procenten les 8

Procenten les 8
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
didactiek rekenenMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Procenten les 8

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Video

Deze slide heeft geen instructies

samengevat wat heb je gehoord?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Een getal berekenen met procenten
Formule: getal : 100 x het percentage
Voorbeeld: Bereken 35% van 12,7 miljard euro.
➢ Bereken eerst 1% door de formule in te vullen
➢ 12,7 miljard : 100 = 0,127 miljard
➢ Bereken daarna 35%
➢ 0,127 X 35 = 4,445 miljard
➢ Afgerond op twee decimalen
➢ Antwoord = 4,45 miljard euro
➢ Let op in je rekenmachine hoef je niet alle nullen in te voeren.
➢ Alleen 12,7 invoeren, in je antwoord geef je aan dat het gaat om miljarden.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oké nu gaan we even oefenen

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Hoeveel is 25% van 164?

Slide 6 - Open vraag

16 - Domein: verhoudingen
Het onderwerp ‘berekeningen uitvoeren met procenten’ kent geen verschillen ten opzichte van 2F.

Fred krijgt 25% korting op alles. 
Hoeveel euro moet hij betalen?  

Slide 7 - Open vraag

43 - Domein: verhoudingen (antwoorddia)
Rekenen met procenten kent geen specifieke verschillen ten opzichte van 2F.
In 2015 waren er 12 apen in de dierentuin. In 2014 waren het er 8. Wat is de groei in procenten?
A
25%
B
50%
C
75%
D
2,5 bananen

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel procent is 672 van 1.200?
A
0,56 %
B
5,6%
C
17,8%
D
56 %

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bereken het gemiddelde

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gemiddelde
9,2+8,6+8+8,6
delen door
4

= 34,4 / 4
= 8,6

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het gemiddelde?
A
5
B
2
C
3
D
4

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Van 12 ballen is het gewicht (gram) bepaald en op een volgorde gezet: 50-50-56-60-60-60-80- 80-80-90-90-96 ( - is geen minteken)
Wat is het gemiddelde gewicht?
A
gemiddelde 71 gram
B
gemiddelde 72 gram
C
gemiddelde 73 gram
D
gemiddelde 69 gram

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het gemiddelde van
8 - 5 - 4 - 7 en 6 =
A
6
B
7
C
30
D
5

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Video

Deze slide heeft geen instructies

€ 700,- is het kapitaal
5% rente
hoeveel is de rente per jaar?
A
€ 30,-
B
€ 35,-
C
€ 735,-
D
€ 70,-

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Spaarrekening: € 1.500,-
1,2% rente
Hoeveel rente krijg je na 3 jaar?
A
€ 54,-
B
€ 54,65
C
€ 1.554
D
€ 1.554,65

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Spaarrekening: € 25.000,-
1,2% rente
Hoeveel rente na 15 jaar?
A
€ 29.500,-
B
€ 4.500,-
C
€ 300,-
D
€ 4.200,-

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

kapitaal € 3.600,- er is 2,5% rente
wat is het rente bedrag per kwartaal
A
€ 9,-
B
€ 3,-
C
€ 2,25
D
€36,-

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat heb je in dit hoofdstuk geleerd?

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Volgende week een kleine toets

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies