4.3 verder

4.3 Lezen verder...
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

4.3 Lezen verder...

Slide 1 - Tekstslide

wat is een synoniem
A
Een ander woord met dezelfde betekenis.
B
Een zelfde woord met meerdere betekenissen.

Slide 2 - Quizvraag

Wat is een synoniem?
A
bank - bank
B
oma - grootmoeder
C
voetbalschoen

Slide 3 - Quizvraag

Wat is een synoniem
van: vriend?

Slide 4 - Woordweb

Tekstverband: Tijdsvolgorde
Deze signaalwoorden geven aan in welke volgorde dingen gebeuren of zijn gebeurd: 

eerst, daarna, voordat, nadat, toen, terwijl, zodra, ten slotte

Slide 5 - Tekstslide


Signaalwoorden voor tijdsvolgorde zijn:
A
omdat, want
B
toen, daarna, voordat
C
en, bovendien, even zo goed
D
aan de ene kant, aan de andere kant, echter

Slide 6 - Quizvraag

Signaalwoorden tijdsvolgorde zijn
A
want, omdat, namelijk
B
ten eerste, en, tot slot
C
eerst, vervolgens, dan
D
dus, kortom, slotsom

Slide 7 - Quizvraag

Verwijswoorden

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Wat hebben we net gezien?
We gebruiken verwijswoorden omdat teksten anders heel saai zijn. 

Jantje heeft een nieuwe fiets. Hij vindt hem supermooi. Daarom kan hij het niet laten om er de hele tijd naar te kijken. 

Slide 10 - Tekstslide

Pietje heeft honger. Hij heeft niet ontbeten.
Waarnaar verwijst 'hij'?
A
eten
B
honger
C
Pietje

Slide 11 - Quizvraag

Leentje heeft honger. Ze wil een boterham. Daar heeft ze trek in.
Waar verwijst 'daar' naar?
A
Honger
B
Leentje
C
Boterham
D
Trek

Slide 12 - Quizvraag

Maken: 
4.3 
 opdracht 7, 8, 9, 10, 11, 13 en 14

timer
1:00
Klaar?
Haal het werkblad bij mij op! 

Slide 13 - Tekstslide