oefentoets Grammatica - zinsontleding

Oefentoets - Grammatica - zinsontleding
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Oefentoets - Grammatica - zinsontleding

Slide 1 - Tekstslide

Hoe vind je de persoonsvorm?

Slide 2 - Open vraag

Wat is het werkwoordelijk gezegde?

Slide 3 - Open vraag

Hoe vind je het onderwerp in een zin?

Slide 4 - Open vraag

Sommige gevangenen werden gedood.

Wat is het wwg?

Slide 5 - Open vraag

Sommige gevangenen werden gedood.

Wat is het wwg?

Slide 6 - Open vraag

Sommige gevangenen werden gedood.

Wat is het onderwerp?

Slide 7 - Open vraag

De sportleraar geeft zijn leerlingen extra les.

Wat is het werkwoordelijk gezegde?

Slide 8 - Open vraag

De sportleraar geeft zijn leerlingen extra les.

Wat is het onderwerp?

Slide 9 - Open vraag

De sportleraar geeft zijn leerlingen extra les.

Wat is het lijdend voorwerp?

Slide 10 - Open vraag

De sportleraar geeft zijn leerlingen extra les.

Wat is het meewerkend voorwerp?

Slide 11 - Open vraag

Tom heeft voor zijn oma een heerlijk gebakje meegenomen gisteren.
Wat is het werkwoordelijk gezegde?

Slide 12 - Open vraag

Tom heeft voor zijn oma een heerlijk gebakje meegenomen gisteren.
Wat is het onderwerp?

Slide 13 - Open vraag

Tom heeft voor zijn oma een heerlijk gebakje meegenomen gisteren.
Wat is het lijdend voorwerp?

Slide 14 - Open vraag

Tom heeft voor zijn oma een heerlijk gebakje meegenomen gisteren.
Wat is het meewerkend voorwerp?

Slide 15 - Open vraag

Tom heeft voor zijn oma een heerlijk gebakje meegenomen gisteren.
Wat is de bijwoordelijke bepaling?

Slide 16 - Open vraag

Voor me stond een enorme rij mensen te wachten.

Wat is het werkwoordelijk gezegde?

Slide 17 - Open vraag

Voor me stond een enorme rij mensen te wachten.

Wat is het onderwerp?

Slide 18 - Open vraag

Voor me stond een enorme rij mensen te wachten.

Wat is het lijdend voorwerp?

Slide 19 - Open vraag

Voor me stond een enorme rij mensen te wachten.

Wat is het meewerkend voorwerp?

Slide 20 - Open vraag

Voor me stond een enorme rij mensen te wachten.

Wat is de bijwoordelijke bepaling?

Slide 21 - Open vraag

Hang jij je jas op aan de kapstok?

Wat is het werkwoordelijk gezegde?

Slide 22 - Open vraag

Hang jij je jas op aan de kapstok?

Wat is het onderwerp?

Slide 23 - Open vraag

Hang jij je jas op aan de kapstok?

Wat is het lijdend voorwerp?

Slide 24 - Open vraag

Hang jij je jas op aan de kapstok?

Wat is het meewerkend voorwerp?

Slide 25 - Open vraag

Hang jij je jas op aan de kapstok?

Wat is de bijwoordelijke bepaling?

Slide 26 - Open vraag

Einde oefentoets

Slide 27 - Tekstslide