Aussprache

Aussprache
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 10 min

Onderdelen in deze les

Aussprache

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Erklärung: Vokale (klinkers)

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

A
Adresse
fahren
E
Esel
essen
 I
Igel
trinken

O 
Ohr
Loch
U
Buch
nur 
Umweg
Fluss
Unterricht

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Umlaut

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Jetzt du!

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welche Aussprache ist richtig?
Kuh
A
oe
B
uu

Slide 6 - Quizvraag

du
Welche Aussprache ist richtig?
München
A
oe
B
uu

Slide 7 - Quizvraag

du
Welche Aussprache ist richtig?
Köln
A
o
B
eu

Slide 8 - Quizvraag

du
Diphthonge
  • eu = oi
  • äu = oi

  • ei = ai
  • au = au

     Aufgabe: Bedenk bij elke klank een Duits woord.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

EU

der Euro
Europa
euch
eure
Leute



ÄU

die Häuser
die Sträuße
die Bäuche

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

AU

das Haus
der Strauß
der Bauch



ÄU

die Häuser
die Sträuße
die Bäuche

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welche Aussprache ist richtig?
hören
A
o
B
eu
C
oi
D
oo

Slide 12 - Quizvraag

Wörter
Welche Aussprache ist richtig?
Mädchen
A
a
B
aa
C
e
D
ee

Slide 13 - Quizvraag

käse
Aussprache - Zischlaute

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sp  /  St
sp  ->  schp                         Sport, Spaß, spielen
st   ->  scht                           Stadt, Straße, stehen

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aussprache
Wie sagt man:

Zentrum
Sauer
Spaß
Start


Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aussprache
Wie sagt man:
Straße
Spät
üben
Sein
Polizei
hören


Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Das -n am Ende des Wortes
In het Duits spreek je de -n aan het eind van een woord altijd uit.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies