Voorbereiding op SE2 Nederlands: Het artikel

Het Artikel

  • Hoe schrijf je een artikel?

  • Voorbereiding op SE2
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Het Artikel

  • Hoe schrijf je een artikel?

  • Voorbereiding op SE2

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel

Aan het eind van de les weet je hoe je een artikel schrijft 
volgens de regels van het examen

Slide 2 - Tekstslide

Artikel = informatieve tekst
Doel = informatie geven

Voorbeelden:
- Een verslag van een festival in de krant
- Een tekst in een nieuwsbrief van school
-  Een tekst over games in een tijdschrift

Nieuwsbericht Nu.nl

Slide 3 - Tekstslide

Opbouw van een artikel
  • Plaats boven je artikel een passende titel
  • In de inleiding stel je jezelf voor en staat de aanleiding van je artikel: waarom je het artikel schrijft
  • In het middenstuk (kern) staat de meeste informatie (wat, waarom, waarover..)
  • In het slot staat wat je hoopt te bereiken met het artikel
  • Zet je voor- en achternaam onder het artikel en wanneer gevraagd ook je klas of school
  • Al deze onderdelen zijn losse alinea's!

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Waar schrijf je het?
Middenstuk
Slot
Inleiding
Gisteren hadden wij een discussie in de klas......
Daar ben ik het niet mee eens, want.....
mijn conclusie is...

Slide 6 - Sleepvraag

Bekijk onderstaand artikel en bedenk:
wat is er goed en wat kan er beter?

Slide 7 - Tekstslide

Feiten, meningen en argumenten
In een artikel staan vaak feiten
want een doel is de lezer te informeren 
over een bepaald onderwerp.

Soms schrijf je een artikel om lezers te overtuigen van jouw mening. Dan deel je je mening en deze onderbouw je met argumenten.

Slide 8 - Tekstslide

Wat zijn feiten?
A
Zaken waar iedereen anders over kan denken.
B
Zaken die waar zijn en die je kunt controleren

Slide 9 - Quizvraag

Wat weet je over roken?
Wat is een mening?

Slide 10 - Woordweb

Wat is waar over een argument?
A
Een argument is een reden waarom je iets vindt of doet.
B
Een argument herken je aan signaalwoorden, zoals: want, omdat en daarom.
C
Beide antwoorden zijn goed.

Slide 11 - Quizvraag

Feit, mening of argument?
Feit: een feit kun je controleren.
Mening: een mening is iets wat iemand vindt.
Argument: een reden waarom je een bepaalde mening hebt. Je herkent een argument aan signaalwoorden, zoals: want, omdat, daarom, namelijk. 

Slide 12 - Tekstslide

Hugo de Jonge moet de nieuwe minister president worden.
A
feit
B
mening
C
argument

Slide 13 - Quizvraag

Omdat hij goede standpunten heeft.
A
feit
B
mening
C
argument

Slide 14 - Quizvraag

Uit onderzoek blijkt dat roken slecht is voor je gezondheid.
A
feit
B
mening
C
argument

Slide 15 - Quizvraag

Wat zijn de belangrijkste kenmerken van een artikel?

Slide 16 - Open vraag

Let op:
  • Zet een titel boven je artikel.
  • Het artikel bestaat altijd uit een inleiding, middenstuk en slot. Dit zijn dus tenminste 3 alinea's.
  • Een alinea bestaat uit minimaal 2 zinnen. Let hier goed op bij het slot.
  • Stel jezelf voor bij de inleiding. 'Mijn naam is .. en ik zit in klas 3 van het Insula College.'
  • Begin een alinea niet met 'ik'.
  • Houd bij het schrijven de volgorde van de opdracht aan.
  • Check of je alle punten in je artikel verwerkt hebt.
  • Controleer op hoofdletters, leestekens en de spelling van woorden.
  • Tijdnotatie: Ik zie jullie graag om 15.00 uur in de aula. Ik zie jullie graag om drie uur in de aula.

Slide 17 - Tekstslide

Voorbereiding
  • Module bij het Artikel goed doornemen
  • Leer de afspraken rondom opbouw en Lay-out
  • Oefen artikelen uit je module en kijk deze na
  • Oefen in NNO met taalverzorging (spelling, interpunctie etc.)
  • Bereid de tekst 'Niet gebeld is niet gesolliciteerd' voor die gedeeld wordt via SOM

Slide 18 - Tekstslide

Beoordeling artikel
  • Inhoud: 5 punten - benoem alle punten die volgens de opdracht genoemd moeten worden. 
  • Taalgebruik: 4 punten - spelling, formulering, interpunctie. 
  • Conventies: 1 punten  - passende titel, alinea's, voornaam en achternaam, passend taalgebruik, logische volgorde. 

Slide 19 - Tekstslide

Klaar voor SE2?

Je weet nu hoe je een artikel schrijft volgens de regels van het examen.

Welke vragen heb je nog?


Slide 20 - Tekstslide