Klas 4 --> uitspraak & klanken

Aussprache
Du übst die Aussprache. Du achtest auf die Umlaute und Diphthonge.
Du sprichst das -n am Ende des Wortes aus. 
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Aussprache
Du übst die Aussprache. Du achtest auf die Umlaute und Diphthonge.
Du sprichst das -n am Ende des Wortes aus. 

Slide 1 - Tekstslide

Das Ziel von heute:
- je weet hoe je een Duitse 'umlaut' uitspreekt
- Je weet hoe je een 'Dipthonge' uitspreek

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

1. Brötchen
2. Eichhörnchen
3. Zwanzig
4. Frucht

Slide 4 - Tekstslide

Umlaut
  •  Het Nederlandse alfabet heeft 26 letters
  • Het Duitste alfabet heeft meer letters: de letters met de puntjes erop. Die puntjes noem je een Umlaut. De Umlaut krijg je alleen op de letters a, o en u

Tippp: Alleen de klinkers uit het woord AUtO kunnen een Umlaut krijgen.

Slide 5 - Tekstslide

Umlaut
  • u = oe
  • ü = uu
  • äu = oi
  • a = a
  • ä = è / ee
  • o = o
  • ö = eu / uh     Aufgabe: Bedenk bij elke klank een Duits woord.

Slide 6 - Tekstslide

Diphthonge
  • eu = oi
  • ei = ai
  • au = au
  • (äu = oi)
     Aufgabe: Bedenk bij elke klank een Duits woord.

Slide 7 - Tekstslide

Das -n am Ende des Wortes
In het Duits spreek je de -n aan het eind van een woord altijd uit.  
Ich gehe einkaufen  /  Guten Morgen

Slide 8 - Tekstslide

Wir Wiener Waschweiber
würden weiße Wäsche waschen,
wenn wir wüssten,
wo heißes Wasser wär. 

Slide 9 - Tekstslide

Op welke klinkers kan een Umlaut komen?

Slide 10 - Tekstslide

Hoe spreek je Brötchen uit?  

Slide 11 - Tekstslide

Hoe spreek je Frucht uit?

Slide 12 - Tekstslide

Zeit für Evaluation! Beantworte die folgenden Fragen.

1. Wat hebben we geoefend vandaag?
2. Wat vond je het moeilijkst?  
3. Hoe ga je er voor zorgen dat je beter wordt in datgene wat slecht ging?

Slide 13 - Tekstslide