slotweek 4 practice

WELCOME CLASS
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

WELCOME CLASS

Slide 1 - Tekstslide

Today's Plan
  • Revise exercises
  • SO unit 5+6 
  • information about SLOT-week

Slide 2 - Tekstslide

SLOTWEEK
Unit 5 grammatica  
Unit 5 woorden en zinnen 
63 onregelmatige werkwoorden  
Schrijf een Engelse brief

Slide 3 - Tekstslide

GRAMMAR SUBJECTS OF UNIT 5.
De volgende 4 grammatica onderwerpen komen in de toets voor: 
a. meervoud. Je kent de spellingsregels voor meervoud.  
b. much / many. Je weet wanneer je much of many moet gebruiken.  
c. present perfect. Je weet hoe je van een werkwoord de ‘present perfect’ vorm maakt.  
d. plaats van bijwoord in een zin. Je weet waar het bijwoord in een Engelse zin moet staan. 
Leer de regels uit je hoofd in LessonUp ‘samenvatting Unit 5’ en oefen met behulp van de Self Test en Catch Up opdrachten in eDition.  
Unit 5 woorden en zinnen 
63 onregelmatige werkwoorden in 4 rijen. 
 Zie bijlage in Magister studiewijzer voor deze werkwoorden. Je kent per werkwoord de 4 rijen:  
Hele werkwoord / past simple / present perfect / Nederlandse vertaling.  
Schrijf een Engelse brief 


Slide 4 - Tekstslide

Writing
Schrijf een email of een verslag:
een email naar een penvriend/vriendin in Engeland over jouw corona ervaringen en mening. 
of 
een verslag van jouw ervaringen voor een internationale website waar tieners hun ervaringen en meningen uitwisselen. Jij schrijft over Nederland.
Gebruik minimaal 150 woorden en maximaal 200 woorden. 
De 5 punten in de worksheet onder het kopje 'over to you' moeten in je email of verslag voorkomen. 
Bedenk zelf nog een extra punt betr. corona waarover je gaat schrijven. 

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

E-mail

Langere berichten
Duidelijke structuur
Formeel en informeel
Geen sms-taal
Niet altijd een reactie
Je denkt meer na over inhoud
Komt goed over
Bedrijven en organisaties

Slide 7 - Tekstslide

Bij "Subject" schrijf je waar de email over gaat.
Keep It Short and Simple (KISS)

Slide 8 - Tekstslide

Bij "To" schrijf je het email adres van de persoon die de mail moet ontvangen

Slide 9 - Tekstslide

  • Na de aanhef komt een komma.
  • Schrijf iemands (achter)naam goed... Controleer dit altijd.
  • Begin met de reden waarom je iemand een mail stuurt.
  • Keep It Short and Simple (KISS). Bij huiswerk en op school kun je oefenen en krijg je feedback. Neem geen risico, hou het simpel. 


  • Schrijf het zo op dat je zeker weet dat het goed is. Weet je het niet zeker? Dan pas probeer je het. Kortom: proberen doe je bij huiswerk, op de toets moet je het kunnen en doen.

Slide 10 - Tekstslide

Waar op te letten?
  • Begin altijd met een begroeting (aanhef)
  • Gebruik geen "Hey!" tenzij je de persoon echt heel goed kent of dezelfde functie hebt. Formeel = formeel, informeel = informeel. 
  • Let op de tijd (geen "goodmorning" schrijven naar America als het daar avond is...). Wanneer leest de ontvanger jouw mail? Misschien wel de volgende dag...

Slide 11 - Tekstslide

Avoid the SLANG writing

Slide 12 - Tekstslide

AVOID THE ABBREVIATION 

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide