les 2: overige spellingregels

1. Pak je boek + schrift.
2. Open je schrift met de antwoorden van vraag 1 t/m 3.
3. Log in op Lessonup.
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

1. Pak je boek + schrift.
2. Open je schrift met de antwoorden van vraag 1 t/m 3.
3. Log in op Lessonup.

Slide 1 - Tekstslide

Doel van de les
  • Je kent de regels van de Nederlandse meervoudsvormen.
  • Je kent de regels voor het gebruik van tussenklanken in samenstellingen.
  • Je kunt samenstellingen correct spellen.

Slide 2 - Tekstslide

Programma
  • Check huiswerk m.b.v. Lessonup.
  • Uitleg meervoudsvormen en tussenklanken in samenstellingen.
  • Werktijd

Slide 3 - Tekstslide

Plaats de leestekens:

Als jullie de eerste les goed doorwerken zei de lerares gaan we het tweede uur video kijken

Slide 4 - Open vraag

Wat is juist?
A
kg.
B
kg

Slide 5 - Quizvraag

Wat is juist?


A
Het gaat sneeuwen: Er ontstaan vast lange files.
B
Het gaat sneeuwen: er ontstaan vast lange files.
C
Het gaat sneeuwen; Er ontstaan vast lange files.
D
Het gaat sneeuwen; er ontstaan vast lange files.

Slide 6 - Quizvraag

Plaats de leestekens en hoofdletters:
de secretaris merkte op dames mevrouw van der boot is met kennisgeving afwezig

Slide 7 - Open vraag

Wat is juist?

A
herfst, Zaterdag, Islam
B
Herfst, zaterdag, Islam
C
herfst, zaterdag, islam
D
Herfst, zaterdag, islam

Slide 8 - Quizvraag

Plaats hoofdletters en leestekens:

de kapitein van cruiseschip costa concordia gaat waarschijnlijk niet vrijuit zie een italiaanse rechter desgevraagd in het journaal van rai uno

Slide 9 - Open vraag

meervoudsvormen
  • meervoud op -s
  • meervoud op -en
  • meervoud op -s en -en
  • vreemde meervouden

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

meervoud van media
A
media's
B
media
C
media's

Slide 12 - Quizvraag

Wat is juist?
A
fotograven
B
fotografen

Slide 13 - Quizvraag

Wat is juist?
A
dreumesen
B
dreumessen

Slide 14 - Quizvraag

Wat is juist?

A
poriën
B
porieën

Slide 15 - Quizvraag

Wat is juist?
A
kopiën
B
kopieën

Slide 16 - Quizvraag

schrijf het meervoud van sinaasappel

Slide 17 - Open vraag

schrijf het meervoud van basis

Slide 18 - Open vraag

Tussenklanken in samenstellingen
Tussen -s
Tussen -e of tussen (-e)n


Slide 19 - Tekstslide

Tussen -s
Je schrijft de -s als je deze hoort:
stad+muur= stadsmuur

Soms lastig om te horen:

station + straat (tweede deel begint met de -s) = stationsstraat, want het is ook stationsplein.

Slide 20 - Tekstslide

Tussen -e of tussen -(e)n
Als het eerste deel van de samenstelling een meervoud op -en heeft, dan schrijf je ook -en in de samenstelling:

kat + luik= kattenluik

Slide 21 - Tekstslide

Geen tussen -(e)n, maar -e
Eerste deel heeft alleen meervoud op -s:
horloge (horloges)  + band= horlogeband

Eerste deel heeft twee meervouden (-s en -en):
groente (groentes of groenten) + soep= groentesoep

Slide 22 - Tekstslide

Geen tussen -(e)n, maar -e
Eerste deel heeft geen meervoud:
rijst + wafel= rijstewafel

Eerste deel verwijst naar een uniek exemplaar:
zon + schijn= zonneschijn

Slide 23 - Tekstslide

Geen tussen -(e)n, maar -e
Eerste deel versterkt een bijvoeglijk naamwoord:
aap + trots (bijv.nw) --> je bent niet zomaar trots, je bent apetrots

Let op: 
aap + rots = apenrots (denk aan Gibraltar)

Slide 24 - Tekstslide

Geen tussen -(e)n, maar -e
Eerste deel is geen zelfstandig naamwoord:
arm (het is geen zelfst. nw) + lui= armelui

Het woord wordt niet meer als samenstelling gezien (het hoort altijd bij elkaar):
schattebout

Slide 25 - Tekstslide

Aan de slag
  • Lezen theorie: 
meervoudsvorming, tussenklanken, verkleinwoorden en aan elkaar en los (blz. 172-176)

  • Maken opdr. 4 t/m 8 

Op Magister vind je van alle bovenstaande onderdelen een uitlegvideo.









Slide 26 - Tekstslide