Present Continuous 3


The present continuous
Duurvorm tegenwoordige tijd
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les


The present continuous
Duurvorm tegenwoordige tijd

Slide 1 - Tekstslide

Wanneer?
1. Om aan te geven dat je op dit moment ergens mee bezig bent
2. Om aan te geven dat je iets irritant vindt
(3. Om te praten over toekomstige afspraken )

Signaalwoorden: currently, at the moment, look!, listen!, Shhh!

Slide 2 - Tekstslide

Hoe?
'to be' + hele werkwoord + ing

I am working
He is studying
She is running
We are doing
They are playing

Slide 3 - Tekstslide

Spellingsveranderingen
1. woorden van één lettergreep die eindigen op klinker+medeklinker (stop, put, hit, cut) verdubbelen de medeklinker --> stopping, putting, hitting, cutting

2. Woorden die eindigen op de letter E (bake, take, brake, have) verliezen deze letter --> baking, taking, braking, having

3. woorden die eindigen op klinker + de letter L (travel, fulfil) krijgen een extra L erbij --> travelling, fulfilling

4. Woorden die eindigen op de letter C (panic) krijgen een K erbij --> Panicking

Slide 4 - Tekstslide

Exercise 1
Fill in the correct form of to be
Type only the missing verb (werkwoord)

Slide 5 - Tekstslide

Shirley ___ doing her homework.

Slide 6 - Open vraag

My parents __ cooking dinner.

Slide 7 - Open vraag

We __ playing on our PlayStation

Slide 8 - Open vraag

I __ listening to the radio.

Slide 9 - Open vraag

My aunt's brother __ driving the car.

Slide 10 - Open vraag

Exercise 2
Put the verb into the ing-form
Watch out for spelling changes!
Type only the missing verb

Slide 11 - Tekstslide

She is ___ the ball. (hit)

Slide 12 - Open vraag

The baby is ___. (cry)

Slide 13 - Open vraag

We are ___ a party. (have)

Slide 14 - Open vraag

The police officer is ___ the suspect. (follow)

Slide 15 - Open vraag

The people on the boat are ___. (panic)

Slide 16 - Open vraag

Exercise 3
Put the words in the correct order to make a present continuous sentence.
Type the whole sentence.

Slide 17 - Tekstslide

radio. - listening - to - friend - is - the - My

Slide 18 - Open vraag

our - currently - We - doing - homework. - are

Slide 19 - Open vraag

your - again? - playing - food - you - Are - with

Slide 20 - Open vraag

now. - doing - The - boy - right - his - homework - is - not

Slide 21 - Open vraag

outside. - is - cat - go - My - yelling - to

Slide 22 - Open vraag

Exercise 4
Finish the sentences by putting the verbs into the present continuous
Type the whole sentence!

Slide 23 - Tekstslide

She (to go) to visit her parents tonight.

Slide 24 - Open vraag

I (not - cook) for you anymore!

Slide 25 - Open vraag

Terry and Charles (investigate) a crime.

Slide 26 - Open vraag

I (to read) a book.

Slide 27 - Open vraag

What (you - to do)?

Slide 28 - Open vraag