Burgerschap straffen maandag 15 april

Burgerschap 
maandag 15 april 
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerPraktijkonderwijsLeerjaar 2-4

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

Onderdelen in deze les

Burgerschap 
maandag 15 april 

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen? 
  • Wij gaan het hebben over strafbare feiten en overtredingen
     
Om asociaal gedrag te voorkomen, worden we opgevoed met regels, een heleboel regels. Vaak gaat dat hartstikke goed en kunnen we prettig met elkaar samen leven. Maar het gaat ook wel eens fout

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Zoek een voorbeeld van een misdrijf en een overtreding

Slide 4 - Open vraag

Kamperen in het openbaar
is een.......
A
Misdrijf
B
Overtreding
C
Geen van beide

Slide 5 - Quizvraag

Het verkrachten van een persoon
A
Misdrijf
B
Overtreding
C
Geen van beide

Slide 6 - Quizvraag

Openbare dronkenschap
A
Misdrijf
B
Overtreding
C
Geen van beide

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Video

Misdrijven
 Diefstal, verkrachting,  bankfraude,  terroristische activiteiten.

Ook het veroorzaken van een overstroming, explosie,  brandstichting, gevaar veroorzaken voor trein- of luchtvaartverkeer. Rijden onder invloed wordt als misdrijf aangemerkt. Op een misdrijf staat maximaal 30 jaar of levenslange gevangenisstraf.

Slide 9 - Tekstslide

Overtredingen
Lichtere orde verstoringen. Hiermee wordt gedrag bedoeld dat ons geld kost  (Rommel maken, openbaar dronkenschap). 

Op een overtreding staat maximaal één jaar hechtenisstraf. 

Slide 10 - Tekstslide

Op weg naar de rechtbank 
Een rechtszaak bestaat uit 8 stappen:
Opening 
Aanklacht 
Onderzoek 
Verhoor van de verdachte 
Requisitoir 
Pleidooi
Laatste woord 
vonnis 

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Oplossing 
 1) Opening (de rechter controleert de persoonsgegevens van de verdachte) 
2) Aanklacht (de officier leest voor wat de aanklacht is)
 3) Onderzoek (de rechter onderzoekt hoe alles in elkaar zit m.b.v. getuigen en proces-verbaal)
 4) Verhoor van de verdachte (de verdachte staat niet onder ede en hoeft niet naar waarheid te antwoorden. Ook hij mag nu getuigen naar voren roepen) 
5) Requisitoir (de officier probeert in een verhaal aan te tonen dat de verdachte schuldig is)
 6) Pleidooi (de advocaat van de verdachte probeert de verdachte nu te verdedigen) 
7) Laatste woord (de verdachte heeft altijd het laatste woord) 
8) Vonnis (hier doet de rechter zijn uitspraak)

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Wat doet bureau HALT?

Slide 15 - Open vraag

Waarom heeft de overheid bureau HALT bedacht?

Slide 16 - Open vraag

Slide 17 - Video

Uit welke onderdelen bestaat een HALT-straf?

Slide 18 - Open vraag

Nederlands recht te zwaar of te licht?

Slide 19 - Open vraag

Slide 20 - Video

Maakwerk
Deze week gaan jullie les 4 straffen maken.

Succes:-)

Slide 21 - Tekstslide