Les 1: Voedingsstoffen en typen eters

Thema spijsvertering en zenuwstelsel
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Thema spijsvertering en zenuwstelsel

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Thema Spijsvertering en zenuwstelsel
Les 1: Voedingsstoffen, typen eters / Les 2: Verteringsstelsel, enzymen
Les 3: Voedingsstoffen opslaan, werking nieren / Les 4: Centraal en perifeer zenuwstelsel
Les 5: Bouw zenuwcel, typen zenuwcel 
Les 6: Actiepotentiaal, werking spieren
Les 7: Het oog en het oor 
Eindtoets thema spijsvertering en zenuwstelsel in oogstweek

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesplanning
  • Woordweb voeding en vertering
  • Instructie: Voedingsstoffen en typen eters
  • Werkblad 20 min.
  • Nakijken 10 min
  • Afsluiting

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Regels
  1. Stilte tijdens de instructies
  2. Eten buiten het lokaal
  3. Telefoongebruik

Slide 4 - Tekstslide

soms nodig in de les.
telefoon niet tijdens instructies
als ik vraag om het weg te doen doe je hem weg.
maar verder ook een beetje eigen verantwoordelijkheid. 
Les 1- Voedingsmiddelen en voedingsstoffen

Leerdoelen: 
  • Je kunt de 6 groepen voedingsstoffen noemen met hun functies en kenmerken
  • Je kunt de 3 typen eters van elkaar onderscheiden aan de hand van het gebit

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voeding & spijsvertering

Slide 6 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Begrippen om te kennen
Voedingsmiddelen:
-Alles wat je eet en drinkt

Voedingsstoffen:
- Stoffen die je lichaam nodig heeft voor energie, groei en herstel

Voedingsvezels:
-Plantaardig en niet verteerbaar, wel nodig voor een goede darmwerking


Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

6 groepen voedingsstoffen
  1. Eiwitten / proteïne
  2. Koolhydraten/ suikers
  3. Vetten
  4. Mineralen
  5. Vitaminen
  6. Water

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

ter inspiratie
Functies voedingsstoffen
  1. Brandstof - Geeft energie voor alle cellen in het lichaam. Voor groei, ontwikkeling en herstel
  2. Bouwstof  - Groei, ontwikkeling en herstel van nieuwe cellen en weefsels. Belangrijk voor het opbouw en onderhoud van het lichaam.
  3. Beschermende stof - Zodat je niet ziek wordt
  4. Reservestof - Opslag voor barre tijden (reservebrandstof)

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eiwitten/proteïnen
  • Functie: Bouwstof
  • Opbouw van spieren en weefsels en belangrijk voor de aanmaak van hormonen.
  • Te veel eiwitten --> brandstof of omgezet in vet als reservestof.

  • Bouwsteen van eiwit heet een aminozuur

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Koolhydraten/ suikers
  • Tot de koolhydraten behoren: Suikers (glucose, fructose, lactose, sacharose of zetmeel. 
  • En voedingsvezels
  • Functie: Brandstof en bouwstof
  • Te veel --> omgezet in vet en opgeslagen als reservestof
  • Te veel glucose wordt omgezet in glycogeen en opgeslagen in lever en spieren (om later te verbranden)

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

(Voedings)vezels
  • Vezels behoren tot de koolhydraten.
  • Voedingsvezels zijn koolhydraten die niet
  • opgenomen kunnen worden in de dunne darm.

  • Functie: Dragen bij aan een goede werking van de darmen
  • Zijn afkomstig van celwanden van plantencellen. Onverteerbaar (deel wordt afgebroken door fermentatie door goede darmbacteriën).
  • Geven een verzadigd gevoel (gevoel dat je vol zit)
  • Zit b.v. in groente, fruit, volkoren producten, peulvruchten en noten.

Slide 13 - Tekstslide

Voedingsvezels worden tijdens het proces van spijsvertering niet verteerd. Ze komen in de dikke darm terecht. Daar zorgen de darmbacteriën voor gedeeltelijke afbraak van de vezels. Hierbij komen stoffen vrij die onder andere de darmbewegingen (peristaltiek) stimuleren.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vetten
  • Functie: Brandstof, maar ook bouwstof en reservestof
  • Je hebt er maar een klein beetje van nodig
  • Te veel --> Als reservestof
 opgeslagen, bijvoorbeeld in 
het onderhuidse vetweefsel

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vitaminen en mineralen
  • Functie: Bouwstof en beschermende stof

  • Ziek bij te veel of te weinig vitaminen
  • Bv: Vitamine A, B, C D, en K 

  • Mineralen worden ook wel zouten genoemd
  • Bv: calcium/ kalk, natrium/(keuken)zout en ijzer

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Water
  • Functie: Bouwstof
  • Het lichaam bestaat voor 65% uit water
  • Transport van opgeloste stoffen door het lichaam (bloed)

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Test jezelf
2 vragen

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spaghetti, rijst en aardappelen zijn voedingsmiddelen die veel ... bevatten
A
Koolhydraten
B
Eiwitten
C
Vetten
D
Water

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Eiwitten/proteïnen horen bij de volgende groep(en) voedingsstoffen:
A
Beschermende stoffen
B
Bouwstoffen
C
Brandstoffen
D
Reserve stoffen

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Typen eters

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
Wat: Ga naar de ELO van biologie
en maak het werkblad "1.  Voeding" 
Hulp: Aantekeningen 
Je mag samenwerken
Tijd: 20 minuten
Klaar?: Wachten tot gezamenlijk bespreken
timer
15:00

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eiwitten/proteïnen horen bij de volgende groep(en) voedingsstoffen:
A
Beschermende stoffen
B
Bouwstoffen
C
Brandstoffen
D
Reserve stoffen

Slide 28 - Quizvraag

Voornamelijk bouwstoffen, maar kan omgezet worden naar brandstof , en bij te veel daarna weer naar vet
Noem een ander woord voor koolhydraten

Slide 29 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat heb je vandaag geleerd?

Slide 30 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies