Verhoudingen

Verhoudingen
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Verhoudingen

Slide 1 - Tekstslide

Uitleg verhoudingstabel

Slide 2 - Tekstslide

Nog een voorbeeld

Slide 3 - Tekstslide

Hoeveel kost 600 gram druiven?
Gebruik een verhoudingstabel.

A
2,70 euro
B
3,00 euro
C
3,20 euro
D
3,50 euro

Slide 4 - Quizvraag

Hoeveel betaal je voor een
zak met 600 gram snoepjes?
A
3,20 euro
B
4,80 euro
C
6,40 euro

Slide 5 - Quizvraag

Welke dropsoort
is naar verhouding
het goedkoopst?
A
honingdrop
B
schoolkrijt

Slide 6 - Quizvraag

Breuk en procent

Slide 7 - Tekstslide

Handige percentages
50% is de helft van 100% dus delen door 2.
25% is een kwart van 100% dus delen door 4.
10% is een tiende deel van 100% dus delen door 10.
20% is een vijfde deel van 100% dus delen door 5.

Gebruik dit bij de volgende opdrachten!

Slide 8 - Tekstslide

Welke breuk hoort bij 25%?
A
25/100
B
1/4
C
2/5

Slide 9 - Quizvraag

Welke breuk hoort bij 15%?
A
1/15
B
1/6
C
3/20

Slide 10 - Quizvraag

Welk percentage hoort bij 1/5?
A
20%
B
5%
C
18%
D
25%

Slide 11 - Quizvraag

Bereken wat de
radio nu kost.
A
12 euro
B
96 euro
C
108 euro
D
24 euro

Slide 12 - Quizvraag

Janna koopt een
shirt en een rok.
Hoeveel betaalt
ze in totaal?
A
50 euro
B
14 euro
C
40 euro
D
36 euro

Slide 13 - Quizvraag

Uitleg procenten in verhoudingstabel
Voor het berekenen van aantallen naar procenten en omgekeerd kunnen de volgende stappen worden gevolgd:
1. Maak een verhoudingstabel met de aantallen boven en het aantal procenten onder.
2. Schrijf alle nuttige getallen die je uit de vraag kan halen in de tabel. Onder het totale aantal komt altijd 100% te staan.
3. Ga na welke rekenstappen je moet doen. Reken via 1!
Vul de hele tabel in!
4. Bereken het aantal procent of het onbekende aantal. En schrijf de conclusie op.

Gebruik dit bij de volgende opdrachten!

Slide 14 - Tekstslide

Voorbeeld uitleg procenten in verhoudingstabel
Kijk goed of je de korting uit moet rekenen of wat je moet betalen!

Slide 15 - Tekstslide

Voorbeeld uitleg procenten in verhoudingstabel









Gebruik dit bij de volgende opdrachten!

Slide 16 - Tekstslide

Bereken hoeveel euro
je moet betalen
voor de tv.
A
455 euro
B
245 euro
C
350 euro
D
250 euro

Slide 17 - Quizvraag

Bereken hoeveel
procent korting je
op de laarzen krijgt.
A
70%
B
45%
C
30%
D
55%

Slide 18 - Quizvraag

Uitleg verhoudingen

Slide 19 - Tekstslide

Uitleg verhoudingen



Let op: als je hiermee gaat rekenen is het totaal aantal delen bij de limonade 1 + 4 = 5.
Dus met 1 glas siroop en 4 glazen water heb je 5 glazen limonade.

Slide 20 - Tekstslide

Welke verhoudingen zijn gelijk aan
1 : 6?
A
3 : 9
B
3 : 18
C
5 : 30
D
6 : 30

Slide 21 - Quizvraag

Voor het maken van jam mengt Saskia aardbeien en suiker in de verhouding 50 : 30.
Hoeveel suiker heeft ze nodig voor 500 gram aardbeien?
A
500 gram
B
300 gram
C
800 gram

Slide 22 - Quizvraag

Voor het maken van jam mengt Saskia aardbeien en suiker in de verhouding 50 : 30.
Hoeveel suiker heeft ze nodig voor 350 gram aardbeien?
A
500 gram
B
350 gram
C
700 gram
D
210 gram

Slide 23 - Quizvraag

Voor het maken van jam mengt Saskia aardbeien en suiker in de verhouding 50 : 30.
Hoeveel suiker heeft ze nodig als ze 4000 gram jam wil maken?
A
300 gram
B
800 gram
C
1500 gram
D
3000 gram

Slide 24 - Quizvraag

Wat heb je geleerd?

Slide 25 - Open vraag

Wat vond je van deze lessonup?

Slide 26 - Open vraag