9 okt_herhalen deel 1

Welkom klas!

1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 1 min

Onderdelen in deze les

Welkom klas!

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Op tafel:
- Laptop
- Map
- Pen
Welkom havo 3B
Opdracht:
- Telefoon in het zakkie en rechtsboven op je tafel.
- Jas en bodywarmer uit.
- Tas op de grond.
> Log in op LessonUp

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vandaag maandag 9 oktober:
Niet het SO bespreken (want dat is nog niet nagekeken). 

Wel: herhaling voor PTO-1.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

PTO-1
Les 2, 3, 4, 9, 10 en 11.

Schrijf dit op in je planner bij woensdag 1 november.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

PTO-1
Les 2, 3, 4, 9, 10 en 11.

Kijk terug naar je aantekeningen van de vorige lessen. 
Vul je eigen aantekeningen aan als je nog begrippen en/of uitleg mist.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Termen bij les 2
  • mediawijsheid
  • algoritme
  • phishing
  • datalek
  • cybercrime / cybercriminaliteit

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Termen bij les 2
  • mediawijsheid
  • algoritme
  • phishing
  • datalek
  • cybercrime / cybercriminaliteit

Leg elk begrip uit in je eigen woorden. 
Lukt het niet meteen? Kijk dan bij je aantekeningen van deze les. 
timer
4:00

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom mediawijsheid in het onderwijs?
Leerlingen maken gebruik van internet voor bijvoorbeeld school en sociale contacten.

Wees je bewust van de mogelijkheden én risico's op internet. 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

vraag: wat is phishing?

 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 2: Wat houdt phishing in?

 
Antwoord:
Phishing kan in de vorm van een e-mail zijn die mensen naar een website lokt die precies lijkt op die van hun bank. Mensen loggen vervolgens in op de website en daarna hebben de criminelen jouw inloggegevens voor de bankrekening. En zo kunnen ze vervolgens je bankrekening plunderen. 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cybercrime = internetcriminaliteit
= criminaliteit met ICT als middel én doelwit.



Vormen van cybercrime:
  • hacken
  • phishing
  • een besmetting met ransomware: vervelende software (een digitaal virus) waardoor je computer niet meer werkt. 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gevolgen van cybercrime
Bij een datalek komen persoonlijke gegevens (zoals adres- of inloggegevens) in de handen van personen die geen toegang tot die gegevens zouden mogen hebben. 

Wat zou een gevolg zijn als Magister gehackt wordt?
Denk aan je eigen persoonlijke gegevens.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het algoritme

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Albert Heijn-app
- De app onthoudt wat voor producten jij koopt. 


Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Albert Heijn-app
Die producten zijn dan ineens in de bonus en worden zichtbaar in jouw boodschappenlijstje. 

Vraag: Hoe komt dat? 


Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Albert Heijn-app
Antwoord: algoritme
 
meerdere stappen van instructies achter elkaar waardoor je een doel bereikt. 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

algoritme
 = 
meerdere stappen van instructies achter elkaar waardoor je een doel bereikt. 



Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld algoritme:
Jij gaat elke maandag, donderdag en zaterdag winkelen bij de Albert Heijn. Je hebt de app gedownload.  Elke keer dat je naar de winkel gaat, maak je een digitaal boodschappenlijstje op de app. Je koopt vaak sinaasappelsap en volkoren brood, dus die items zet je op het lijstje.
De app onthoudt dat jij meerdere keren sinaasappelsap en volkoren brood hebt gekocht, waardoor als die items in de bonus zijn, jij die items als eerste te zien krijgt. 
De app heeft dus een reeks aan instructies uitgevoerd. 


Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bedenk of je dit een positieve, negatieve of neutrale actie vindt en waarom. 

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Termen bij les 3
  • Doel
  • Vindplaats
  • Actualiteit
  • Kwaliteitsjournalistiek (en
    voorbeelden ervan)
  • Doorgeefluik
  • Nepnieuws
  • Factcheckers

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Termen bij les 3
  • Doel
  • Vindplaats
  • Actualiteit
  • Kwaliteitsjournalistiek (en
    voorbeelden ervan)
  • Doorgeefluik
  • Nepnieuws
  • Factcheckers

Leg elk begrip uit in je eigen woorden. 
Lukt het niet meteen? Kijk dan bij je aantekeningen van deze les. 
timer
4:00

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Betrouwbaarheid van bronnen
Dit bestaat uit drie delen: 
1. Doel 
2. Vindplaats
3. Actualiteit

Dit moet je leren en kunnen herkennen als je een artikel/afbeelding/video/film leest of ziet. 

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Succes met leren!
Maak de oefentoets. Je kunt je antwoorden zelf nakijken met de antwoorden op Teams. 

Vergeet de boekopdracht niet. 

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Termen bij les 4
  • belang van de auteur
  • belang / belangeloos
  • neutraliteit
  • deskundigheid van de auteur

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Termen bij les 4
  • belang van de auteur
  • belang / belangeloos
  • neutraliteit
  • deskundigheid van de auteur

Leg elk begrip uit in je eigen woorden. 
Lukt het niet meteen? Kijk dan bij je aantekeningen van deze les. 
timer
3:00

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Belang
  • Krijgt de auteur iets extra’s?
  • achtergrond

Belangeloos: iemand heeft geen belang bij iets. 


Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deskundigheid
  • opleiding
  • werkervaring
  • ervaringsdeskundige



Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dus:
Een auteur is betrouwbaar wanneer hij neutraal én deskundig is.


Slide 32 - Tekstslide

Tot hier gekomen op 9 okt.
"De Kruidvat geeft betrouwbare informatie over zonnebrand en huidkanker."
Schrijf op:
Ik ben het hiermee eens/oneens, want …

Slide 33 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

"De Universiteit Leiden geeft betrouwbare informatie over zonnebrand en huidkanker."
Schrijf op:
Ik ben het hiermee eens/oneens, want …


Slide 34 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Dus:
Een auteur is betrouwbaar wanneer hij neutraal én deskundig is.

"informatie over zonnebrand en huidkankeronderzoek"
1. Deze uitspraak is betrouwbaar als de bron een onafhankelijke onderzoeker bij de Universiteit Leiden is (deskundig en belangeloos). 
2. Deze uitspraak is onbetrouwbaar als de bron de Kruidvat is (mogelijk deskundig, maar wil geld verdienen en heeft dus een belang). 

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies