Grammatica leerstof toetsweek
● mettre (présent + passé composé)
● prendre (présent + passé composé)
● Bijvoeglijk naamwoorden: uitgangen + bijzondere vormen
● App. 10: meervoud zelfstandige naamwoorden, bijzondere vormen
● Herhaling: ww: être, avoir en werkwoorden op -er
in de présent en de passé composé (werkwoorden op -er tot nu toe)
● Algemene cultuur: P 86-87
● Een straat, gebouw, kamer, dier of voorwerp beschrijven
● Correcte zinsopbouw: woorden in de juiste volgorde leggen