Als iemand zegt
waaróm hij een bepaalde mening heeft, gebruikt hij een argument.
Een argument herken je aan signaalwoorden als want, omdat en namelijk:
– Je zou dat blauwe jasje aan moeten doen naar het Lentefeest. (= mening) , want dat staat je namelijk geweldig! (= argument)
Je gebruikt dus argumenten om je mening/ standpunt te onderbouwen. Deze argumenten kunnen vervolgens weer meningen of feiten zijn.