Eetstoornissen

Eetstoornissen
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Eetstoornissen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

week
onderwerp
TM
1
Angststoornissen
GGZ deel 1, module 6
2
Obsessief Compulsieve Stoornis
GGZ deel 1, module 6
3
Psychotrauma of stressstoornis
GGZ deel 1, module 6
4
Eetstoornissen
GGZ deel 2, module 2
5
Slaapstoornissen
GGZ deel 2, module 3
week
onderwerp
TM
Kerstvakantie
6
Verslaving
GGZ deel 2, module 2
7
Begrippen binnen de GGZ
8
Psychofarmaca
9
Open les

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
We bespreken deze les:
- Persoonlijke risicofactoren en omgevingsfactoren die van invloed zijn op het krijgen van een eetstoornis
- Welke soorten eetstoornissen er zijn.
- Wat de symptomen zijn 



Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mensen met een eetstoornis hebben alleen problemen met eten
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar denk je zelf aan bij eetstoornissen???

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Eetstoornis
Steeds minder eten
Eetbuien
Braken
Selectief eten
Negatief zelfbeeld 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
Overleg met je buurman/vrouw: Tijd: 7 minuten

  1. Bedenk 3 persoonlijke factoren waardoor je eerder een eetstoornis kan ontwikkelen?
  2. Bedenk 3 omgevingsfactoren waardoor je eerder een eetstoornis kan ontwikkelen?

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Persoonlijke factoren

Slide 8 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Persoonlijke factoren
  • Weinig zelfvertrouwen;
  • Negatief zelfbeeld, lichaamsbeleving, lichaamsbeeld;
  • Vertekend lichaamsbeeld;
  • Faalangst;
  • Perfectionisme;
  • Hoge eisen stellen aan zichzelf en anderen;
  • Afhankelijkheid van de goedkeuring van anderen;
  • Aangepast gedrag, kameleongedrag, pleasen, zorgen voor anderen;
  • Denken en handelen in extremen (zwart/wit – goed/slecht);
  • Moeite met uiten van gevoelens en aangeven van grenzen 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Omgevingsfactoren

Slide 10 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Omgevingsfactoren
  • Sterk prestatiegericht;
  • Gezinscultuur met taboe op het uiten van meningsverschillen of gevoelens
  • Emotionele mishandeling of verwaarlozing;
  • Overbescherming;
  • Lichamelijk geweld;
  • Seksueel misbruik;
  • Scheiding;
  • Taboe op lichamelijkheid en seksualiteit;
  • Moeder of familielid met eetstoornis;
  • Sport beoefenen waarbij gewicht een rol speelt;
  • Gepest worden.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cultureel-Maatschappelijk
Sterk accent op uiterlijk en presentatie (ideaalbeeld)

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voedingsstoornissen
PICA 
Avoidant/Restrictive Food Intake Disorder = ARFID
Binge eating disorder = BED 


Slide 13 - Tekstslide

PICA: Vooral syndromen GHZ (laag niveau) of dementie)blaadjes, takjes speelgoed, steentjes (alles wat voor de hand ligt en niet eetbaar is). Ook het eten van grote hoeveelheden rauw en onbewerkt voedsel wordt gezien als pica.
Schade --> infecties, verstopping perforatie
Moeilijk corrigeren --> omgeving aanpassen

ARFID: geen link met een verminderd zelfbeeld, niet af willen vallen. Maar een eetpatroon die heel minimaal is. Duusft, kan niet anders eten

BED (externe prikkel) menstruatie, zwangerschap, emotionele eters, hangt af van omstandigheden.
Je eet in korte tijd (vaak binnen een half uur tot 2 uur) heel veel achter elkaar
Je hebt geen honger maar toch het gevoel dat je moet eten
Tijdens een eetbui heb je geen controle over jezelf en je kan niet stoppen
Je eet sneller dan een gemiddeld persoon en stopt niet bij een vol gevoel
Je hebt last van overgewicht of je bent in korte tijd veel aangekomen

Slide 14 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Welk beeld is erger?
Eetstoornissen
  • Anorexia nervosa
  • Boulimia nervosa



Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
Maak 2-tallen
Pak een flip-over vel papier en deel die door de helft
1 vak anorexie, 1 vak boulimia
Beschrijf:
  • de feiten die je kan vinden over anorexie/boulimia
  • Wat het is
  • Fysieke, psychische en sociale gevolgen
  • Behandeling

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Anorexia nervosa

Slide 18 - Tekstslide

Anorexia nervosa komt vooral voor bij meisjes en jonge vrouwen. De ziekte bestaat uit het onderdrukken van eetlust, gestoord eetgedrag en een extreem verlangen om mager te zijn. De patiënt ontkent honger te hebben en eet nauwelijks.

Slide 19 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Feiten Anorexia Nervosa
  • Van alle psychische stoornissen is anorexia de dodelijkste.
  • 6-10% overleeft anorexia niet.
  • 5.600 patiënten in NL.
  • 95% van de patiënten is meisje.
  • Elk jaar komen daar 1.300 meisjes bij.
  • 45% herstelt volledig, 30% gedeeltelijk, 25% niet.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Anorexia

Slide 21 - Tekstslide

Naast zwakte, vermoeidheid, flauwvallen
Psychische gevolgen
  • Depressiviteit door gevoelens van minderwaardigheid en onzekerheid
  • Eenzaam door onder meer sociaal isolement
  • Angst voor controleverlies
  • Slechtere concentratie

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sociale gevolgen
  • Niet meer goed voelen tussen anderen en/of contact willen vermijden
  • Het fenomeen eten op alle mogelijke manieren ontwijken en zo sociaal contact uit de weg gaat
  • Fysiek steeds minder goed in staat om te werken, sporten of uit te gaan

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Boulimia nervosa

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Doelgroep
  • Tussen de 14 en 24 jaar
  • Jaarlijks ongeveer 23.000 meisjes en jonge vrouwen
  • 95% is vrouw

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Boulimia nervosa
  • Last van overwegend grote en/of kleine eetbuiten
  • Gevoel dat het onmogelijk is om de eetbui te stoppen of voorkomen
  • Tijdens eetbui voelt cliënt zich gespannen, eenzaam en gedeprimeerd, maar soms tijdelijk rustig, getroost of minder eenzaam
  • Aanvallen voelt als een 'mislukking'. Gevoel van schuld en schaamte
  • Eetstoornis verborgen houden. Je eet stiekem

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Manieren om eten 'kwijt' te raken
  • Braken, laxeermiddelen of plaspillen slikken, klysma gebruiken
  • Door te vasten of overmatig bewegen om calorieën kwijt te raken

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lichamelijke gevolgen
Geirriteerde slokdarm
Geirriteerde klieren
Aangetast tandglazuur
Tekort aan ijzer
Tekort aan kalium
Wegvallen van mensturatie

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Psychische gevolgen
  • Depressiviteit door gevoelens van minderwaardigheid en onzekerheid
  • Eenzaam door sociaal isolement
  • Angst voor controleverlies
  • Slechtere concentratie

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Prognose
50% herstelt
30% wisselend klachten
20% houd klachten

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Behandeling eetstoornissen
Lichamelijk 
  • Stoppen met laxeermiddelen
  • Tijdelijk sondevoeding
Psychisch
  • Psychotherapie
  • Non-verbale therapie
  • Ouderbegeleiding/gezinstherapie
  • Medicijnen

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Houding hulpverlener
Vertrouwen
Respect tonen
Duidelijke regels hanteren
Gezonde voorbeedfunctie vervullen

Ervaringsdeskundige

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een overeenkomst tussen boulimia en anorexia
A
Ze komen beide op jonge leeftijd voor
B
Het zijn beide eetstoornissen
C
Obsessieve gedachten over eten zijn continu aanwezig
D
Alle antwoorden zijn juist

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Juist of onjuist?
Iemand met boulimia heeft altijd overgewicht
A
juist
B
onjuist

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Juist of onjuist?
Iemand met anorexia heeft meestal ondergewicht
A
juist
B
onjuist
C
meestal wel

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een kenmerk van boulimia?
A
Eten uitspugen
B
NIET of weinig eten
C
Eetbuien
D
gewichtsverlies

Slide 38 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij welke doelgroep komt anorexia het meest voor?
A
25-35 jaar
B
14-24 jaar
C
11-16 jaar
D
35-60 jaar

Slide 39 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom maakt je lichaam donshaartjes aan?
A
Omdat je te veel vet eet
B
Omdat je vet verliest
C
Omdat je te weinig vitamines krijgt
D
Om lichaamstemperatuur te behouden

Slide 40 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies