart op en gaat weer terug naar het café In een achterkamertje strooit hij het gif tussen de taarthelften. Dan stapt Beek met de giftaart op de trein naar Amsterdam.
Slide 13 - Tekstslide
vervolg alinea 2
Hij loopt naar vervoersbedrijf Van Gend & Loos en geeft - onder valse naam - het bedrijf de opdracht om de taart de volgende dag in Hoorn te bezorgen bij de heer Willem Markus. Hij doet er een briefje bij: Van een oude kermisreiziger. De letters staan schots en scheef, want Beek schrijft het briefje met zijn linkerhand.
Slide 14 - Tekstslide
Alinea 3
Op 29 september 1910, de verjaardag van Markus, bezorgt Van Gend en Loos de taart aan de Grote Oost in Hoorn. Dienstmeisje Grietje Appelman neemt een klein stukje taart. Vrouw Maria neemt een flink stuk taart.
Slide 15 - Tekstslide
vervolg alinea 3
Maria overlijdt dezelfde nacht. Grietje gaat brakend en met helse pijn naar huis en ligt een week in levensgevaar.
Slide 16 - Tekstslide
Alinea 4
Beek haatte Willem Markus, zijn voormalige baas. Markus werkte bij de gemeente Hoorn, waar hij toezicht moest houden op de markt en de kermis, Beek werkte ook bij de gemeente en moest bij de kermisreizigers de huur ophalen voor de standplaatsen.
Slide 17 - Tekstslide
vervolg alinea 4
Dat deed Beek, maar hij hield een deel van het geld in eigen zak. Al snel kwam dat aan het licht. Beek betaalde het netjes terug en hoopte dat daarmee de kous af was. Maar Markus klikte bij de burgemeester en Beek werd ontslagen. Woest was hij
Slide 18 - Tekstslide
vervolg alinea 4
Daarom bedacht hij een plan: Hij zou Markus vermoorden. uit wraak, maar ook omdat hij dan Markus werk kon overnemen. De politie kwam Beek snel op het spoor. Want Beek had een kennis verteld hoe kwaad hij was op Markus. En die kennis had dat gemeld bij de politie.
Slide 19 - Tekstslide
vervolg alinea 4
Beek werd gearresteerd en op 4 oktober 1910 bekende hij. Maar, zei hij, ik heb Maria niet vermoord. En dat meende hij ook nog.
Slide 20 - Tekstslide
Opdracht 1
Zet de gebeurtenissen in de chronologische volgorde in de tijdlijn.
Slide 21 - Tekstslide
Opdracht 2
Welke getuigen zou jij oproepen en welke vragen zou je willen stellen?